Zesdaagse Oorlog: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 76:
=== Israëlische reactie ===
[[Bestand:Flickr - Israel Defense Forces - Lt. Gen. Moshe Dayan During Briefing.jpg|thumb|Moshe Dayan]]
Vanaf 15 mei was bij de regering en het opperbevel van Israël de nervositeit snel toegenomen. Rabin, een verstokt kettingroker, moest zich eind mei zelfs twee dagen in het ziekenhuis laten opnemen met een [[nicotine]]vergiftiging.<ref name="Herzog150" /> Hij voelde zich schuldig over zijn overhaaste uitspraken op 12 mei. Op 16 mei begon de Israëlische strijdmacht te mobiliseren; de mobilisatie van de fronteenheden was voltooid op 20 mei. De troepen werden opgesteld volgens het plan ''Sadan'' ("Aambeeld"), in blokkerende posities aan de grenzen. De regering van [[Levi Eshkol]] probeerde eerst een diplomatieke oplossing te vinden. Minister van buitenlandse zaken [[Abba Eban]] werd uitgenodigd door de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk. Hij verzocht de Golf van Akaba weer te openen, omdat deze landen in 1957 het recht op vrije doorvaart erkend hadden alsmede Israëls recht om bij een blokkade een beroep te doen op artikel 51 van het [[Handvest van de Verenigde Naties]], het recht op zelfverdediging. Als er niet ingegrepen werd, zou Israël dat recht uitoefenen. De VS en het VK antwoordden echter dat ze alleen konden meewerken aan een internationale operatie onder auspiciën van de [[Verenigde Naties]], wat een langdurig proces van beraadslagingen in gang zette. De Britten stelden voor een internationale "[[regatta]]" te vormen, waarbij oorlogsschepen uit allerlei landen de blokkade zouden breken terwijl ze vrachtschepen convoyeerden. Israël vreesde echter dat zoiets slechts een eenmalige symbolische actie zou blijven en verlangde dat Egypte gedwongen zou worden de hele Sinaï weer te ontruimen. Bij de onderhandelingen werd Israël door de VS zwaar onder druk gezet om niet als eerste aan te vallen. De Amerikaanse minister van buitenlandse zaken [[Dean Rusk]] drukte het zo uit: ''Israel will not be alone unless it chooses to go alone'' ("Israël zal niet alleen staan tenzij het ervoor kiest om alleen te gaan").<ref>President [[Lyndon B. Johnson]] gebruikte later ongeveer dezelfde frase: ''Israel will not be alone unless it decides to go it alone''</ref><ref name="Smith2012">Charles D. Smith, 2012, "The United States and the 1967 War", In: William Roger Louis & Avi Shlaim (eds). ''The 1967 Arab-Israeli War: Origins and Consequences'', Cambridge University Press 325 pp</ref> Analyses van de ''[[National Security Council]]'' (de Amerikaanse defensieraad) en de CIA voorspelden dat Israël een gelijktijdige aanval van Egypte, Jordanië en Syrië met gemak zou kunnen afslaan.<ref name="Smith2012" /> Eshkol zegde op 28 mei voorlopig toe zich van een aanval te onthouden. Toen hij dat in een radiotoespraak aan zijn land bekendmaakte, leidde dat tot grote consternatie. De Israëlische bevolking meende dat de regering zich veel te afwachtend en timide opstelde. Beangstigd door de Arabische oorlogsretoriek vreesde men voor een "Tweede [[Holocaust]]". Op 1 juni werd onder druk van de publieke opinie een [[regering van nationale eenheid]] gevormd met [[Moshe Dayan]] als minister van defensie — eerder had Eshkol die functie waargenomen — en de eerdere [[oppositieleider]] [[Menachem Begin]] als [[minister zonder portefeuille]], beiden mannen waarvan bekend was dat ze een krachtdadig optreden verkozen.<ref name="Herzog150" />
[[Bestand:Meir Amit.jpg|left|thumb|Meir Amit]]
Al eind mei hadden hoge Israëlische militairen, zoals hoofd logistiek [[Mattityahu Peled]], aangedrongen op een zo spoedig mogelijke aanval. Eshkol had in de avond van 28 mei de grootste moeite zijn gezag te doen gelden toen hij het Israëlische opperbevel kennis gaf van zijn toezegging aan de Amerikaanse regering. Sommige generaals werd de spanning te veel: op 1 juni stormde Weizman het kantoor van Eshkol binnen en schreeuwde hem toe dat die het bevel tot de aanval moest geven; toen een woedende Eshkol hem de insignes van het uniform probeerde te rukken, stormde Weizman het kantoor weer uit.