Hart en vaatstelsel: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 230:
 
=== Gesloten bloedsomloop ===
==== Inktvissen ====
{| class="vatop" style="float:right; clear:left; margin-left: 1em; margin-bottom: 1em;"
|{{Stamboom/start}}
Regel 243 ⟶ 244:
[[Inktvissen]] hebben als enige weekdieren een gesloten bloedsomloop. Deze bloedsomloop heeft twee [[kieuwhart]]en en een [[systemisch hart]]. De kleinere kieuwharten verpompen zuurstofarm bloed door de kieuwen, waarna het systemische hart het bloed verpompt door drie aorta's. De eerste is de cephalische aorta naar de kop, ook wel als [[anterior]] of [[dorsaal]] aangeduid. Een kleinere aorta – [[posterior]] of [[Buik|abdominaal]] – gaat naar de mantel, het spijsverteringsstelsel en de nieren. Een genitaal bloedvat gaat richting de voortplantingsorganen. De gesloten circulatie is een reactie op de toegenomen grootte en activiteit. Een voordeel van een gesloten bloedsomloop is dat de toevoer naar de organen parallel is en via [[Capillariteit|capillaire]] [[haarvat]]en te regelen is naar gelang de behoefte van de organen. Door de ligging voor de kieuwen en het ontbreken van een coronaire bloedsomloop worden de kieuwharten gevoed met zuurstofarm bloed en zijn dan ook beter in staat om te gaan met [[anaerobe dissimilatie]] dan het systemische hart.<ref>{{aut|William Driedzic|Driedzic, W.R.}} (1985): [https://pdfs.semanticscholar.org/f515/2af8ac8c5f19e7e6a49f157a70468a7fbbbb.pdf 'Contractile Performance of Cephalopod Hearts Under Anoxic Conditions'] in ''Journal of Experimental Biology'', Volume 117, p. 471-474</ref>
 
==== Ringwormen ====
[[Bestand:earthworm anatomy 2 big tags.png|thumb|left|290px|Inwendige anatomie van een regenworm.
{{Kolommen2|Kolom1=
1 = [[Cuticula (rondwormen)|Cuticula]]<br />
2 = [[Dwarsgestreept spierweefsel]]<br />
3 = [[Glad spierweefsel]]<br />
4 = [[Seta|Laterale borstel]]<br />
5 = [[Maag-darmstelsel|Darm]]<br />
6 = [[Tyflosole]]<br />
7 = [[Seta|Ventrale borstel]]
| Kolom2=
8 = [[Ventrale ader]]<br />
9 = [[Zenuwknoop|Segmentganglion]]<br />
10 = [[Dorsale ader]]<br />
11 = [[Zenuw]]streng<br />
12 = [[Nefridium|Ingang nefridium]]<br />
13 = [[Nefridium|Kanaal nefridium]]<br />
14 = [[Nefridium|Blaasje nefridium]]
}}
]]
[[Ringwormen]] (Annelida) zijn [[Metamerie (biologie)|gesegmenteerde]] [[wormen]] met een coeloom over de gehele lengte die afgezien van bij de [[bloedzuigers]] (Hyrudinea) gevuld is met vloeistof, zodat deze een [[hydroskelet]] vormt. Naast dit transportsysteem dat over de gehele lengte loopt, heeft het ook een gesloten bloedvatenstelsel. Dit bestaat uit een boven het het spijsverteringsstelsel gelegen dorsaal bloedvat of rugvat dat samentrekt en het bloed naar voren verpompt, terwijl onder de darmen het kleinere ventraal bloedvat of buikvat naar achteren loopt. Daaronder ligt de [[zenuw]]streng met daar weer onder het nog kleinere subneuraal bloedvat, hoewel deze laatste bij enkele soorten ontbreekt. Langs het subneuraal bloedvat lopen twee zeer dunnen laterale neurale bloedvaten, hoewel die ontbreken bij enkele [[Megascolecidae]]. Enkele soorten Megascolecidae en [[Glossoscolecidae]] hebben twee dorsale vaten over een deel of het geheel van de lengte. Enkele soorten van deze families hebben in het voorlichaam boven de darm nog een bloedvat speciaal voor de darmen.
 
