Bezuidenhout: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k →‎Oorsprong: wikilink Haagse Trekvliet
Regel 26:
[[Bestand:Bezuidenhoutsepolder ofte de Veenpolder (1734).jpg|thumb|444px|''“Bezuidenhoutsepolder ofte de Veenpolder”'' anno 1734. Op deze kaart reeds aanwezige straten: Bezuijdenhoutseweg (Bezuidenhoutseweg), Scheijngweg (Schenkweg), Werve Laan ofte Laan van Nieuw Oost Indien (Laan van Nieuw Oost-Indië) en de Loo Laan (niet te verwarren met de huidige Loolaan, die een totaal andere ligging heeft)]]
===Oorsprong===
Het gebied dat later het Bezuidenhout zou gaan heten, heette in de middeleeuwen het “Heerenveen”. Door [[Turfsteken|turfstekers]] werd daar [[Turf (brandstof)|turf]] uit het [[Veen (grondsoort)|veen]] gewonnen voor hun heer, de [[Lijst van graven van Holland|graaf van Holland]]. Vandaar de toenmalige naam van dit gebied. Het Heerenveen maakte deel uit van de Veenpolder, die onder andere ook de [[Binkhorstpolder]] omvatte. Tussen het Heerenveen en [[Voorburg (Zuid-Holland)|Voorburg]] werd in 1403 een afscheiding gegraven, een [[Wetering (watergang)|wetering]], waavan de naam uiteindelijk zou worden [[Verbastering|verbasterd]] tot [[Schenk (waterloop)|Schenk]], maar welke oorspronkelijk de ''Scheijingwetering'' heette, afgeleid van het woord ''scheiding''.<ref name="Veen- en Binkhorstpolder (...)">Tuyll, J.D. van, ''Veen- en Binkhorstpolder (...) en rechtsvoorgangers'', Hoogheemraadschap van Delfland, Delft, 2007</ref> Deze ontwikkeling was de eerste aanzet naar de vorming van een polder. Het Hoogheemraadschap van Delfland besloot in 1442 tot de aanleg van [[Veenkade (waterkering)|waterkeringen]] (veenkaden) en twee houten [[sluis (waterbouwkunde)|sluizen]], ter bescherming van de turfgrond van de graaf, welke door de verlaging van het maaiveld, steeds meer te maken kreeg met wateroverlast.<ref name="Die Haghe als ambacht (...)">Pabon, N.J., ''Die Haghe als ambacht, parochie en waterschap tot het einde der 16e eeuw'', Jaarboek Die Haghe, 1924</ref> In 1446 kreeg de Veenpolder, inclusief het het Heerenveen, zijn eerste [[poldermolen]], genaamd de [[Boontjesmolen|Oude Veenmolen]], gelegen aan de [[Haagvliet|Haagse- of Trekvliet]]. Hiermee was de [[Droogmakerij|inpoldering]] van het gebied compleet. In 1461 werd de molen alweer vervangen door de [[Broekslootmolen]] (Oude Binkhorstmolen), die eveneens verrees aan de Haagse- of Trekvliet, echter op een grotere afstand van het Heerenveen.<ref name="Veen- en Binkhorstpolder (...)" />
 
In 1626 verrees op de plek van de Oude Binkhorstmolen een nieuwe molen, waarvan al snel bleek dat deze niet voldoende op zijn taak berekend was. Daarom werd in 1654 een tweede molen gebouwd, de [[Nieuwe Veenmolen]]. Deze verrees langs de Schenk, bij de huidige IJsclubweg. Haaks daarop werd de Molensloot gegraven, waarlangs de huidige Carel Reinierszkade loopt. De Molensloot, ook genoemd de “Boschsloot”, zorgde voor een verbinding met de Bezuidenhoutsevaart, die tussen de [[Bezuidenhoutseweg]] en het Haagse Bos liep.<ref name="Veen- en Binkhorstpolder (...)" /><ref name="Die Haghe als ambacht (...)" /> Deze verbinding zorgde ervoor dat de Nieuwe Veenmolen ook bekend kwam te staan als de “Boschmolen”. De naam “Heerenveen” raakte na verloop van tijd in onbruik; voortaan werd het gebied de “Nieuwe Veenpolder” genoemd. Gezien de ligging bij het [[Haagse Bos (Den Haag)|Haagse Bos]] sprak men tegelijkertijd ook van de “Bezuidenhoutsepolder”. (In oud taalgebruik werd een ''bos'' ook wel een ''hout'' genoemd) Overigens was in die tijd geen sprake van officieel vastgelegde namen.