Wenceslaus II van Bohemen (koning): verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 68:
{{legenda|lightgreen|Vermoedelijke uitbreiding van het territorium<br> onder controle van Wenceslaus II in Hongarije}}
{{legenda|#6688EE|Vazallen}}]]
Kort voor de dood van Wenceslaus II kwam met [[Hongarije]] nochnog een derde kroonland in het bezit van de Přemysliden. Troonopvolger Wenceslaus III werd reeds in 1298 met de Hongaarse prinses Elisabeth verloofd. Toen haar vader Andreas III in 1301 stierf, meende onder andere ook Karel Robert van [[Huis Anjou-Sicilië|Anjou]] aanspraak op de troon te maken. De [[Magnaat (titel)|magnaten]] gaven echter de voorkeur aan de Přemysliden en presenteerden de [[Stefanskroon]] aan de Boheemse koning. Wenceslaus II aarzelde, de financiële belasting en het risico waren groot. Doch uiteindelijk zegde hij toe en zond zijn zoon naar Hongarije. In mei 1301 vond in [[Boeda]] de verkiezing en in augustus in [[Székesfehérvár]] de kroning plaats. Om zijn afstamming van de [[Árpáden]] te verduidelijken, nam Wenceslaus III de naam Ladislaus V aan.
 
De Hongaarse heerschappij botste na twee jaar op het veto van [[paus Bonifatius VIII]] en op Albrecht van Habsburg, die beiden de machtsvolkomenheid van de Přemysliden zochten te verminderen. De paus deed zich aanvankelijk voor als neutraal, doch op 31 mei 1303 verklaarde hij Karel van Anjou tot rechtmatige koning van Hongarije. Bonifatius VIII stierf weliswaar in september 1303, aan de situatie voor de Boheemse koningen veranderde ook onder zijn opvolger [[Paus Benedictus XI|Benedictus XI]] echter niets. Wenceslaus II zag zich gedwongen, met de rooms-Duitse koning in onderhandelingen te treden. Diens voorwaarden waren onaanvaardbaar: Albrecht verlangde het verzaken aan de Hongaarse en Poolse kroon, aan de territoriale aanspraken op [[Cheb|Eger]], [[Markgraafschap Meißen|Meißen]] en de [[Regierungsbezirk Oberpfalz|Oberpfalz]] alsook een deelname aan de zilvermijnen in Kutná Hora. Nadat Wenceslaus II een dergelijke compensatie afwees, werd eind juni 1304 de rijksban over hem uitgesproken, en een strijd tussen de beide machten was op handen. In het voorjaar van 1304 kwam Wenceslaus II allereerst zijn zoon te hulp. Diens belangrijkste raadsmannen hadden het land moeten verlaten, de jonge koning was feitelijk een gevangene in eigen land. Een gewapende botsing bleef weliswaar uit, maar de magnaten wisselden van kant en ontzegden de verkozen koning hun ondersteuning. Na twee maanden trok Wenceslaus II zich samen met zijn zoon terug naar Praag en gaf Hongarije op. Bij zijn terugkeer werd de koning ziek. De inspanningen van de veldtocht brachten de uitbraak van [[tuberculose]] met zich mee.