Frans Pourbus (II): verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
geboorte/overlijdensdatum
Edoderoobot (overleg | bijdragen)
k →‎1591-1600: Francisco Pourbus fecit: https://onzetaal.nl/taaladvies/een-van-beiden/, replaced: één van de → een van de met AWB
Regel 26:
Waar hij dan terechtkomt, is tot nu toe een onopgeloste vraag. Verschillende namen uit de Antwerpse renaissance komen bij het onderzoek ernaar tevoorschijn, maar er is voor niet één een sluitend bewijs te vinden. Een belangrijk feit is wel, dat wanneer Frans Pourbus de Jongere in 1591 meester in Antwerpen wordt, één van zijn eerste gesigneerde werken een portret is van [[Frans Francken (I)]] (1542-1616), een kunstenaar die samen met vader Frans Pourbus en zijn broers [[Hiëronymus Francken (I)|Hiëronymus]] (1540-1610) en [[Ambrosius Francken (I)|Ambrosius Francken]] (1544-1618) in het Floris-atelier had gewerkt. Mogelijk is dit een eerbetoon aan zijn leermeester, maar elk verder bewijs ontbreekt echter.
 
Frans ontwikkelt zich al zeer snel als getalenteerd [[portret]]tist en krijgt opdrachten vanuit de toplaag van de Antwerpse burgerij. Ook trekt hij de aandacht van leden van het Brusselse hof. Zo portretteert hij in 1592 ééneen van de raadgevers van koning [[Filips II van Spanje|Filips II]] (1527-1598) van Spanje, [[Nicolaas Hellincx]], en zijn echtgenote. In hetzelfde jaar vereeuwigt hij de geneesheer van aartshertog Ernst van Oostenrijk, de Leuvense professor Petrus Richardus. Daarnaast zijn er nog talloze portretten terug te vinden van mensen uit de rijke burgerij en adel.
 
De stijl van deze werken sluit nauw aan bij de 16e-eeuwse traditionele portretkunst, zoals we ze kennen van Pieter en Frans de Oudere, maar ook van [[Anthonie Mor]] (ca.1517-1577), [[Willem Key|Willem]] (actief 1542-1568) en Adriaan Tomasz. Key (1544-1590), Frans Floris en [[Otto van Veen]] (ca.1556-1629). Het grote verschil tussen het werk van Frans de Jongere en dat van zijn voorgangers is dat hij, door het zeer nauw gedetailleerd registreren van de figuren, ze meer menselijk maakt. Ze lijken meer van vlees en bloed. Deze tendens wordt enkele jaren later verder uitgewerkt door zijn beroemdere tijdgenoot [[Peter Paul Rubens|Rubens]] en vormt zo de overgang naar de barokke portretkunst.