Slag bij Austerlitz: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
MINERUBEN (overleg | bijdragen)
kGeen bewerkingssamenvatting
k |{{Largethumb}}| is redundant, gebruik voortaan |thumb|
Regel 28:
 
==Achtergronden==
In 1804 begon de [[Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Ierland|Britse]] premier [[William Pitt de Jongere]], die een Franse invasie van [[Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Ierland|Groot-Brittannië]] vreesde, de [[Derde Coalitie]] te smeden tegen de [[hegemonie]] op het Europese continent van de Franse [[eerste consul]], weldra keizer, Napoleon. Eerst lukte het hem om een anti-Frans verdrag te sluiten met Zweden, daarna met Rusland en uiteindelijk met het Oostenrijkse keizerrijk dat op 8 september 1805 met zestigduizend man het [[keurvorstendom Beieren]] binnenviel om een Franse opmars naar het oosten te blokkeren. In de zomer van 1805 zag Napoleon in dat als de Oostenrijkse en Russische legers zich zouden kunnen verenigen, het [[koninkrijk Pruisen]] zich daar vermoedelijk bij zou aansluiten wat een mogelijke overmacht aan vijandelijke troepen zou kunnen opleveren. Hij besloot Oostenrijk in een bliksemcampagne op de knieën te dwingen voordat de terughoudende [[Frederik Willem III van Pruisen]] zijn neutraliteit zou opgeven. Daarbij werd hij geholpen door de Oostenrijkse fout het grootste deel van hun leger in Italië in te zetten. In september 1805 zond Napoleon 194.000 troepen van zijn ''[[Grande Armée]]'' van 350.000 man die hij bij [[Boulogne-sur-Mer|Boulogne]] voor de invasie geconcentreerd had, de [[Rijn]] over. In een grote omsingelende beweging omvatten de Fransen de Oostenrijkse troepen en dreven ze samen bij [[Ulm (Baden-Württemberg)|Ulm]]. Op 20 oktober gaf het [[garnizoen]] van Ulm zich vrijwel zonder slag of stoot over en lag de weg open voor een snelle Franse opmars, geleid door Napoleon zelf, naar Wenen dat op 13 november zonder noemenswaardige strijd viel.
 
Ondertussen was een Russisch expeditieleger onder [[Michail Koetoezov]] aangekomen in Oostenrijk. Eerst voorwendend dat hij samen met de restanten van de Oostenrijkse strijdmacht, elfduizend man, Wenen zou verdedigen, trok Koetoezov op 11 november zijn troepen ver naar het noordoosten terug in [[Moravië (regio)|Moravië]], gevolgd door Napoleon die op 23 november [[Brno]] bereikte. De toestand van het Franse leger was op dat moment niet onverdeeld gunstig. De snelle opmars was alleen mogelijk geweest door een beperkte strijdmacht in te zetten en gebruik te maken van de nieuwe oogst die in de landstreken waar de invasiemacht doorheen trok net binnengehaald werd. Het voedsel begon nu echter op te raken. Daarbij dreigde voor Frankrijk als geheel een nationaal bankroet wegens de hoge oorlogskosten. Napoleon wilde daarom een snelle overwinning afdwingen. Die leek echter niet voor de hand te liggen. Koetoezov had met een numerieke overmacht een sterke verdedigende positie ingenomen ten oosten van het riviertje de [[Litava (rivier)|Litava]] en ten westen van het plaatsje Austerlitz dat de Fransen weer hadden moeten ontruimen. Daarbij was hij van plan om, mochten de Fransen echt in staat zijn de Russische stellingen te bedreigen, steeds verder terug te trekken, eerst over het [[Tatragebergte]] en desnoods tot in [[Galicië (Centraal-Europa)|Galicië]]. Aan gebrek aan bevoorrading zou het Franse leger dan in de winter te gronde gaan.
 
