Koninklijke Sphinx: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k |{{Largethumb}}| is redundant, gebruik voortaan |thumb|
Regel 1:
{{Infobox bedrijf
| bedrijfsnaam = Koninklijke Sphinx / De Sphinx<br /><small>(Petrus Regout & Co.)</small>
| bedrijfslogo =
| bedrijfslogobreedte =
Regel 24:
== Geschiedenis ==
=== Naamgeving ===
{| class="wikitable" width="40%"
! Periode || Naam
|-
Regel 43:
| 2001-2012 || Koninklijke Sphinx B.V.
|-
| 2012-heden || B.V. De Sphinx Maastricht<br />(geen productiebedrijf)<ref>[http://www.capriolus.nl/nl/content/sphinx-bv-koninklijke 'Sphinx BV, Koninklijke'] op website ''capriolus.nl''.</ref>
|}
 
Regel 50:
[[Bestand:Briefhoofd Petrus Regout & Co Maastricht (1842) (cropped).jpg|thumb|De fabriek op een rekening uit 1842]]
[[Bestand:RegoutAlbum02.jpg|thumb|Deel van het fabrieksterrein aan het [[Bassin (Maastricht)|Bassin]] en de [[Boschstraat (Maastricht)|Boschstraat]] in 1865. Rechts het magazijn en het spoorlijntje. De gebouwen linksonder (o.a. de [[Refugie van Hocht]] en [[Cité Ouvrière]]) bevonden zich in werkelijkheid elders]]
De kiem van het bedrijf ligt bij een glasslijperij, die door de koopman-industrieel [[Petrus Regout]] (1801-1878) in 1825 was ingericht in een pand in de [[Jodenstraat (Maastricht)|Jodenstraat]] in de Maastrichtse binnenstad. In 1827 verhuisde Regout met vrouw en kind naar de [[Boschstraat (Maastricht)|Boschstraat]], waar het gezin pal tegenover de een jaar eerder geopende binnenhaven [[Bassin (Maastricht)|Bassin]] ging wonen. De kristalslijperij, nog niet gemechaniseerd en met slechts enkele werknemers, verhuisde mee. Aanvankelijk gingen de zaken goed, maar in 1830 kwam daar een abrupt einde aan door het uitbreken van de [[Belgische Opstand]] en de daaruit voortvloeiende [[Blokkade van Maastricht (1830-1833)]]. Handel met [[België]] was immers verboden en omdat de rest van [[Limburg (Verenigd Koninkrijk der Nederlanden)|Limburg]] zich had aangesloten bij de Belgische revolutionairen, was Maastricht afgesloten van de rest van Nederland. Toen het in 1834 toegestaan werd grondstoffen en halffabricaten uit België in te voeren, besloot Regout een eigen kristal- en glasblazerij te beginnen. In de tuin van een aangrenzend pand werd een "colossaal gebouw" opgericht, waarin plaats was voor tachtig slijpstoelen, aangedreven door een [[stoommachine]] van [[John Cockerill (bedrijf)|John Cockerill]]. Daarnaast herbergde het gebouw een in hetzelfde jaar opgerichte spijkerfabriek. Het jaartal 1834 is door de fabriek altijd aangehouden als de feitelijke stichtingsdatum.<ref name="autogenerated3">Ter Kuile (1985), p. 166.</ref><ref>Kruisinga/Langeweg/Minis/Mes (2000), pp. 25-31.</ref>
 
