Pluk van de Petteflet (boek): verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 18:
Het jongetje Pluk rijdt in zijn kraanwagentje rond op zoek naar onderdak, maar vindt niets. Dan hoort hij van Dollie de duif dat er in het torentje van de Petteflet nog een kamertje vrij is. Hier laat Pluk geen gras over groeien. Hij rijdt meteen naar de Petteflet, om vervolgens zijn intrek te nemen in dit kamertje.
 
Pluk sluit in zijn nieuwe onderkomen al snel veel vriendschappen, zowel met dieren als met andere bewoners van de flat: Zaza de kakkerlak, de winkelier meneer Pen, het lange paard Langhors, de Majoor en zijn adjudant, de familie Stamper, de eekhoorn Duizeltje en het nette meisje Aagje. Minder goed kan Pluk overweg met Aagjes moeder, mevrouw Helderder, die een obsessie voor schoonmaken en netheid heeft en Zaza wil doodspuiten met een spuitbus omdat ze niet van kakkerlakken houdt, de portier die hem uit de flat probeert te krijgen, en de Flattekat die Dollie wil opeten.
 
Als Aagje zich een keer vuil maakt en haar jurk beschadigt, lukt het om alles in een speciale "hou maar aan"-[[stomerij]] – een stomerij waar je kleren gestoomd worden terwijl je ze aanhoudt in plaats van dat je ze daar afgeeft – te herstellen nog voordat haar moeder iets merkt. Mevrouw Helderder probeert Zaza met vergif op te ruimen, maar de kakkerlak kan nog net worden gered. Later probeert ze zelfs met hulp van de portier Pluks kamertje in te pikken als naaikamertje, zodat Pluk noodgedwongen in het magazijn van meneer Pen moet slapen. Met hulp van zijn vriend de meeuw Karel-met-de-houten-poot die een heleboel andere meeuwen optrommelt weet Pluk zijn kamertje terug te krijgen, mevrouw Helderder wordt door de meeuwen verjaagd.