Het lukte Napoleon echter om de geallieerde troepen zo te manipuleren dat ze tot een aanval overgingen. Koetoezov had namelijk geen vrijheid van handelen: zijn leger werd begeleid door [[keizer Frans II]] van het [[Heilige Roomse Rijk]], en tsaar [[Alexander I van Rusland]]. Frans II, die de oorlog eigenlijk al verloren achtte, wilde zo snel mogelijk een regeling met Frankrijk, in de hoop de schade beperkt te houden. Alexander I, daarin gesteund door het grootste deel van het Oostenrijkse officierenkorps, wilde de kans niet laten liggen om Napoleon een nederlaag toe brengen nu hij in zijn vooruitgeschoven positie zo kwetsbaar leek. Napoleon speelde daar op 25 november handig op in door generaal [[Anne Jean Marie René Savary]] naar het geallieerde hoofdkwartier te sturen met het aanbod om een wapenstilstand te sluiten. Frans II ging daar op 27 november gretig op in. Alexander I zag zich hierdoor bevestigd in zijn oordeel dat Napoleon in het nauw gebracht was. Op 28 november zond hij generaal-adjudant [[Pjotr Dolgoroekov]] naar het kamp van Napoleon met de eis dat Frankrijk al het Oostenrijkse grondgebied zou ontruimen en heel Italië opgeven. Hoewel de Franse keizer haast van woede explodeerde, lukte het hem zijn uiterlijke kalmte te bewaren en een verslagen indruk te maken. Hierop liet Napoleon de hoogten van [[Prace]] of ''Prätzen'' ontruimen, de heuvelrug die ten westen van de [[Litava]] ligt, waarbij de troepen moesten voorwenden dat ze in paniek geraakt waren door de zich verzamelende vijand. Tijdens een geallieerde krijgsraad op 1 december kreeg tsaar Alexander de overhand en men besloot een plan van generaal-majoor [[Franz von Weyrother]] uit te voeren om zelf de hoogten van Prace te bezetten en daarna een veldslag aan te gaan waarbij men met 59.300 man, oprukkend in vijf elkaar volgende [[colonne (slagorde)|colonne]]s, de zwakkere Franse rechterflank zou doorbreken. Men meende daarbij zeer goede vooruitzichten te hebben op een overwinning gezien een algeheel numeriek overwicht van ongeveer negentigduizend tegenover vijftigduizend man en 278 tegenover 139 stukken geschut.
[[Bestand:Bacler d’Albe, Eve of the Battle of Austerlitz.jpg|{{largethumb}}thumb|Het leger juicht Napoleon toe in de nacht voor de slag]]
In feite had Napoleon zijn rechterflank opzettelijk verzwakt om een aanval uit te lokken. Daarbij waren kort daarvoor twintigduizend man versterkingen gearriveerd, onder andere het Ie Korps onder maarschalk [[Karel XIV Johan van Zweden|Jean-Baptiste Jules Bernadotte]] dat weer uit [[Bohemen]] was teruggetrokken, zodat de krachtsverhoudingen veel gunstiger voor hem waren dan de geallieerden dachten. Hoewel hij befaamd was om zijn geniale strategische manoeuvres tijdens de opmars van legers, paste Napoleon tijdens de eigenlijke veldslagen meestal dezelfde simpele tactiek toe: een zo groot mogelijke overmacht bleef op het zwakste punt van de vijand inhameren totdat de verdediging van de tegenstander het begaf. De Slag bij Austerlitz onderscheidt zich door de ongebruikelijke subtiliteit dat Napoleon nu de vijand zelf dat zwakke punt liet scheppen door zijn troepen uit te rekken in de achtervolging van de zogenaamd verslagen Franse rechterflank. Napoleon hoopte door een onverwachte troepenconcentratie de hoogten van Prace opnieuw te bezetten om van daaruit de oprukkende geallieerde linkerflank te verpletteren — hij hoopte zelfs dat het hele vijandelijke leger de route onder de heuvelrug door zou nemen.
 
Regel 41:
 