In 1836 ging de aardewerkfabriek van start. Aanvankelijk produceerde Regout zogenaamd ''fayence commune'', eenvoudig aardewerk met een zachte, rode scherf bestemd voor de lokale markt. Om zijn afzetgebied te vergroten moest hij echter concurreren met het toen zeer populaire Engelse ''creamware''. Daarom nam hij in de jaren 1840 Engelse vakarbeiders in dienst en liet hij zelfs Engelse grondstoffen importeren. Met de spijkerfabriek, die in 1838 al 200 werknemers had, ging het na 1839 minder voorspoedig. Het bedrijf werd vanaf 1843 gecontinueerd door Petrus' broer [[Thomas Regout]], die al enkele jaren [[Partner (vennootschap)|vennoot]] was. Petrus Regout was inmiddels begonnen met de fabricage van geweren, die hij aan het Rijk leverde. Deze onderneming werd geen succes en in 1851 verdween de geweerfabriek. Andere nevenactiviteiten waren wel succesvol, zoals de menie- en potasfabriek (1837), de kalkbranderij (1839) en de [[gasfabriek]] (1848). In enkele tientallen jaren groeide ''Petrus Regout & Co.'' uit tot een industrieel imperium, dat in 1850 600 werknemers, in 1860 1500 en in 1865 al meer dan 2000 arbeiders telde.<ref>Zie artikel [http://www.zichtopmaastricht.nl/tekst/onderwerpen/sphinx/dossier/uitgebreide_tekst 'De Sphinx'] op website ''zichtopmaastricht.nl''.</ref>
Regel 60:
=== 1870-1899: expansie onder Regouts zonen ===
[[Bestand:Boschstraat Maastricht, A C Verhees (1875).jpg|thumb|Arbeiders verlaten de fabriek, ca. 1875]]
Toen in 1870 zijn vijf zonen ([[Petrus Alexander Hubertus Regout|Petrus II]], [[Hubert Edouard Thomas Regout|Eduard]], [[Eugène Bernard Hubert Regout|Eugène]], [[Hubert Gérard Louis Regout|Louis]] en [[Gustave Jean Hubert Regout|Gustave]]) mede-directeur werden, werd de naam van het bedrijf veranderd in ''Kristal-, Glas- en Aardewerkfabrieken Petrus Regout [[Vennootschap onder firma|v.o.f.]]''.<ref name="autogenerated3" /> In 1878 overleed Petrus ("Pie") Regout. Het bedrijf, dat toen ca. 2500 werknemers in dienst had en een oppervlakte van 9,8 hectare besloeg, werd door zijn zonen voortgezet onder de naam ''[[Commanditaire vennootschap|C.V.]] Kristal-, Glas- en Aardewerkfabrieken Petrus Regout & Co.'' In 1872 en 1876 wist de firma grote stukken grond aan de Maagdendries en langs de huidige [[Frontensingel]] te verwerven, deels voormalige vestinggronden, die na het opheffen van de vestingstatus (1867) waren vrijgekomen. Het fabrieksterrein werd gerationaliseerd en diverse fabriekjes en ovens uit de begintijd werden afgebroken. De gebouwen die ervoor in de plaats kwamen (Brikkenbouw, Mouleurs, Poortgebouw en Gipsfabriek) zijn grotendeels bewaard gebleven.<ref>Kruisinga/Langeweg/Minis/Mes (2000), p. 48.</ref>
 
Terwijl de zonen van Petrus I Regout vennoot waren in het moederbedrijf aan de Boschstraat, begon een nieuwe generatie Regouts zich in de jaren 1880 te roeren. In minder dan tien jaar tijd werden op de rechter Maasoever, toentertijd op [[Meerssen (gemeente)|Meerssens]] grondgebied, drie nieuwe fabrieken gesticht. Zo richtte kleinzoon [[Louis Regout (1861-1915)|Louis Regout]] (1861-1915) in 1883 een porseleinfabriek op ten noorden van [[Station Maastricht]], het tegenwoordige [[Koninklijke Mosa]]. Vijf jaar later begon zijn neef [[Alfred Hubert Regout|Alfred Regout]] (1858-1935) in hetzelfde gebied een tegelfabriek, Rema geheten, die tot 1965 zou blijven bestaan. Drie jaar later, in 1891, begon een andere neef, [[Hubert Dieudonné Frédéric Regout|Frederik Regout]] (1858-1937), een aardewerkfabriek in het gebied "De Bek" bij [[Limmel]], iets ten noorden van de [[Spoorbrug Maastricht|Spoorbrug]] aan de [[Maas]]. Anders dan de eerder genoemde bedrijven, produceerde deze fabriek min of meer dezelfde producten als het "moederbedrijf" en werd daarom als een concurrent gezien. In 1896, na slechts vijf jaar zelfstandig te hebben gefunctioneerd, werd de fabriek overgenomen door het moederbedrijf, waarbij waarschijnlijk een te hoge prijs werd betaald. Desalniettemin was een lokale concurrent uitgeschakeld en werd het fabrieksareaal vergroot met een gunstig gelegen terrein van ruim zes hectare.<ref name="Mes">{{aut|Wim Mes}} (2016): 'De aardewerkfabriek van Frederik Regout, 1891-1896'. In: {{aut|A. Knotter (red.)}}: ''Keramiekstad. Maastricht en de aardewerkindustrie in de negentiende en twintigste eeuw'', pp. 178-197. WBOOKS/SHCL, Maastricht. {{ISBN|9789462581296}} ([http://shcl.x-cago.com/shcl/resources/files/JB05Mes.pdf online tekst]).</ref>
 
