Eversberg (havezate): verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
sp/stijl/wz, links
Regel 1:
De '''Eversberg''' was een [[havezate]] in de buurtschap [[Notter]], in de Nederlandse gemeente [[Wierden]]. Het was gelegen in het voormalige [[richterambt]] [[Kedingen]]. De Eversberg werd voor het eerst genoemd in 1382. Het [[landgoed]] van Eversberg is sinds 1955 toegevoegd bij de gemeente [[Hellendoorn (gemeente)|Hellendoorn]] en ligt in [[Nijverdal]]. In 1943 is het huis verwoest door brand. Van het oude huis is alleen nog een kelder over die gebruikt wordt als vleermuisverblijf.<ref>''Eversberg'' via: [https://www.kasteleninnederland.nl/kasteeldetails.php?id=1109 kasteleninnederland.nl], Geraadpleegd op 25 augustus 2019</ref> Sinds 2017 wordt het beheerd door [[Landschap Overijssel]]. Op het landgoed bevinden zich enkele beukenlanen, een vijver (ronde komme) restanten van een [[engelseEngelse tuin]], een uitkijkheuvel, een nieuw aangelegd [[Berceau (tuin)|berceau]], overblijfselen van een oud berceau en twee gietijzeren hekpalen aan de Wierdensestraat.
 
==Geschiedenis==
 
In 1382 werd Eversberg voor het eerst genoemd als [[katerstede]] (boerderij). In 1417 kreeg Seino ten Water het goed in handen. Waarschijnlijk was hij de grootvader of vader van Johan van den Water die het huis en landerijen in beheer kreeg van de bisschop van Utrecht, [[David van Bourgondië]]. Na twee eeuwen kreeg Adam van Heerdt en zijn vrouw Cornelia van Coeverden tot Rhaen het goed in het bezit. Cornelia was een dochter van Gosen van Coeverden de heer van havezate Rhaan in de buurtschap [[Rhaan]] nabij Hellendoorn. Van Adam van Heerdt wordt gezegd dat hij de Eversberg heeft gebouwd. In 1613 wordt hij voor het eerst toegelaten tot de Overijsselse Ridderschap. De Eversberg mag dan een havezate worden genoemd. Sinds 1619 maakte hij deel uit van de Gedeputeerde Staten van Overijssel en van 1637 tot 1638 was hij drost van het Drostambt Twente. In 1640 overleed hij en werd begraven in Rijssen. Zijn vrouw overleed 5 jaar eerder in 1635. De Eversberg kwam in bezit van hun enig in leven gebleven zoon Herman van Heerdt. welkeHerman tweemaalvan Heerdt huwde. Eersttweemaal: eerst met Everdina van Ittersum en na haar dood in 1651 met Anna van Coeverden van Scherpenzeel. In 1652 werd de Eversberg aangenomen als leengoed van de Provincieprovincie Overijssel. In de archieven werd beschreven dat Herman van Heerdt beleend werd met ”''het huis Eversberch mett allen andere getimmer, hoven, boulanden, weydelanden, hoylanden, soo daertoe worden gebruickt; het erve Colmans, gelegen voor de poorte van ‘t voorseide huis, met allen synen toebehooren, ten deele in Hellendoorn; het halve erve Pultvoort, mede aen Eversberch gelegen, met allen synen olde en nyen toebehoor, ten deele in Hellendoorn; met noch een kotterstede, staende in den kamp, het Nyelandt gehieten, soo als de voorseide parchelen aen ende om ‘t huis Eversberch in eenen krinck syn gelegen tott aen het erve ende landeryen, geheten Boomkate; voorts de visserye tot het huis Eversberch gehoorde”.'' Hierna verkreeg Herman van HeerdtHeerdts oudste zoon Robert de Eversberg. In 1628 werd het schoorsteen- of vuurstedengeld ingevoerd. In het register dat bijgehouden werd stond dat de Eversberg in 1675 slechts vier vuursteden telde, daarmee behoorde het huis tot de kleinere huizen in Twente.
 