==De slag==
[[Bestand:Willewalde - Czar's Guard capture 4th line regiment's standard at Austerlitz.jpg|{{largethumb}}thumb|De Russen veroveren hun enige buitgemaakte vaandel]]
Tegen 07:00, 2 december, begonnen de Russische troepen van hun positie op de hoogten van Prace af naar het zuidwesten op te rukken en rond 08:00 vielen ze de Franse rechterflank aan bij [[Telnice (okres Brno-venkov)|Telnice]]. Na eerste successen door de Russische voorhoede, bleken de Fransen veel meer weerstand te kunnen bieden dan verwacht door het arriveren van een versterkend IIIe Korps van achtduizend man onder maarschalk [[Louis Nicolas Davout]] dat in drie geforceerde dagmarsen van Wenen uit naar het noorden was opgerukt. Om de weerstand te breken bewogen de geallieerden steeds meer troepen naar deze sector. Dat gebeurde echter relatief langzaam omdat de verschillende eenheden gedesorganiseerd raakten. De geallieerde overmacht kon hierdoor niet effectief worden uitgebuit en het lukte ze niet de Franse defensieve lijn langs de [[Goldbach-Altenbach|Goldbach]] te breken.
[[Bestand:Battle of Austerlitz - Situation at 0900, 2 December 1805.png|left|{{largethumb}}thumb|De hoofdmanoeuvres tijdens de slag]]
Rond 09:00, toen tot zijn teleurstelling duidelijk was geworden dat de geallieerden sterke eenheden tegenover de Franse linkerflank en centrum bleven handhaven, gaf Napoleon bevel om de hoogten van Prace van het noordwesten uit te bestormen met drieëntwintigduizend man van het IVe Korps onder maarschalk [[Nicolas Jean-de-Dieu Soult]]. De Franse aanval werd gedekt door een ochtendmist. Toen de nevel optrok, en de ''beau soleil d'Austerlitz'' doorbrak, werden de zwakke Russische troepen die de heuvelkam nog hielden verrast door het onverwachte arriveren van een Franse overmacht.
 
Het zwaartepunt van de aanval lag bij Soults rechterdivisie geleid door generaal [[Louis Charles Vincent Le Blond de Saint-Hilaire|Louis-Vincent-Joseph Le Blond de Saint-Hilaire]]. Daarvan viel de voorhoede, een regiment onder brigadegeneraal [[Charles Morand]], het hoogste punt van de rug aan, de Prätzeberg, terwijl de 1e [[brigade]] onder [[brigadegeneraal]] [[Paul Thiébault]] de vallei ten noorden daarvan moest bezetten. Bij de opmars van de brigade deed echter Russisch [[musket]]vuur uit de richting van het gehucht Prace het meest linkse [[bataljon]] op de vlucht slaan, waarna herhaalde Russische tegenstoten van bataljonssterkte wat Frans geschut veroverden, lichte vierponders. Thiébault zwenkte daarop naar links aan het hoofd van het volgende bataljon in lijn en zuiverde Prace terwijl zijn rechterregiment het geschut heroverde en daarna zes Russische bataljons op de vlucht deed slaan die tot de achterhoede van de geallieerde linkerflank bleken te behoren. Koetoezov zelf was nabij en probeerde zijn troepen weer in het gelid te brengen maar werd aan de wang gewond door een musketkogel. De [[tsaar]], die zich vlak achter Prace bevond, was gewond geraakt door een granaatontploffing.
 
Toen Morand met de voorhoede op de Prätzeberg verscheen, leidde dat tot grote consternatie onder de naar het zuidwesten opmarcherende geallieerde colonnes. Generaal-majoor [[Sergej Michailowitsj Kamenski]] liet zijn brigade rechtsomkeert maken en zond zijn vierduizend man naar de heuveltop waar ze echter door Thiébaults oorspronkelijk gevluchte bataljon werden afgestopt.
 