[[Bestand:Gebundelde verhoren parlementaire enquête firma P Regout (1887) - collectie CC.jpg|thumb|Gebundelde verhoren [[Parlementaire enquête naar de toestand in fabrieken en werkplaatsen|parlementaire enquête (1887)]]]]
Regel 69:
=== 1899-1954: De Sphinx ===
[[Bestand:Kristalfabriek magazijn van fijn glaswerk, Bestanddeelnr 256-3973 (cropped).jpg|thumb|De toonzaal voor glas en kristal uit 1905. In een nis het gipsen standbeeld van de stichter, "Pie" Regout]]
In 1899 had het bedrijf ongeveer 3000 werknemers in dienst, waarvan het merendeel betrokken was bij de aardewerkproductie. De onderneming heette vanaf dat jaar officieel ''De Sphinx v/h Petrus Regout & Co.'' Het gebruik van de [[Sfinx (mythologie)|sfinx]] als beeld[[merk]] dateert al uit 1879 of eerder. De stichting en overname van de fabriek van Frederik Regout leidde rond deze tijd tot verdere onenigheid in de familie. In 1901 besloot het moederbedrijf op de locatie te Limmel tegels te gaan fabriceren, waarmee het een rechtstreekse aanval deed op de onderneming van Louis Regout, de Mosa. Als reactie daarop besloot Louis tot de oprichting van een eigen glasfabriek, de Stella.<ref name="Mes" /> Deze zou in 1925 fuseren met de glasfabrieken van Sphinx, waardoor de [[Kristalunie Maastricht|Kristalunie]] ontstond. Daarmee kwam een einde aan de glasfabricage aan de Boschstraat.
 
De [[Eerste Wereldoorlog]] had desastreuze gevolgen voor de afzetmogelijkheden en het personeelsbestand bedroeg in 1918 nog maar 20% van wat het in 1914 was geweest.<ref name="gesch">[https://www.sphinx.nl/geschiedenis/#gref 'Geschiedenis'] op ''sphinx.nl''.</ref> Na het afstoten van de glasfabricage begon een nieuwe periode van rationalisering, waarbij het accent verschoof naar de massaproductie van sanitair. Van 1929 tot 1941 kwamen de grote sanitairfabrieken Eiffel I, II en III tot stand. De ronde en vierkante ovens maakten plaats voor tunnelovens. In 1924 telde de skyline van de fabriek nog negentien ovens; in 1970 waren dat er nog vijf.<ref>Kruisinga/Langeweg/Minis/Mes (2000), p. 69.</ref> Van 1934 tot 1954 stond Adolphe Regout aan het hoofd van het bedrijf. Hij leidde Sphinx door de moeilijke periode van [[Crisis van de jaren 30|jaren 30-crisis]] en [[Tweede Wereldoorlog]], toen velen hun baan kwijt raakten.<ref name="autogenerated2">{{aut|Saskia ter Kuile}}, 'Regout/De Sphinx', in: {{aut|Ellinoor Bergvelt}} (red.; 1985): ''Industrie en vormgeving in Nederland 1850-1950'', p. 169. [[Stedelijk Museum Amsterdam]]. {{ISBN|9050060013}}.</ref>
 
