Ethica (Spinoza): verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
→Opbouw van de Ethica: aanvulling, simpeler? |
verduidelijkt in gewoner Nederlands, hoop ik. Euclides. Latijn naar noten verplaatst. Teleologie? nog niet duidelijk, wat extra Latijn in noten voor de lol |
||
Regel 1:
[[Bestand:Spinoza Ethica.jpg|{{Largethumb}}|Ethica, titelpagina]]
[[File:Manuscript of Ethica by Baruch de Spinoza - Biblioteca Vaticana, Vat. lat. 12838.jpg|{{Largethumb}}|Manuscript van Baruch de Spinoza: Ethica. Biblioteca Vaticana, Vat. lat. 12838]]
'''Ethica, Ordine Geometrico Demonstrata''' (''Ethiek volgens
In de [[Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden|Nederlandse Republiek]] stond het denken en zelfs de godsdienst veelal in het teken van de handel en de zeevaart.{{Bron?|Hoezo, voorbeelden?|2019|07|21}} Daar gaat Spinoza tegenin. De filosofie moet als levensleer dienstdoen. In [[theologie|theologische]] kringen, vooral in Duitsland, was Spinoza daarom een hinderlijke [[pantheïsme|pantheïst]] of [[atheïsme|atheïst]].{{Bron?|Bronnen?|2019|07|21}}
== Opbouw van de Ethica ==
De Ethica is opgebouwd volgens de meetkundige methode. Dat betekent dat net als in de [[Elementen van Euclides]] eerst [[definitie]]s (begripsbepalingen), [[axioma]]'s (grondwaarheden) en postulaten (vereisten) worden gegeven. Daarmee kunnen volgens Spinoza [[Stelling (wiskunde)|stellingen]] net als in de meetkunde [[wiskundig bewijs|bewezen]] worden.
=== Eerste deel ===
'''Pars prima - eerste deel''' (''De Deo - over God''). -
In het eerste deel ontvouwt Spinoza zijn [[Metafysica|metafysische]] inzichten over wat er achter de werkelijkheid kan zitten. Spinoza bewijst dat er slechts één ''[[substantie]]'' kan bestaan, die hij "[[God (algemeen)|God]]" of "Natuur" noemt. Hiermee neemt hij afstand van het [[René Descartes|cartesiaanse]] [[dualisme]] (materie/lichaam en geest zijn gescheiden bij Descartes, maar niet bij Spinoza). Ook gaat hij in tegen het [[jodendom|joodse]], [[christendom|christelijke]] en [[scholastiek]]e [[dogma (algemeen)|dogma]] van de bovennatuurlijkheid ([[transcendentie (religie)|transcendentie]]) van [[God (monotheïsme)|God]] in het [[monotheïsme]]. Hij beschouwt dit vanuit een [[Determinisme (filosofie)|deterministisch]] perspectief, waarin hij [[teleologie]] radicaal ontkent{{Bron?|Geen doel?|2019|07|21}}: als de reeks van werkende oorzaken teruggevoerd kan worden tot een eerste oorzaak, die traditioneel God genoemd werd, dan is die oorzaak noodzakelijkerwijs ''zijn eigen oorzaak'' ([[causa sui]]). Deze eerste oorzaak noemt Spinoza ook de ''
Spinoza onderscheidt van deze enige kenbare en bestaande substantie de
Voor de theologen van zijn tijd was de
=== Tweede deel ===
'''Pars secunda - tweede deel''' (''De Natura et Origine Mentis - over de aard en de oorsprong van de geest''). -
Hier begint Spinoza met definities van begrippen als lichaam, geest, idee, werkelijkheid. In de eerste
De daarna volgende uitweiding is het beroemde ''fysische intermezzo'': Spinoza voert nieuwe definities en axioma's in om de
Vervolgens beschouwt hij de verhouding tussen de attributen.
Het laatste deel van het tweede deel behandelt [[kentheorie]], eerst
=== Derde deel ===
'''Pars Tertia - derde deel''' (''De Origine et Natura Affectuum - over de oorsprong en de aard van emoties''). -
Spinoza neemt zich in dit deel voor "de menselijke handelingen en de begeerten [te] beschouwen als betrof het een vraagstuk van lijnen, vlakken of lichamen"<ref>Inleiding Spinoza Ethica Deel 3, vertaling Krop</ref>. Hij ontwikkelt hier zijn [[psychologie]], met definities van handelen, lijden, gevoelen. Onze geest ''handelt'' in zoverre hij adequate (ware) ideeën heeft en ''lijdt'' of ''ondergaat'' in zoverre hij inadequate (onware) ideeën heeft.