Een eeuw later en enkele telgen uit het geslacht van Heerdt verder kwam de Eversberg in het bezit van [[Thimon Cornelis van Heerdt tot Eversberg]] hij werd in 1786 toegelaten tot de Overijsselse Ridderschap en beleend met de Eversberg. Hij was opperstalmeester van stadhouder [[Willem V van Oranje-Nassau]]. Later werd Thimon in de periode 1801-1806 [[hofmaarschalk]] op [[Slot Oranienstein]] in [[Diez]]. Ook maakte hij de spaanseSpaanse veldtochten onder leiding [[Arthur Wellesley]]|Arthur [[deWellesley, 1e hertog van Wellington]] mee in de strijd tegen [[Napoleon Bonaparte]]. In 1815 verhief de koning hem tot [[graaf (titel)|graaf]]. Na het herstel van de [[Monarchiemonarchie in Nederland]] werd Thimon van Heert tot Eversberg lid van de commisiecommissie tot ontwerp van de [[Nederlandse Grondwet]]. Tot 1824 nam hij zitting in de tweedeTweede kamerKamer. Daarna nam hij tot aan zijn dood in 1844 zitting in de eersteEerste kamerKamer. De Eversberg werd sinds 1766 niet meer bewoond door de familie van Heerdt tot Eversberg en werd waarschijnlijk verhuurd. Omstreeks 1825 kwam er een nieuwe bewoner op het landgoed, baron Johannes Frederik van Sternbach geboren te [[Vaals (plaats)|Vaals]] in 1780. Hij trouwde in 1825 met Petronella Dubbeldemuts van Dijkck. Zij namen intrek in het op het landgoed gelegen [[spieker]] Dijkhuis. Hoogstwaarschijnlijk was het Dijkhuis een zomerverblijf van de familie van Heerdt tot Eversberg. Over Baronbaron van Sternbach zijn een aantal eigenaardigheden bekend, zo was hij jeneverstoker, waarnemend markenrichter van [[Noetsele]], landbouwer en hij hield zich bezig met kunstmest. Bijzonder te vermelden is dat het kunstmesttijdperk rond 1825-1830 nog niet was aangebroken. Waarschijnlijk ging het om het om gebruik van [[beendermeel]] welkedat overbleef uit de lijmkokerij. Baron van Sternbach overleed in 1835 op het Dijkhuis, zijn vrouw Petronella overleed “in volslagen armoede” in 1850 te [[Ootmarsum]]. enZe werden samen begraven in een grafkelder op het oude kerkhof van [[Hellendoorn (plaats)|Hellendoorn]].
 
==De Eversberg en de Nederlandse Handelmaatschappij==
In 1835 betrok de [[Nederlandse Handelsmaatschappij]] de Eversberg. [[Thomas Ainsworth]], een Engels textieltechnicus en grondlegger van de katoenindustrie in Twente, vestigde zich op de Eversberg waar hij woonde en kantoor hield. Ook werd er een textielschool gesticht welkedie later naar het aan de overkant van de rivier Regge gelegen [[Noetsele]] verhuisde. In 1836 werd aan de Regge een fabriek en magazijn gevestigd en van daaruit is het dorp [[Nijverdal]] ontstaan. Ainsworth overleed in 1844 op de Eversberg.
 