=== 1958-1994: fusie met Société Céramique ===
[[Bestand:2018 Maastricht, Sphinx Passage 25 (cropped).jpg|thumb|Sphinx sanitair in de Sphinx Passage]]
[[Bestand:Eerste elftal VV IVS, Berg aan de Maas, 1980-90.jpg|thumb|Het eerste elftal van [[VV IVS]] in door Sphinx gesponsorde shirts, jaren 80/90]]
Na de opzienbarende fusie met de plaatselijke concurrent [[Société Céramique]] in 1958 telde de nieuwe onderneming meer dan 4000 werknemers. In 1959 kreeg het bedrijf het [[predicaat Koninklijk]], waarna het in 1960 zijn naam wijzigde van ''N.V. Sphinx-Céramique'' naar ''N.V. Koninklijke Sphinx''. Dat jaar nam het de N.V. Aardewerkfabriek "De Toekomst" in [[Oosterhout (Noord-Brabant)|Oosterhout]] over (in 1980 gesloten).<ref name="autogenerated1">Marie-Rose Bogaers ([1988]). ''Made in Holland. Gebruikskeramiek 1945-1988'', p. 106. Het Kruithuis, Museum voor Hedendaagse Kunst, ’s-Hertogenbosch & SDU, ’s-Gravenhage.</ref> Op het voormalige terrein van de Société Céramique in Wyck werd in 1962 de [[Koffiefilter|filterzakjesfabriek]] Filtropa gevestigd (in 1992 verzelfstandigd). Van 1969-1977 was hier tevens een [[kaarsenfabriek]] gevestigd. In 1968 werd de B.V. Handelmij. Randwijck opgericht, die zich onder andere richtte op de verkoop van geschenkartikelen (in 1989 verzelfstandigd). In hetzelfde jaar werd in België de [[Gilliot & Roelants Tegelmuseum|tegelfabriek van Hemiksem]] overgenomen (in 1978 gesloten). In 1969 eindigde de productie van zowel huishoudelijk aardewerk als hotelporselein, waarna het bedrijf zich nog meer op keramische sanitairartikelen richtte. Daarnaast werden ook nog tegels en vuurvaste huishoudelijke artikelen vervaardigd.<ref name="gesch" />
 
In het begin van de jaren 1970 vond een ingrijpende reorganisatie en decentralisatie plaats. In 1974 werd Sphinx overgenomen door het Britse concern [[RELX|Reed International]] (in 1986 weer ongedaan gemaakt, waarbij de activiteiten van Reed op de tegelmarkt door Sphinx werden voortgezet). Door de economische crisis genoodzaakt, introduceerde het bedrijf in die jaren [[arbeidstijdverkorting]] en [[vervroegd pensioen|vervroegde pensionering]]. In 1977 werd een stap gezet naar verdere internationalisering door de oprichting van verkoopkantoren in België, Frankrijk en Duitsland.<ref name="gesch" />
 
