Ri Coëme: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 53:
In de daaropvolgende jaren ontstond een traditie van groepstentoonstellingen rond Pasen, waarvoor Coëme de affiches ontwierp. Sprekers werden uitgenodigd, zoals Huib Hoste in 1932 en de groep werd uitgebreid met o.a. Lambert Lemmens. Binnen de kunstkring werd er stevig gedebatteerd tussen aanhangers van het impressionisme en die van het expressionisme, waarbij Coëme geregeld "het hoge woord voerde".
In 1934, beïnvloed door Kunstkring "De Heecrabbers", huurden de leden de vervallen onderverdieping van een huis in de Ursulinenstraat voor een eigen tentoonstellingslokaal. Coëme stak mee de handen uit de mouwen om het pand weer toonbaar te maken. Van Kerstmis 1935 tot Nieuwjaar hield hij er de eerste solotentoonstelling. Zijn verhuizing in 1937 verminderde de contacten, maar desondanks was Coëme nog zeer geregeld in Sint-Truiden en in het lokaal. Toen de Kunstkring via E.H. Trudo Govaerts het pand "De Zoutkist" verwierf, hielp hij opnieuw enthousiast mee aan de verbouwing ervan. Bij zijn verhuizing naar Sint-Truiden koos hij voor zijn nieuw te bouwen woning een perceel op nog geen vijftig meter van de Zoutkist.
Een al bij al triviaal voorval in 1946 deed een principiële Ri Coëme beslissen afstand te nemen van de Kunstkring. De [[Trudofeesten]] in 1956, waarvoor hij terecht werd bewierrookt, namen al veel wrevel weg en nadat de vriendschapsbanden weer waren aangehaald, was Coëme opnieuw prominent aanwezig bij de groepstentoonstellingen.
Na de woelige jaren zestig, met veel voorzitterswissels en enkele diepe dalen in belangstelling en betrokkenheid, werd Coëme in 1970 tot voorzitter gekozen. Zijn voorzitterschap werd een nieuwe bloeiperiode, al kreeg de Kunstkring een andere invulling dan in de jaren 40 en 50. Er kwamen stevige banden met de "Akademie voor Beeldende Kunsten"; zo werd er vaak met OLVA (de Oud-Leerlingen Van de Akademie) samen geëxposeerd. De (inmiddels Koninklijke) Kunstkring Sint-Truiden toonde zich een trouw lid van de LFBK (Limburgse Federatie van Beeldende Kunsten). Ook het Cultureel Centrum de Bogaard, in 1973 opgericht, werd een partner in het cultureel landschap, want het bood ruimte aan groeps- en individuele tentoonstellingen voor de Kunstkring en zijn leden. Die was inmiddels zo sterk uitgebreid, met o.a. een "jongerengroep", dat de Zoutkist bijna te klein werd.
Toen Coëme in 1979 vrij onverwacht overleed, engageerde de Kunstkring zich mee voor de postume retrospectieve in 1980. Coëmes praktische, bestuurlijke en organisatorische vernieuwingen zouden nog ruim twintig jaar een sterke invloed hebben en zijn heden nog steeds een inspiratiebron.