Het rugvat en het buikvat zijn in een aantal segmenten verbonden met elkaar via ringvaten links en rechts om de darmen heen. Een aantal ringvaten zijn verdikt en hebben naast het rugvat ook een pompende functie. Bij de [[gewone regenworm]] (''Lumbricus terrestris'') bevinden deze [[pseudohart]]en of laterale harten zich in segment 5 tot 11. In de segmenten achter deze vijf paar pseudoharten lopen pariëtale of commissurale vaten van het subneuraal bloedvat naar het rugvat. Andere soorten hebben meer of minder pseudoharten en sommige soorten hebben ook een soort darmharten.
 
De circulatie loopt vanuit het rugvat via de pseudoharten naar het buikvat, waar het bloed naar voren en achteren stroomt. Vanuit het buikvat gaan kleinere vaten naar haarvaten in de lichaamswand en de organen waaronder de nefridie en de darmen. Van daaruit gaat het via de pariëtale vaten weer naar het rugvat. Vanuit de lichaamswand gaan ook vaten naar de twee laterale neurale bloedvaten om uit te komen in het subneuraal bloedvat dat weer is aangesloten op de de pariëtale vaten.<ref>{{aut|Clive A. Edwards|Edwards, C.A.}}; {{aut|Patrick Bohlen|Bohlen, P.J.}} (1996): ''Biology and Ecology of Earthworms'', Springer</ref>
 
==== Lancetvisjes ====
[[Bestand:BranchiostomaLanceolatum PioM.svg|thumb|470px|
{|class="vatop"
|
1 [[Hersenblaasje]]<br />
2 [[Chorda dorsalis]]<br />
3 [[Dorsaal zenuwkoord]]<br />
4 Staart<br />
5 [[Anus (anatomie)|Anus]]<br />
6 [[Maag-darmstelsel|Darmkanaal]]<br />
7 Bloedsomloop
|&nbsp;
|
8 Atrioporus<br />
9 Peribranchiale ruimte<br />
10 [[Kieuwspleet]]<br />
11 [[Farynx|Keelholte]]<br />
12 [[Farynx|Mondholte]]<br />
13 [[Cirrus (biologie)|Cirri]]<br />
14 Mondopening
|&nbsp;
|
15 [[Gonade|Gonaden]] ([[Eierstok|ovaria]]/[[Teelbal|testikels]])<br />
16 [[Lichtgevoelige cel]]<br />
17 [[Zenuw|Zenuwen]]<br />
18 Buikplooi<br />
19 [[Lever]]divertikel
|}
]]
[[Lancetvisjes]] (Amphioxiformes) behoren niet tot de gewervelden, maar hebben wel een gesloten bloedsomloop. Dit bestaat uit een dorsale aorta die van voor naar achteren loopt en een ventrale aorta die weer terug naar voren gaat. Een centraal hart ontbreekt, maar bij de kieuwen bevinden zich de bulibilli, samentrekkende elementen die het bloed door de kieuwbogen naar boven stuwt. De kieuwen dienen niet voor zuurstofopname, wat via de huid gaat, maar voor voedsel voor deze [[filtervoeder]]s.
 
De bulibilli hebben geen [[dwarsgestreept spierweefsel]] en de voor gewervelden kenmerkende [[Bloedcel|bloedlichaampjes]] ontbreken ook, maar ze hebben net als de [[Lumbricina]] wel [[amoebocyt]]en.
 
==== Gewervelden ====
De andere groep met een hart en een gesloten bloedsomloop is Vertebrata, de [[gewervelden]]. Deze beschikken ook over samentrekkende vaten, maar gebruiken de contracties niet om het bloed te verpompen. Via [[vasodilatatie]] – het verwijden van de bloedvaten door [[vasculaire gladde spier]]en om de bloeddruk te verlagen – en [[vasoconstrictie]] – het vernauwen van de bloedvaten om de bloeddruk te verhogen – kan het [[autonoom zenuwstelsel]] de toevoer naar de organen regelen. Vasoconstrictie kan ook compenseren voor een bloedtekort en kan voor [[thermoregulatie]] worden toegepast, aangezien vernauwde bloedvaten minder warmte kunnen afgeven aan de omgeving en ook minder kunnen opnemen als de [[luchttemperatuur]] hoger is dan de [[lichaamstemperatuur]]. Bij gewervelden verzorgt alleen het hart de samentrekkingen die nodig zijn om het bloed te verpompen.