Achtduizend man Oostenrijkse troepen onder luitenant-generaal [[Johann Kollowrat|Johann Karl Kollowrath]], die bestemd waren geweest voor de linkerflank, werden nu naar de heuvelrug afgebogen en probeerden zich voor te doen als Beierse bondgenoten van de Fransen: zowel Beieren als Oostenrijkers droegen witte uniformen. Dit leidde tot een kortstondige verwarring en men stond toe dat ze de Franse linies van het oosten uit dicht naderden. Saint-Hillaire zag toen een zogenaamd Beierse officier contact maken met de Russen. Hij liet snel de middelzware artillerie van de divisie, zes twaalfponders, geladen met [[kartets]] direct achter de linie opstellen. Toen de Oostenrijkers op veertig meter waren genaderd, zonder dat er een schot gewisseld was, weken de Fransen achter hun kanonnen die daarop een salvo afvuurden dat grote gaten sloeg in de Oostenrijkse gelederen. Meteen daarop voerde de Fransen een felle [[bajonet]]aanval uit en Kollowraths troepen sloegen in paniek op de vlucht. Toen de Russische brigade onder Kamenski dit zag, viel ze ook terug. Rond 11:00 kon Thiébault de oostelijke flank van de geallieerde linkervleugel ronden en het vijandelijke leger in tweeën splitsen. De geallieerden probeerden alsnog naar het noorden uit de omvatting te breken en een grote massa troepen drong opnieuw de heuvelrug op. Het lukte Thiébault en Morand een uur lang stand te houden. Even overwogen ze naar het westen afdalend terug te trekken maar ze beseften dat de Franse lijn het dan heel snel kon begeven. Tegen 12:00 hadden de geallieerden alle stootkracht verloren. Thiébault en Morand hadden met een veel grotere vijandelijke strijdmacht te kampen gehad dan Napoleon voorzien had en met hun vijfduizend man zo'n twintigduizend tegenstanders verslagen. De 1e brigade leed van alle Franse eenheden de grootste relatieve verliezen en had 842 doden en gewonden te betreuren op een totale sterkte van 3307 man.
[[Bestand:Battle of Austerlitz - Situation at 1400, 2 December 1805.png|{{largethumb}}thumb|De eindfase van de slag]]
Het Russische opperbevel besefte dat de situatie nu kritiek was. Om het tij te keren werden na 11:30 8 500 man van de [[Russische Keizerlijke Garde]] onder grootvorst [[Constantijn Pavlovitsj van Rusland|Constantijn Pavlovitsj]] ingezet tegen de Franse noordflank op de heuvelrug. Dit leidde tot een confrontatie met de rest van het Franse centrum dat door Napoleon bevolen was de opmars van Soult te ondersteunen. Na felle strijd, waarbij twee bataljons van [[Dominique Vandamme]] voor een Russische cavaleriecharge naar het westen vluchtten en ''Vive l'Empereur'' roepend bijna Napoleons hoofdkwartier onder de voet liepen, werden de Russen uiteindelijk naar het oosten geworpen, hoewel ze één Frans vaandel veroverden, van het 4e Linieregiment waarvan de verdedigende [[carré (slagorde)|carré]]s door vuur van zesponders uiteen waren gevallen waarna ze door de [[cavalerie]] neergesabeld waren. Bij de Franse tegenaanval speelden de bereden [[Mammelukken]] van de keizerlijke garde onder generaal [[Jean Rapp]] een grote rol; hij bracht de veroverde Russische cavalerievaandels persoonlijk in triomf naar Napoleon.
[[Bestand:Sokolnice - zámek 2013.jpg|left|thumb|In het kasteel van Sokolnice werden honderden Russen afgeslacht]]
Regel 66:
De Russische troepen trokken zich naar het oosten terug maar Rusland zette de oorlog voort. De tsaar wist het achtervolgende korps van Davout af te schudden door valselijk te beweren dat hij een wapenstilstand met Napoleon had gesloten. Hoewel de Derde Coalitie was mislukt, bleef ook het [[Verenigd Koninkrijk]] de strijd voortzetten, hierin gesterkt door de beslissende overwinning op zee in de [[Slag bij Trafalgar]]. Pruisen nam, hoewel er nu eigenlijk geen kans meer was op succes, het in 1806 alsnog tegen Frankrijk op in de [[Vierde Coalitieoorlog]] waarbij het Pruisische leger vernietigend verslagen werd.
 
De Slag bij Austerlitz wordt meestal gezien als Napoleons meest briljante overwinning. Zelf was hij er ook zeer tevreden over. Hij sprak de manschappen na afloop toe met de woorden: ''Soldats! Je suis content de vous''. In dezelfde toespraak gebruikte Napoleon zelf voor de eerste keer de naam "Slag bij Austerlitz" in de beroemde eindzin (...)
<blockquote>''il vous suffira de dire, "J'étais à la bataille d'Austerlitz", pour que l'on réponde, "Voilà un brave"'' <br>
(het zal u volstaan om te zeggen, "Ik was bij de Slag bij Austerlitz", dat men u zal antwoorden, "Ziedaar een dapper man").</blockquote> Iedere Franse soldaat die aan de slag deelnam, kreeg tweehonderd [[Franse frank|franc]]. Alle wezen van in de slag gesneuvelde soldaten werden door Napoleon geadopteerd en mochten "Napoleon" aan hun doopnamen en familienamen toevoegen.