Soefisme: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
10Guillot (overleg | bijdragen)
Regel 35:
[[Abu Sulayman al-Daram]] ([[Damascus]], gestorven ca. 850) werkte de notie van gnosis als eenheidsbeleving uit. [[Maruf al-Kaskh]] verkondigde dat waarheid en eeuwige schoonheid niets anders zijn dan God. [[Dhū al-Nūn al-Misrī]] (overleden 859) omschreef als eerste de weg van de soefi (''[[Lijst van tariqas|tarīqa]]''). Die verdeelde hij in geestelijke stadia (''[[Maqam|maqām]]'', mv. ''maqāmāt'') van mystieke groei. Dit pad werd verder uitgewerkt door latere soefi. De [[Perzen|Pers]] [[Bayazid al-Bistami]] (gestorven 875) leerde dat men het ego, het lagere zelf, diende te vernietigen. Het volgen van deze weg houdt in dat de zoekende (''murīd'') zich losmaakt van zijn ego (''nafs'') en banden met de wereld en hen doet verdwijnen. Zo komt hij tot intuïtieve kennis van God en wordt hij er één mee. Het was de [[Moren|Moorse]] filosoof [[Ibn al-Arabi]] (1165-1240) die tot slot alle soefiedenkbeelden verenigde in een uitvoerig filosofisch systeem.<ref>Van Brakell Buys 2001, blz. 24-26.</ref>
 
Een ander soefistisch brandpunt was [[Balch (stad)|Balch]] in [[Turkestan]], tevens een centrum voor nestorianen, [[Manicheïsme|manicheïsten]] en [[Boeddhisme|boeddhisten]]. Door deze verbanden zouden de soefi's altijd een bijzondere eerbied koesteren voor de ascetische meester [[Jezus (historisch)|Jezus]]. De Soefi's zagen Jezus als de ultieme asceet, 'de monnik aller monniken'. [[al Hallaj]], de grote [[martelaar]], vergeleek zichzelf herhaaldelijk met Christus, identificeerde zich met God en werd in 922 [[Kruisiging|gekruisigd]], nadat hij zei de beker te drinken die hem gegeven was.
 
===Vanaf twaalfde eeuw===