Erfrecht (Nederland): verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
kGeen bewerkingssamenvatting |
|||
Regel 191:
Als een erfgenaam een nalatenschap [[Beneficiaire aanvaarding|beneficiair aanvaardt]] heeft hij recht op zijn deel in het geval van een batig saldo, maar is hij niet aansprakelijk in het geval van een negatief saldo. De afwikkeling is vergelijkbaar met die van een [[Faillissement (Nederland)|faillissement]].
Voor het afleggen van een verklaring van beneficiaire aanvaarding<ref name=keuze>https://www.rechtspraak.nl/SiteCollectionDocuments/Verklaring-nalatenschap-meerderjarigen.pdf</ref> van een nalatenschap moet door de griffie een akte worden opgemaakt. Deze akte wordt ingeschreven in het [[boedelregister]], zodat deze voor schuldeisers van de erflater kenbaar is. Voor het opmaken van de akte door een rechter of griffier is ingevolge artikel 22 van de Wet griffierechten burgerlijke zaken [[griffierecht]] verschuldigd, ter hoogte van €
Een wettelijke vertegenwoordiger van een erfgenaam behoeft voor verwerping een machtiging van de kantonrechter; in alle overige gevallen wordt de betreffende erfgenaam geacht beneficiair te aanvaarden.
Regel 200:
====Verwerping====
Voor het afleggen van een verklaring van verwerping van een nalatenschap<ref name=keuze/> geldt hetzelfde als hierboven. Het kost ook €
Indien een erfgenaam verwerpt, worden van rechtswege zijn of haar afstammelingen tot de nalatenschap geroepen. Indien deze de nalatenschap ook niet wensen, moeten ze dus ook verwerpen. Een wettelijke vertegenwoordiger van een erfgenaam behoeft voor verwerping een machtiging van de kantonrechter. De verdeling wordt na verwerping bepaald alsof de verwerpers niet bestaan: de erfgenamen die niet verwerpen krijgen bijvoorbeeld een groter deel, of er komen andere erfgenamen voor de verwerpers in de plaats (zie verder [[erfrecht]]).
|