Stefan Zweig: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Linkfix
spelling
Regel 11:
| handtekening = Stefan Zweig Signature 1927.jpg
}}
'''Stefan Zweig''' ([[Wenen (hoofdbetekenis)|Wenen]], [[28 november]] [[1881]] – [[Petrópolis]] (bij [[Rio de Janeiro (stad)|Rio de Janeiro]]), [[Brazilië]], [[22 februari]] [[1942]]) was een [[Oostenrijk]]se schrijver van [[Joden|Joodse]] afkomst. Zweig studeerde Germanistiekgermanistiek, Romaanse kunst en Filosofiefilosofie in Oostenrijk, Frankrijk en Duitsland. In 1913 vestigde hij zich in [[Salzburg (stad)|Salzburg]].
 
Als biograaf beschreef Zweig veel historische en literaire figuren uit het Europese cultuurgebied. Later schreef hij novellen en romans die opvielen door de psychologische benadering en het subtiele taalgebruik.
Regel 18:
Stefan Zweig werd in een welgestelde Joodse familie geboren. De familie was niet religieus en Stefan Zweig noemde zich later een "Jood door toeval". Al tijdens zijn studie gaf hij gedichten uit die de invloed van [[Rainer Maria Rilke]] en [[Hugo von Hofmannsthal]] laten zien. In 1904 verscheen zijn eerste [[Novelle (proza)|novelle]], het genre waarmee hij zijn grootste roem zou verwerven.
 
Stefan Zweig meldde zich bij het begin van de [[Eerste Wereldoorlog]] vrijwillig bij de oorlogspers. Het verloop van de oorlog maakte hem echter steeds meer een oorlogstegenstander, wat nog eens versterkt werd door de invloed van zijn vriend, de Franse pacifist [[Romain Rolland]]. In 1917 werd Zweig van zijn dienst bij de oorlogspers vrijgesteld, en later helemaal ontslagen. Hij verhuisde naar [[Zürich (stad)|Zürich]], in het neutrale [[Zwitserland]], werkte er als correspondent voor de Weense ''Neue Freie Presse'' en publiceerde ook in de Hongaarse Duitstalige krant ''Prester[[Pester Lloyd]]''. Deze bezigheden gebruikte hij om o.a. zijn partijloze mening te uiten.
 
Na het einde van de Eerste Wereldoorlog keerde Zweig terug naar Oostenrijk en woonde in [[Salzburg (stad)|Salzburg]]. Het uiteenvallen van het Habsburgse rijk in 1918 was voor hem een verbijsterende ervaring. Zo schreef hij later: ''Vandaag, nu het grote noodweer haar allang verwoest heeft, weten we eindelijk dat die wereld van zekerheid een luchtkasteel is geweest. Maar toch, mijn ouders hebben erin gewoond als in een huis van steen''.<ref>Zweig, S. (1944) De wereld van gisteren, p. 19, Uitgeverij De Arbeiderspers, Ned. Vert.: Willen van Toorn</ref>