In 1987 vond de viering van het 150-jarig bestaan plaats, waarbij de 75.000 stuks omvattende aardewerkcollectie van de fabriek in langdurige bruikleen aan de Gemeente Maastricht werd afgestaan. In 1988 werd het 21 ha grote Céramique-terrein voor 55 miljoen gulden aan de Gemeente Maastricht verkocht. Met de goedgevulde "oorlogskas" ging Sphinx op het [[overname]]pad. In de volgende jaren werden de volgende bedrijven ingelijfd: Wisa B.V., een producent van sanitaire kunststof in [[Arnhem]] (1988); Warneton S.A. in [[Waasten (België)|Waasten]], de belangrijkste Belgische fabrikant van keramisch sanitaire producten (1989); Produits Céramique de Touraine S.A. in [[Selles-sur-Cher (Frankrijk)|Selles-sur-Cher]], een Franse producent van keramisch sanitair (1990); een belang van 46% in Schock Bad GmbH in [[Treuchtlingen]], een Duitse badkamermeubelfabrikant (1991); Novoboch S.A., een Belgische producent van keramisch sanitair (1991); en Wallonit GmbH in [[Wallhausen (Helme)|Wallhausen]], een Duitse producent van keramisch sanitair (1991). In 1992 werden de nieuw verworven Duitse belangen gebundeld in Deutsche Sphinx Sanitair GmbH. In 1993 volgde nog een [[joint venture]] met het Britse Hewitt, die zich op de ontwikkeling van technische keramiek ging richten.
Regel 84:
=== 1994-2009: overnames en fabriekssluiting ===
[[Bestand:Sphinxfabriek Boschstraat 2.jpg|thumb|De [[Boschstraat (Maastricht)|Boschstraat]] in 2010, na het vertrek van Sphinx]]
In 1994 fuseerde het bedrijf met het [[Zweden|Zweedse]] bedrijf [[Gustavsberg (porseleinfabriek)|Gustavsberg]]. De naam werd gewijzigd naar ''N.V. Koninklijke Sphinx Gustavsberg''. Eind jaren negentig vond een strategische heroriëntatie plaats, waarbij gekozen werd voor concentratie op de kernactiviteiten. [[Sphinx Tegels]], Schock Bad en Wisa werden verkocht. Tegelijkertijd werden nieuwe activiteiten ontplooid in de [[lagelonenland]]en [[Polen]] en [[Slowakije]], onder andere in [[Wrocław]], [[Poznań (stad)|Poznań]] en [[Nitra]]. In 1999 nam het [[Finland|Finse]] [[Sanitec]] het bedrijf over. Een jaar later eindigde de beursnotering van Sphinx Gustavsberg, waarna de naam van de Nederlandse tak werd gewijzigd in ''Koninklijke Sphinx B.V.'' In 2004 werd het fabrieksterrein in de Maastrichtse binnenstad voor 48 miljoen euro overgedragen aan de gemeente Maastricht. De helft van dat bedrag werd geïnvesteerd in een nieuwe fabriek; de andere helft was bedoeld voor een [[sociaal plan]] voor de ontslagen werknemers. Het sterk afgeslankte bedrijf verhuisde naar de "modernste sanitairfabriek van Europa" in de [[Beatrixhaven (Maastricht)|Beatrixhaven]], door [[Beatrix der Nederlanden|koningin Beatrix]] in maart 2007 geopend.<ref name="nrc2009">[https://www.nrc.nl/nieuws/2009/08/04/sphinx-slachtoffer-van-hoogmoed-en-hebzucht-11763631-a371881 'Sphinx slachtoffer van hoogmoed en hebzucht'], in: ''[[NRC Handelsblad]]'', 4 augustus 2009.</ref> De in 1997 verzelfstandigde tegeldivisie Sphinx Tegels in Limmel ging in 2008 failliet.
 
