Sint-Romboutskathedraal: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Leopard (overleg | bijdragen)
enkele aanpassingen
Regel 88:
# De '''Kraankamer''': dit is de ruimte waar een grote hijsinstallatie staat opgesteld die onder meer de [[klok (bel)|klokken]] (tot wel acht [[ton (massa)|ton]]) kon optakelen. De [[Kraan (machine)|kraan]] werd bediend door negen mensen die in een enorm tredrad liepen en zo de zware goederen optilden van de begane grond tot in de kraankamer.
# De '''Smidsekamer''': dit is de ruimte waar de smid allerhande kleinere reparaties uitvoerde. Hier hangen ook de gewichten voor het uur-, slag-, en trommelspeelwerk.
# De '''Klokkenkamer''': dit is de ruimte waar de oude [[beiaard]] staat opgesteld. Het instrument omvat 49 klokken. De oudste klok dateert uit 1480, terwijl de meeste klokken in 1674 gegoten zijn door [[Pieter en François Hemony|Pierre Hemony]] in Amsterdam, als een van zijn laatste werkstukken. Vandaag wordt deze beiaard niet vaak meer met de hand bespeeld<ref>[http://www.youtube.com/watch?v=OHdatlKNmFE De stadsbeiaardier Eddy Mariën speelt Preludium nr 3] van [[Matthias van den Gheyn]]</ref> en de ruimte doet dan ook hoofdzakelijk dienst als museum. Alleen de speeltrommel speelt om de 7½ minuut op deze klokken.<ref>[http://www.youtube.com/watch?v=iGvXJl6B0rE Eddy Mariën speelt hier een versteek van Jef Denijn op de oude beiaard]</ref> De oude beiaard is beroemd geworden door [[Jef Denyn]], Er bestaan enkele oude opname's van op 78t platen. [http://www.youtube.com/watch?v=fUYvaR-p1Dc Denyn speelt hier de Madrigal van Flégier op de beiaard van Pieter Hemony] Denyn was beiaardier, stichter en voormalig directeur van de beiaardschool van Mechelen aan het begin van de 20e eeuw. De Spoorwegen lieten speciale treinen rijden om mensen van heinde en ver naar Mechelen te brengen om deze kunstenaar te beluisteren op de beiaard. Er bestaan enkele oude opname's van op 78t platen. De basklokken van de oude beiaard dienen zowel als speelklokken dan wel als luidklokken.<ref>[http://users.telenet.be/am1395/Rom/klokken/klokkenluiders_van_de_SintRomboutstoren.pdf Het verhaal over de luidklokken van de Sint-Romboutstoren.]</ref> Om te gaan luiden (bewegen) moeten de klepels van het voetklavier van de beiaard worden afgekoppeld. De luidklokken werden vroeger door de torenwachter en zijn helpers boven op de klokken met de voeten getreden om geluid te worden voor de H. missen in de kathedraal en ook in noodsituaties zoals brand en oorlog. Iedere klok of een serie klokken had zijn eigen functie bij het luiden. In de nieuwe situatie worden ze met een motor aangedreven.<ref>[https://www.youtube.com/watch?v=Plj7wPNLd0w Het luiden van de klokken met de nieuwe motoren.]</ref> Ze [[klok (bel)#Rechte luidas, vliegende klepel|luiden]] dankzij hunmet rechte assen. In 2011 is door de torenwachter Nick Vanhaute het gelui gerestaureerd enwaarbij daarbijhet weer compleet luidbaar werd gemaakt, en waarbij sommige klokken van een nieuwe klepel zijn voorzien. Een deel van de luidklokken is in de loop der jaren alleen als basklok voor de beiaard in gebruik geweest maar kan nu ook weer luiden. Het dagelijks luiden van het [[Angelus (gebed)|Angelus]] gebeurt in de [[vieringtoren]] op het dak van de kathedraal. Het kleppen hierbij vooraf 3 x 3 slagen, wordt in de toren gedaan.
# De '''Uurwerkkamer''': dit is de ruimte waar een 17e-eeuws uurwerk met slagwerken voor het hele- en halve uur en een speeltrommel van 1200 kg staan opgesteld. Het [[beiaard#Automatisch speelwerk|speelwerk]] wordt aangedreven door een half kanon gevuld met lood met een gewicht van ± 2000&nbsp;kg. De gewichten voor zowel de speeltrommel als de uur- en slagwerken, worden tegenwoordig automatisch opgehesen. Vroeger was de torenwachter daar iedere dag zeker een half uur mee bezig om de vier zware gewichten handmatig omhoog te draaien. In 2019 zijn er nieuwe gewichten aangehangen. Het uurwerk bediende vroeger vier wijzerplaten met elk één wijzer op de vier zijden van de toren. Door een Duitse beschieting tijdens de [[Eerste Wereldoorlog]] werden de wijzerplaten zwaar beschadigd en in 1963 zijn de roestige resten verwijderd tijdens de toren restauratie. De wijzerplaten hadden een diameter van 12 meter en waren de grootste in zijn soort ter wereld. Torenwachter/uurwerkmaker Nick Vanhaute restaureerde de uur- en slagwerken en de speeltrommel die sindsdien als een van de meest perfecte speelwerken in de Benelux functioneerde. Jaarlijks wordt het speelwerk 'verstoken' (van nieuwe melodieën voorzien) in de stilleweek voor [[Pasen]]. Dit wordt door een beiaardier meestal in samenwerking met leerlingen van de Koninklijke [[Beiaardschool]] '[[Jef Denyn]]' gedaan. De oude beiaard heeft zowel hamers voor de speeltrommel als een stokkenklavier dat de klepels in de klokken bedient. Als de speeltrommel in werking is, speelt deze iedere zeven en halve minuut, dus acht keer per uur. Hij speelt dan de melodie die bij dat tijdstip hoort. Bijzonder is dat ook op de "halve kwartieren" wordt gespeeld, namelijk de [[Mechels halfke|Mechelse halfkes]]. In 2018/2019 wordt de speeltrommel gerestaureerd. Er werd enorme slijtage ontdekt van de lagers en het trommelklavier. De speeltrommel is dan tijdelijk buiten werking.
# De '''Beiaardkamer''': dit is een niveau waar in de jaren 80 een betonnen vloer werd gegoten om de nieuwe [[beiaard]] op te plaatsen. Deze nieuwe concertbeiaard bestaat uit 49 klokken en is in 1981 gegoten door [[Klokkengieterij Eijsbouts|Eijsbouts]] te [[Asten (plaats)|Asten]] in Nederland. Op de klokken staat de naam van [[André Lehr]] † de beroemde [[campanologie|campanoloog]] van deze [[klokkengieterij]]. Deze nieuwe beiaard is voorzien van elektromagnetisch gedreven hamers voor automatisch spel aangestuurd door een ponsband, wat sinds de her-ingebruikname van de speeltrommel voor de historische beiaard, niet meer gebruikt wordt. De nieuwe beiaard wordt dus thans alleen met de hand bespeeld op een [[beiaard#bespeling|stokkenklavier]].<ref>[http://www.youtube.com/watch?v=76vQluGTK-U Arie Abbenes speelt de Passacaglia van Jos Lerinckx op de nieuwe beiaard uit 1981]</ref>