==De Eversberg in de 19e en 20 eeuw==
 
Na de dood van [[Thimon Cornelis van Heerdt tot Eversberg]] ging het landgoed over aan zijn zoon Willem Hendrik van Heerdt tot Eversberg. Willem Hendrik was generaal-majoor en nam deel aan de [[Tiendaagse Veldtocht]] tegen de Belgische opstandelingen. In 1841 werd Willem Hendrik benoemd tot provinciaal commandant van Overijssel. Willem Hendrik huwde in 1821 te [[Voorburg (Zuid-Holland)|Voorburg]] met Maria Elisa Gevers Leuven. Zij stierven beiden in 1864 op de Eversberg. De Everberg ging over op hun zoon Timon Hendrik van Heerdt tot Eversberg. Timon Hendrik was gehuwd met Johanna Elisabeth Spreutels. Zij vestigden zich met hun gezin eerst op het Dijkhuis en lieten het heerenhuis (de Eversberg) verbouwen. Timon Hendrik reisde naar Amerika en teruggekomen trachtte hij een paardenhandel op te zetten, maar financiën bleven in grote wanorde en beladen met schulden. In 1867 liet zijn familie hem onder curatele stellen en eiste zijn vrouw Johanna een echtscheiding, omdat hij een verhouding had met zijn jongere nicht Louisa Emma Gevers Leuven. Met haar trad hij in LondonLonden in 1868 in het huwelijk en zij overleden beide in Parijs. In 1867 werd de Eversberg openbaar verkocht. Het landgoed was toen ca 200 hectare groot. Het bevatte een nieuw gebouwd herenhuis, twee bouwhuizen, acht boerderijen, park, vrucht- en moestuinen en het [[collatierecht]] van een predikant te [[Rijssen]]. Het huis met bijbehorende gebouwen kwam na de veiling in handen van Jan Wegkamp en Gerhardus Lambertus Hagendoorn voor 8000 gulden. Kort daarop werd het verkocht aan Tobias ten Cate welkedie reeds andere percelen op het landgoed had aangekocht. Ten Cate was fabrikant te Almelo en had de Eversberg als belegging aangekocht. In 1868 verkocht hij het landgoed aan [[Nicolaas Trakranen]] oud-minister van Koloniën [[Nicolaas Trakranen]] voor ruim 2500025.000 gulden en gingdie op de Eversberg ging wonen. Helaas kon hij er niet aarden en ging in 1872 de Eversberg opnieuw in de openbare verkoop. De Eversberg werd aangekocht voor 2500025.000 door Egbert ten Cate uit Almelo welke, een neef was van Tobias ten Cate. Hij kocht de Eversberg ook als beleggingsobject. Ten Cate verkocht een gedeelte van de Eversberg waaronder het huis aan Laurens Adriaan Johan Kroon. Egbert ten Cate verschafte Kroon hiervoor een hypotheek. Kroon kon echter niet voldoen aan zijn verplichtingen en het landgoed ging in 1882 na de dood van Egbert ten Cate over op zijn erfgenaam mr. Jolle Gabing Veening. Jolle Gabing Veening was gehuwd met Egbert ten Cate zijn dochter Johanna Gezina Henriëtte ten Cate. In 1887 liet Veening een groot deel van het huis afbreken. Een gedeelte aan de oostzijde bleef bespaard en op de overgebleven fundamenten werd een boerenerf gebouwd. Na het overlijden van Veening in 1903 en zijn vrouw in 1915 kwam de Eversberg in het bezit van hun enig kind Egbert Julius Veening, toen [[commissionair]] te Bussum. Egbert Julius verbouwde het huis opnieuw en liet het veilen in 1933. Rentenier Jan de Boer kocht de Everberg en zocht contact met de familie van Heerdt tot Eversberg. Emile baron van Heerdt tot Eversberg, welkedie fortuin had gemaakt op Java, kocht de Eversberg. Emile liet het huis afbreken en liet een nieuw huis bouwen welkedat was geïnspireerd op oude tekeningen. Dit huis werd weer op de oude fundamenten herbouwd. In 1943 ging het huis door kortsluiting in vlammen op en werd niet herbouwd. Wat overbleef was een ruïne welkedie telkens verder aftakelde. Het landgoed werd daarna ondergebracht in een stichting de ‘Eversberg Stichting’. Deze verkocht het weer aan aannemer Hegeman uit Nijverdal. Daarna werd het nogmaals door verkocht aan diverse beleggers en projectontwikkelaars.
 
In de zomer van 1997 heeft een werkgroep bestaande uit een klein aantal vrijwilligers het keldergedeelte opnieuw opgemetseld met hoofdzakelijk oude stenen uit de gracht. De kelder doet nu dienst als vleermuisverblijf.
 
=== Literatuur= ==
 
* A.J. Gevers, A.J. Mensema, De havezaten in Twente en hun bewoners, Rijksarchief in Overijssel en Uitgeverij Waanders, Zwolle, 1995, ISBN 90-400-9766-6
 
* E. Smit - Van Eversberg tot Eerde : Op zoek naar kastelen en landhuizen langs de Regge, 2012
 
* A. Ponsteen - Oald Helders Sprokkelholt
===Literatuur===
 
A.J.Gevers, A.J. Mensema, De havezaten in Twente en hun bewoners, Rijksarchief in Overijssel en Uitgeverij Waanders, Zwolle, 1995, ISBN 90-400-9766-6
 
E. Smit - Van Eversberg tot Eerde : Op zoek naar kastelen en landhuizen langs de Regge, 2012
 
A. Ponsteen - Oald Helders Sprokkelholt
 
{{Appendix}}
[[Categorie:Havezate in Overijssel]]
[[Categorie:Wierden]]