In 2009 maakte Sanitec bekend dat de productieactiviteiten van Sphinx in Maastricht zouden worden overgebracht naar Zweden, omdat de Maastrichtse fabriek te klein zou zijn. De ruim honderd overgebleven werknemers (in 2007 nog 400) verloren hun baan.<ref>[http://www.volkskrant.nl/economie/article1259089.ece/Maastricht_rouwt_om_vertrek_van_Sphinx 'Maastricht rouwt om vertrek van Sphinx'], ''[[de Volkskrant]]'', 15 juli 2009.</ref> In Maastricht is sindsdien alleen nog een showroom van B.V. De Sphinx Maastricht. Sanitec werd op zijn beurt in 2015 overgenomen door het Zwitserse [[Geberit]], thans marktleider in Europa op het gebied van badkamerproducten.<ref>[https://www.reuters.com/article/geberit-ma-sanitec-idUSFWN0VD00U20150203 'Geberit says has acquired 99.27 pct of Sanitec shares'], op website [[Reuters]], 3 februari 2015</ref> Binnen deze [[multinational]] is Sphinx slechts een van de vele merknamen en na 2020 zal het merk volgens plan helemaal verdwijnen.<ref>[https://www.rtvmaastricht.nl/nieuws/144161147/Merknaam%20Sphinx%20verdwijnt 'Merknaam Sphinx verdwijnt'] op ''rtvmaastricht.nl'', 26 februari 2019.</ref> Volgens voormalig Sphinx-directeur Ed Evers, die het bedrijf in zijn laatste fase meemaakte, waren "hoogmoed en hebzucht" de oorzaak van de teloorgang van het 175 jaar oude Sphinx.<ref name="nrc2009" /> In 2014 publiceerde Hans Kanters, ook een voormalig directeur, het boek ''Gedane zaken'', waarin hij kritisch terugkijkt op zijn jaren bij de keramiekfabrikant. Volgens Kanters probeerde de directie te veel de aandeelhouders tevreden te houden, onder andere door onrendabele overnames in [[Wallonië]] en [[Duitse Democratische Republiek|Oost-Duitsland]], en hadden managers te weinig aandacht voor klantenbinding en productontwikkeling.<ref>{{aut|Paul van der Steen}}, 'Sphinx-drama doet nog steeds pijn'. In: ''Zuiderlucht'', 12 december 2014 ([https://www.zuiderlucht.eu/sphinx-drama-doet-nog-steeds-pijn/ online tekst]).</ref>
 
== Erfgoed ==
=== Gebouwen ===
==== Sphinxterrein Boschstraat ====
{{HoofdartikelZie hoofdartikel|Sphinxkwartier}}
[[Bestand:2017 Maastricht, Eiffelgebouw 07 (cropped).jpg|{{largethumb}}thumb|Gevelstenen P.R. ([[Petrus Regout]]) uit 1834 en 1836]]
[[Bestand:2016 Maastricht, Bassin, Filmhuis Lumière 04 (cropped).jpg|{{largethumb}}thumb|[[Eiffelgebouw]] en [[Timmerfabriek (Maastricht)|Timmerfabriek]] aan het [[Bassin (Maastricht)|Bassin]]]]
[[Bestand:2018-Maastricht, Eiffelgebouw, The Student Hotel.jpg|{{largethumb}}thumb|Onderdoorgang Eiffelgebouw]]
De [[Neoclassicistische architectuur|neoclassicistische]] fabriekspoort aan de Boschstraat uit circa 1865 is het oudste onroerend erfgoed op het terrein. De poort betekende voor duizenden arbeiders het begin of einde van een (lange) werkdag en is op veel oude foto's en tekeningen te zien. De hoge, bakstenen fabrieksmuur is omstreeks 1875 opgetrokken en is langs de [[Frontensingel]] nog vrijwel intact. De oudste gebouwen op het terrein liggen achter het noordelijk deel van deze muur. Op de hoek met de Boschstraat ligt de 'Kop van de Sphinx', een viertal deels met elkaar verbonden gebouwen, waarvan het Poortgebouw met de poort uit 1873 het oudste is. Het Gipsgebouw en het Molengebouw dateren beide uit 1893, maar laatstgenoemd bouwwerk werd in 1918 met enkele verdiepingen verhoogd. Het Vormenmagazijn werd in 1903 tegen de noordwestelijke fabrieksmuur aan gebouwd. Aansluitend liggen de zogenaamde 'Mouleurs' of 'Belgen' uit 1875-85, voorbeelden van de Belgische fabrieksbouwstijl. Het zijn langgerekte gebouwen van donkere baksteen met drie verdiepingen onder hoge pannendaken. De Brikkenbouw dateert eveneens uit deze periode, maar staat los van de Mouleurs. Het oorspronkelijk uit twee verdiepingen bestaande gebouw werd in 1926 verhoogd met vier etages in [[gewapend beton]].<ref>Kruisinga/Langeweg/Minis/Mes (2000), pp. 43, 54-57, 60-67.</ref>
 
