Fritz Scheidegger: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Edoderoobot (overleg | bijdragen)
k https://onzetaal.nl/taaladvies/een-van-beiden/, replaced: één van de → een van de met AWB
Regel 52:
 
;1966:
Hoewel [[BMW Motorrad|BMW]] al geen fabriekssteun meer verleende, kregen zowel Fritz Scheidegger als Max Deubel begin '''1966''' elk twee nieuwe korteslag BMW-blokken. De Spaanse zijspan-Grand Prix werd door de organisatie geschrapt, wat voor Max Deubel een reden was te verklaren dat hij na het seizoen 1966 zou gaan stoppen. [[Montjuïc Park]] was namelijk ééneen van de weinige circuits waar een rechts gemonteerd zijspan, zoals dat van Deubel, in het voordeel was. Nu werd de openingsrace in Duitsland ([[Hockenheimring Baden-Württemberg|Hockenheim]]) gereden en Deubel/Hörner waren er inderdaad kansloos tegen de combinatie Fritz Scheidegger/John Robinson. Een opmerkelijke verschijning in deze race was de nieuwe "Fath Special" van [[Helmut Fath]]. Dit was een zelfbouw viercilinder die hij later zou omdopen tot [[URS (motorfiets)|"URS"]], naar zijn woonplaats [[Schriesheim|Ursenbach]]. Tijdens zijn debuutrace moest Fath met motorpech opgeven. In Frankrijk viel een debutant op, [[Klaus Enders]], die met zijn bakkenist [[Reinhold Mannischeff]] het gevecht aanging met Deubel/Hörner maar een fout maakte en naast de baan schoof. Scheidegger reed van start tot finish aan de leiding. In Assen wonnen Scheidegger/Robinson opnieuw, Deubel/Hörner werden tweede en Otto Kölle/[[Heinz Marquardt]] werden derde. Bij de start van de zijspanklasse in België was een groot deel van het publiek al vertrokken, weggespoeld door de hevige stortbuien tijdens de 500cc-race. Op de nog natte baan startte Max Deubel als snelste, maar nog voor het verstrijken van de eerste ronde had Scheidegger de koppositie overgenomen om hem niet meer af te staan. Deubel moest nog een gevecht om de tweede plaats leveren tegen [[Georg Auerbacher]]/Wolfgang Kalauch die uiteindelijk slechts 0,4 seconden achter hem over de streep kwamen. De wereldtitel was hiermee beslist en Scheidegger/Robinson waren de nieuwe wereldkampioenen. De Italiaanse organisatoren wisten kennelijk niet wat ze met de zijspanklasse aan moesten. In 1965 hadden ze deze klasse niet aangevraagd maar op het laatste moment werd besloten dat ze toch moest worden verreden. Voor 1966 had de organisatie "alle klassen" aangevraagd, maar in augustus, nog vóór de [[Isle of Man TT]], kreeg de FIM het bericht dat de zijspannen wegens "technische problemen" niet konden rijden. De aard van de technische problemen werd niet vermeld, maar waarschijnlijk lag de oorzaak in het feit dat de zijspanklasse in Italië niet erg populair was en de wereldtitel al op 3 juli in België beslist was. Door het besluit van de organisatie van de Grand Prix des Nations werd de uitgestelde [[Isle of Man TT]] de laatste race voor Max Deubel. Hij had in 1966 geen enkele overwinning behaald maar was gedreven zijn allerlaatste Grand Prix winnend af te sluiten. Hij had de Sidecar TT al drie keer gewonnen, Scheidegger nog nooit. Scheidegger draaide in de training zijn motor stuk en moest een reserveblok monteren, wat de kansen voor Deubel vergrootte. Bovendien had Deubel de snelste trainingstijd gereden. Scheidegger startte vijf minuten na Deubel door de gebruikelijke [[interval-start]] bij de TT. Deubel/Hörner draaiden de snelste raceronde en bij het ingaan van de derde en laatste ronde lagen Scheidegger/Robinson 15 seconden achter hen. De strijd om de tweede plaats ging zelfs tussen Auerbacher/Kalauch en Seeley/Rawlings. Deubel deed het in de laatste ronde op advies van zijn pitcrew iets rustiger aan. Scheidegger leek echter juist vleugels te krijgen en won de race met de tot dan toe kleinste marge ooit: 0,8 seconde. Auerbacher, die een pitstop van ruim een minuut had moeten maken, werd toch nog derde. De interval-start was hier duidelijk in het nadeel: bij een rechtstreeks gevecht met Scheidegger had hij het gevaar onderkend en zeker gewonnen, maar nu wist hij niet beter dan dat zijn voorsprong ruim voldoende was en pas vijf minuten na zijn eigen finish ontdekte hij dat hij níet had gewonnen. Deubel werd echter geholpen door de organisatie, die vier uur na de wedstrijd besloot Scheidegger te diskwalificeren vanwege het tanken bij een gewoon [[Esso]]-tankstation en niet met de door de organisatie verstrekte benzine te rijden. Scheidegger protesteerde maar zijn protest werd onmiddellijk afgewezen door de grotendeels Britse jury. Voor Scheidegger was dit reden om nog tijdens de TT-week op Man te verklaren dat hij zijn carrière zou beëindigen. De [[Auto-Cycle Union]] had hier duidelijk met twee maten gemeten. Ze liet [[Mike Hailwood]] gewoon deelnemen aan de 355,1 km [[Junior TT]], terwijl hij op die dag al 182 km in de [[Lightweight 125 cc TT]] had gereden. Daarmee kwam zijn dagtotaal op 537 km, terwijl er een reglementair maximum van 500 km was. Tijdens het FIM-congres in oktober 1966 werd Scheidegger in ere hersteld en tot winnaar van de Sidecar TT verklaard. Daardoor had hij alsnog alle WK-races van 1966 gewonnen. Mede door deze beslissing en de druk van vrienden en bekenden besloot Fritz Scheidegger ook in 1967 door te gaan met zijspanracen.
 
== Overlijden ==
Regel 204:
{{References}}
}}
 
{{DEFAULTSORT:Scheidegger, Fritz}}
[[Categorie:Zwitsers motorcoureur]]