Onder '''levensverrichtingen''' (ook welof ''levensfuncties'' genoemd) vat men in de [[biologie]] een aantal kenmerken samen die gezamenlijk aangeven wanneer men spreekt van [[leven]]. [[Fysiologie]] is de wetenschap van de (normale) levensverrichtingen en -verschijnselen. Daarbij wordt iets als ''levend'' beschouwd als het alle of de meeste van deze levensfuncties heeft:
# ''[[Homeostase (fysiologie)|''Homeostase]]'']]: het vermogen van een [[organisme]] om het [[Milieu intérieur|interne milieu]] constant te houden.
# Leven vertoont ''[[organisatie]]'' en [[structuur]]: er is een verband tussen vorm ([[anatomie]], [[histologie]], [[Morfologie (biologie)|morfologie]]) en [[Functie (biologie)|functie]] ([[fysiologie]], [[gedrag]]). De basale bouwstenen van het leven zijn [[cel (biologie)|cellen]].
# ''Metabolisme'' of [[stofwisseling]]: het opnemen van energie van het geheel van biochemische processen die plaatsvinden in cellen en organismen ten behoeve van de activiteit, groei, voortplanting en instandhouding. Energie wordt van de ene vorm in de andere vorm getransformeerd.
# ''[[Groei (fysiologie)|''Groei]] en ontwikkeling'']]: het proces van toename van grootte en complexiteit.
# Er vinden ''[[Adaptatie (biologie)|''aanpassingen]]'']] plaats in structuren of gedrag, die de organismen beter in staat stellen te overleven of voor nageslacht te zorgen. Dit principe van [[Adaptatie (biologie)|adaptatie]] aan het [[milieu]] is fundamenteel voor de [[Evolutie (biologie)|evolutie]] van populaties.
# ''[[Stimulus|''Prikkelbaarheid]]'']]: het kunnen reageren op stimuli, op veranderingen in het uitwendige of inwendige [[milieu]] van het organisme.
# ''[[Voortplanting (biologie)|''Voortplanting]]'']]: het proces waarbij een organisme voor nakomelingen en voor het voortbestaan van de soort zorgt. Voor geslachtelijke voortplanting zijn twee individuen nodig. De nakomelingen hebben kenmerken van beide ouders in nieuwe combinaties.