Het donkere, bakstenen gebouw van vier tot vijf verdiepingen aan de westzijde van de Boschstraat is de sanitairfabriek van 1911. Het zuidelijk deel hiervan (de gipsfabriek) dateert uit 1877. Ertegenover liggen de Sphinx magazijnen uit 1905, onderdeel van de [[Timmerfabriek (Maastricht)|Timmerfabriek]], waarin thans het popcentrum [[Muziekgieterij]], het architectuurcentrum Bureau Europa en het filmhuis [[Lumière Cinema]] gevestigd zijn. Het grote magazijngebouw van donkere baksteen telt twee bouwlagen onder dwars geplaatste [[sheddak]]en, die echter alleen vanaf de achterkant zichtbaar zijn. De aan de zuidzijde ervan gelegen toonzaal heeft een burgerlijk-chic interieur in verband met de oorspronkelijke functie als zakelijke ontvangstruimte. De elektriciteitscentrale uit 1910 is een eclectisch gebouw op de hoek van het Bassin en de Zuid-Willemsvaart. De ketelhuizen in functionele stijl dateren uit 1910 en 1933. In het interieur vormen deze met de elektriciteitscentrale één doorlopende ruimte. De filmzalen liggen deels ondergronds, zodat het zicht op de historische dakconstructies bewaard is gebleven. Het naastgelegen Hennebiquegebouw uit 1911, met een vroege toepassing van het [[François Hennebique|Hennebiquesysteem]], is waarschijnlijk het oudste betonnen gebouw in Maastricht.<ref>Kruisinga/Langeweg/Minis/Mes (2000), pp. 58-67.</ref>
 
Het 180 m lange en acht verdiepingen hoge [[Eiffelgebouw]] domineert het Sphinxkwartier. Het gebouwencomplex in de stijl van de [[nieuwe zakelijkheid]] is in drie fasen tot stand gekomen: het middendeel in 1929, het zuidelijk deel in 1930 en het noordelijk deel in 1941. Bij de verbouwing van 2014-17 is een deel van de gevel op de begane grond verwijderd, waardoor een onderdoorgang is ontstaan. Een deel van de glasstraten is bewaard gebleven als museale wandelroute (Sphinx Passage). De nieuwe showroom voor sanitairproducten kwam in 1950 gereed naar een ontwerp van de Amsterdamse architect Jan van Erven Dorens. Het kantoorgebouw aan de Boschstraat staat pal naast de fabriekspoort. Het gebouw uit 1954-56 werd ontworpen in [[Functionalisme (architectuur)|functionalistische stijl]] door A. Postma uit Deventer.<ref>Kruisinga/Langeweg/Minis/Mes (2000), pp. 77, 79.</ref>
 
<gallery widths="150" heights="150">
Regel 109:
 
==== Céramiqueterrein Wyck ====
{{HoofdartikelZie hoofdartikel|Céramique}}
Op het voormalige terrein van de Société Céramique is in de jaren 1990 de prestigieuze woonwijk Céramique verrezen met gebouwen van internationaal bekende architecten. De straten zijn genoemd naar Maastrichtse glas- en aardewerkfabrieken, en naar ontwerpers die in deze fabrieken werkten. Slechts enkele industriële monumenten bleven bewaard: een deel van de fabrieksmuur langs de Heugemerweg, de villa van fabrieksdirecteur Jaunez aan de [[Maas]], de Bordenhal uit ca. 1880 (tegenwoordig de thuisbasis van [[Toneelgroep Maastricht]]) en de [[Wiebengahal]]. Die laatste is een restant van een complex van moderne fabriekshallen, dat in 1912 naar ontwerp van de ingenieur-constructeur [[Jan Wiebenga]] werd gebouwd. Het betonskelet en het [[schaaldak]] zijn typerend voor de stijl van het [[Nieuwe Bouwen]].<ref>Van den Boogard/Minis (2001), p. 196.</ref>
 
