Wenceslaus II van Bohemen (koning): verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k Robot: vervangen Unicode-controleteken NBSP (help mee) met AWB
Regel 59:
Kort na zijn regeringsovername mengde Wenceslaus II zich in de machtsstrijd in [[Koninkrijk Polen (1025-1385)|Polen]]. Het in hertogdommen versplinterde koninkrijk viel vanaf de 12e eeuw geleidelijk ten prooi aan het feodale [[particularisme]]. Wenceslaus begon systematisch bondgenoten te zoeken en de deelgebieden onder zijn controle te brengen. In 1289 legde Kasimir van Beuthen als eerste Poolse hertog bij hem de leeneed af voor zijn hertogdom. In 1291 won hij de soevereiniteit over een groot deel van het hertogdom Oppeln en het hertogdom [[Krakau]] en ging een bondgenootschap met hertog Bolesław III van [[Hertogdom Mazovië|Mazovië]] aan, aan wie hij zijn zus Cunigonde tot vrouw gaf. In 1291 trok Wenceslaus II naar [[Krakau]] om het groothertogdom Polen te veroveren op groothertog [[Przemysł II van Polen|Przemysł II]]. In 1292 veroverde hij het door hertog [[Wladislaus de Korte]] van Koejavië , zijn machtigste Poolse tegenstander, gehouden hertogdom [[Sandomierz]], en was nu de sterkste kracht in de provincie [[Klein-Polen (geschiedenis)|Klein-Polen]].
[[Bestand:VáclavII.jpg|miniatuur|Wenceslaus II met Boheemse en Poolse kroon. Afbeelding uit de ''Chronicon Aulae Regiae''.]]
De politiek van Wenceslaus II kende in 1295 een terugslag, toen hertog [[Przemysł II van Polen|Przemysław II]], de sterkste man in Groot-Polen en [[Pommerellen]], verrassend tot Pools koning verkozen. Deze werd echter reeds een jaar later slachtoffer van een moordaanslag. Zijn opvolger [[Wladislaus de Korte]] zou zich in zijn hoedanigheid als hertog van Groot-Polen en Pommerellen weten te handhaven. In 1299 sloot de in de schulden zittende hertog een verdrag met Wenceslaus II, waarin hij zich tegen een geldbetaling verplichtte, de leeneed af te leggen bij de Boheemse koning. Hij hield zich echter niet aan de afspraak, waarop hij in 1300 door de Boheemse koning in ballingschap werd gedreven. Wenceslaus II liet zich hierdoor, naast het bezit van Klein-Polen, ook in de provincies [[Groot-Polen (historische regio)|Groot-Polen]], Pommerellen, Koejawië en Midden-Polen met de hoofdburchten [[Sieradz]] en [[Łęczyca]] gelden. Slechts enkele Poolse territoria lagen vanaf dan nochnog buiten zijn onmiddellijke macht, bijvoorbeeld het met hem verbonden [[hertogdom Mazovië]]. Voorzichtheidshalver nam Wenceslaus II nochnog de toestemming van zijn eigen leenheer, de rooms-Duitse koning Albrecht I, in achter, en vroeg om de hand van Richza (of Rixa) van Polen, de enige dochter van de overleden koning Przemysław. Nadat hij van beiden een positief antwoord had gekregen, marcheerde Wenceslaus II opnieuw met een leger Polen binnen. De gewapende begeleiding diende slechts als machtsdemonstratie, want echte weerstand was er niet meer. Hij werd in augustus 1300 in [[Gniezno (stad)|Gniezno]] gekroond door aartsbisschop [[Jakub Świnka]]. Hij waarborgde zijn heerschappij met een reeks van reorganisaties van het bestuursapparaat. Zo voerde hij onder andere het ambt van [[starost]] als koninklijk vertegenwoordiger in, dat ook nog na zijn dood in gebruik bleef. Tot eind 1300 bleef de nieuwe Poolse koning in zijn koninkrijk, waarna hij zich weer terug trok naar Praag. Hij zou hierna nooit meer voet zetten in Polen.
 
De tweede vrouw van de koning was in 1300 twaalf jaar oud. Ondanks het feit dat ze hiermee de toen gangbare huwbare leeftijd had, kwam het niet tot een huwelijk maar slechts tot een verloving. Na hun verloving zond Wenceslaus het meisje naar zijn tante Griffina op het kasteel Budyně. Pas in 1303 werd het huwelijk voltrokken, en Richza, die na haar huwelijk de naam Elisabeth aannam, werd moeder van Wenceslaus' jongste dochter [[Agnes van Bohemen (1305-1337)|Agnes]]. Waarom Wenceslaus II na Judiths dood zes jaar weduwnaar was gebleven, in plaats van nog meer legitieme zonen te zorgen, is onduidelijk. Als men de auteur van de Oostenrijkse rijmkroniek mag geloven, dan heersten er in deze jaren lossere zeden aan het Praagse hof, waar wilde feesten werden gevierd en een geliefde van Wenceslaus genaamd Agnes gaf hierbij de toon aan. Een troonopvolger voor de beide koninkrijken was er reeds al.