Alle lichamelijke aandoeningen hebben een geestelijke
De primaire aandoeningen zijn ''[[blijdschap]]'' en ''droefheid''. Blijdschap is een ''overgang naar een grotere [[volmaaktheid]]'' en droefheid een ''overgang naar een kleinere volmaaktheid''. Alle overige aandoeningen kunnen uit deze twee tegengestelde hoofdcategorieën worden afgeleid. Zo is ''[[liefde]]'' bijvoorbeeld blijdschap, veroorzaakt door een extern object; en ''[[haat]]'' droefheid, veroorzaakt door een extern object. De overige aandoeningen die door Spinoza worden geanalyseerd zijn: verwondering, minachting, geneigdheid, [[afkeer]], toewijding, bespotting, [[hoop]], [[angst|vrees]], zorgeloosheid, [[wanhoop]], [[vreugde]], [[teleurstelling]], meegevoel, genegenheid, verontwaardiging, overschatting, onderschatting, [[Afgunst (emotie)|afgunst]], [[medelijden]], zelfvoldaanheid, [[neerslachtigheid]], berouw, verwaandheid, zelfonderschatting, [[trots]], [[schaamte]], smachtend verlangen, navolging, dankbaarheid, welwillendheid, [[woede]], wraakzucht, [[wreedheid]], [[angst]], [[moed]], afheid, verbijstering, vriendelijkheid, [[gunstbejag]], [[vraatzucht]], [[drankzucht]], [[hebzucht]] en wellust. Deze worden eerst in de
=== Vierde deel ===
Regel 40:
=== Vijfde deel ===
'''Pars Quinta - vijfde deel''' (''De Potentia Intellectus, seu de Libertate Humana - over de macht van het verstand, ofwel over de menselijke vrijheid''). -
De ware macht en kennis ziet Spinoza in het erkennen van de '"goddelijke noodzaak van het bestaan van de dingen'" (het begrijpen van de keten van oorzaak en gevolg), dát is vrijheid, deugd en geluk. Door onze emoties te begrijpen kunnen we ons aan de kracht van de emoties ontworstelen.
'Vrij' is degene die [[rede]]lijk en in zijn eigen belang, dat wil zeggen overeenkomstig zijn natuur handelt.
Regel 60:
* Inleiding: 1-3 Handelingen en aandoeningen. 4-8 Overlevingsdrang.
* Aandoeningen: 9-11 Primaire aandoeningen. 12-57 Secondaire aandoeningen. 58-59 Aandoeningen die handelingen zijn.
* Samenvatting. Definities van
===Deel 4 De macht van de hartstochten===
Regel 78:
* "Met ''attribuut'' bedoel ik wat door ons verstand als het wezen van een ''substantie'' wordt gezien." (Deel 1, definitie 4)
* "Met ''God'' bedoel ik het volstrekt oneindige wezen, dat wil zeggen een ''substantie'', die bestaat uit een oneindig aantal ''attributen'', die ieder een eeuwig en oneindig wezen uitdrukken." (Deel 1, definitie 6)
* "Begeerte is het wezen van de mens, die door een van zijn aandoeningen ertoe gebracht wordt iets te doen." (Deel 3, Definities van de aandoeningen 1)<ref>Latijn:"Laetitia est hominis transitio à minore ad majorem perfectionem."</ref>
* "Blijheid is de overgang van de mens van mindere tot grotere volmaaktheid." (Deel 3, Definities van de aandoeningen 2)
* "Droefheid is de overgang van de mens van grotere tot mindere volmaaktheid." (Deel 3, Definities van de aandoeningen 3)
Regel 84:
* "Wat het huwelijk betreft: dit is ongetwijfeld in overeenstemming met de [[Rede]] wanneer de begeerte naar lichamelijke vermenging niet alleen wordt opgewekt door schone vormen, maar ook door het liefdevol verlangen om kinderen voort te brengen en verstandig op te voeden, en wanneer verder de Liefde van man en vrouw, niet alleen voortkomt uit lichamelijke schoonheid, maar vooral uit de vrijheid van de ziel." (Deel 4, aanhangsel hoofdstuk 20)
* "Naarmate de menselijke geest alles als oorzaak en gevolg begrijpt, heeft de mens meer macht over zijn aandoeningen en lijdt hij er minder onder." (Deel 5, stelling 6)
* "Het geluk (de gelukzaligheid) is niet een beloning voor deugdzaamheid, maar is de deugdzaamheid zelf en wij zijn niet blij om het geluk omdat we onze lusten bedwingen, maar omgekeerd, omdat we blij zijn met het geluk zijn we in staat onze lusten te bedwingen. Bewijs:..... Maar al het voortreffelijke is even moeilijk als zeldzaam." (Deel 5, stelling 42. Einde van de Ethica.)<ref>Latijn: ''Sed omnia praeclara tam difficilia, quia rara sunt.''</ref>
== Kritiek op de Ethica ==
|