Regel 120:
 
==== Elders ====
[[Bestand:2016 Maastricht, Bassin 02 (cropped).jpg|{{largethumb}}thumb|Kades en werfkelders aan het [[Bassin (Maastricht)|Bassin]]]]
Aan het [[Bassin (Maastricht)|Bassin]] zijn enkele kades en [[werfkelder]]s uit de periode 1857-68 bewaard gebleven, die voornamelijk door de fabrieken van Regout gebruikt werden. De Havenkom, een overslaghaven aan de [[Zuidwillemsvaart]] tussen de vestingwerken van de [[Nieuwe Bossche Fronten]], werd rond 1875 eveneens op aandringen van de firma Regout aangelegd. De rangeerterreinen en opslagloodsen nabij het [[Station Maastricht Boschpoort|Station Boschpoort]], die eveneens door toedoen van de Regouts tot stand kwamen, zijn vrijwel allemaal verdwenen.
 
Regel 145:
=== Sphinx aardewerk ===
{{Zie ook|Zie ook [[Maastrichts aardewerk]]}}
[[Bestand:Maastrichts aardewerk, P Regout, kinderservies decor Patronen (1870) - collectie CC.jpg|{{largethumb}}thumb|Kinderservies, ca. 1870]]
[[Bestand:Spninx badkamerproducten (ca 1900), Infocentrum Belvédère (Sphinx Toonzaal), Maastricht.jpg|{{largethumb}}thumb|Badkamerset, ca. 1900]]
[[Bestand:Edmond bellefroid per NV koninklijke sphinx, servito da tè thea, 1925-35 ca.jpg|{{largethumb}}thumb|Theeservies van [[Edmond Bellefroid]], ca. 1930]]
De kernactiviteit van De Sphinx was sinds het midden van de 19e eeuw de productie van aardewerk; aanvankelijk nog onversierd, vanaf 1840 ook bedrukt aardewerk. De meeste modellen en drukdecors werden ingevoerd uit [[Engeland]], in het bijzonder uit het centrum van aardewerkfabricage ''the Potteries'' ([[Stoke-on-Trent]] en omgeving). Om deze reden onderscheidt het vroege Regout-aardewerk zich nauwelijks van het Engelse. Uitzonderingen hierop vormen het handbeschilderde ''[[boerenbont]]'', dat van omstreeks 1840 tot 1969 aan de Boschstraat werd geproduceerd,<ref>{{aut|A. Polling}} (1988): 'Boerenbont aardewerk uit de fabriek van Petrus Regout', in: ''Antiek'', #23, 1988: pp. 267-273.</ref> en een curieuze serie rijstkommen, schalen en [[sake]]flesjes, die Regout omstreeks 1859 speciaal voor een [[Japan]]se handelsmissie liet ontwerpen.<ref>Bogaers (1992-1), pp. 327-343.</ref> In de jaren 1880 nam Regout twee modelleurs, Lahaye en Lamour, in dienst.<ref>J.P. Lamour werkte van 13 maart tot 8 mei 1880 als 'modelleur fayancerie' voor Regout. Mogelijk was hij een rondreizende modelleur (Ter Kuile, p. 169).</ref> Vanaf 1891 was de aardewerkfabriek van neef Frederik Regout actief, die een vergelijkbaar assortiment produceerde, doch slechts vijf jaar in bedrijf is geweest en daarna werd overgenomen door het moederbedrijf. Er is weinig bekend over dit zeldzame aardewerk.<ref>{{aut|Wim Mes}}: 'De aardewerkfabriek van Frederik Regout, 1891-1896', in: Knotter, pp. 178-197 ([http://shcl.x-cago.com/shcl/resources/files/JB05Mes.pdf PDF online]).</ref>
 
Regel 188:
{{References|2=2}}
}}
{{commonscatCommonscat|Koninklijke Sphinx}}
 
[[Categorie:Aardewerkfabriek|Sphinx]]