<ref name="Shlaim2012a">Avi Shlaim, 2012, "Israel: Poor Little Samson", In: William Roger Louis & Avi Shlaim (eds). ''The 1967 Arab-Israeli War: Origins and Consequences'', Cambridge University Press 325 pp</ref><ref>Ami Gluska, 2004, ''Eskol, Ten Pkuda! Tzahal U'Memshelet Yosraerl Ba'Derech Le'Milhemet Sheshet Ha'Yamim 1963–1967'', Tel-Aviv: Ministry of Defense Press, 2004</ref> De reden voor de haast was niet zozeer dat men een directe aanval van het Egyptische leger vreesde.<ref>Stein, Janice Gross, 1991, "The Arab-Israeli War of 1967: Inadvertent War Through Miscalculated Escalation", In: ''Avoiding War: Problems of Crisis Management'', Alexander L. George, ed., Boulder: Westview Press, p. 139-143</ref> Dit leger miste immers de drievoudige overmacht aan pantsertroepen die nodig was om het tactische voordeel van de verdediger te compenseren. Zoals Rabin het op 29 februari 1968 in een berucht interview met de Franse krant ''[[Le Monde (dagblad)|Le Monde]]'' uitdrukte: "de twee divisies die hij [Nasser] op 14 mei de Sinaï instuurde, zouden niet voldoende geweest zijn om Israël aan te vallen. Hij wist dat. Wij wisten dat".<ref>Eric Rouleau, "Le général Rabin ne pense pas que Nasser voulait la guerre", ''Le Monde'', 29 februari, 1968</ref> Een belangrijker motief was de mogelijkheid om in een luchtoorlog de eerste klap te kunnen uitdelen door een verrassingsaanval op de vijandelijke vliegvelden, een voordeel dat men Egypte wilde ontzeggen.<ref name="Shlaim2012a" /> De hoofdreden was echter dat men een situatie van beleg wilde voorkomen. Israël kon zijn reserve-eenheden niet te lang gemobiliseerd houden omdat ze alleen gevuld konden worden door het oproepen van bijna de hele weerbare mannelijke bevolking. Een te lange directe oorlogsdreiging zou leiden tot het ineenstorten van de economie.<ref>''Myths, Illusions, and Peace: Finding a New Direction for America in the Middle East'' - Dennis Ross en David Makovsky 2009 [http://books.google.ca/books?id=vVpz7b9DiNgC&printsec=frontcover#v=onepage&q=mobilized%20indefinitely&f=false URL Google Books]</ref> Daarnaast was er het gevaar van een gestage opbouw van Arabische troepen in [[Cisjordanië]]. Egypte was al begonnen een commandobrigade over te brengen naar [[Latrun]] bij Jeruzalem. Contingenten uit andere Arabische staten waren onderweg en men vreesde vooral dat Irak hele divisies zou gaan uitzenden. De aanwezigheid van een grote Arabische legermacht in Judea en Samaria, zou Israëls strategische positie onhoudbaar maken.<ref name="Herzog150" /> Een bijkomend motief voor veel generaals was dat naar hun mening de afschrikkende werking van de Israëlische strijdmacht verloren zou gaan als de militaire uitdaging door Nasser niet met geweld beantwoord zou worden.<ref name="Shlaim2012a" /> Als men op grond van dit alles een aanval noodzakelijk achtte, kon die beter zo spoedig mogelijk plaatsvinden om te voorkomen dat het Egyptische leger zijn posities verder zou versterken. Toen op 2 juni bekend werd dat de Jordaanse troepen onder Egyptisch bevel waren gesteld, besloot het Israëlische kabinet op korte termijn aan te vallen. Men overwoog daarbij allereerst Operatie ''Pargol'' ("Zuivering") uit te voeren, het plan voor de verovering van Judea en Samaria, maar legde uiteindelijk de prioriteit bij Operatie ''Kardom'' ("Bijl"), het verslaan van het Egyptische leger.
[[Bestand:Flickr - Government Press Office (GPO) - Israeli Armoured Unit.jpg|thumb|Israëlische Centurions in de Negev op 20 mei 1967]]
Eén obstakel moest echter nog overwonnen worden. Israël kon indertijd geen zwaar oorlogsmaterieel fabriceren. Een belangrijke bron van pantservoertuigen en vliegtuigen was tot die tijd [[Frankrijk]] geweest, waarmee nauw samengewerkt was bij de ontwikkeling van zulke wapens. Tijdens de crisis liet de Franse president [[Charles de Gaulle]] Israël echter volledig vallen en koos de Arabische zijde.<ref name="Herzog150" /> Ook was men bang dat een aanval het [[Verenigd Koninkrijk]], dat sterk zijn best gedaan had om tot een vreedzame oplossing te komen, zou vervreemden van Israël. Er was aldus maar één land dat als nieuwe beschermheer kon dienen: de [[Verenigde Staten van Amerika]]. Daarom moest gepeild worden of de reactie van de VS niet negatief zou uitvallen. Eban had president [[Lyndon Johnson]] verzocht om formele garanties voor het voortbestaan van de staat Israël. Die had echter geantwoord dat zijn grondwettelijke positie niet toestond zulke verstrekkende toezeggingen te doen aan een vreemde mogendheid. Hierop zond men op 31 mei het hoofd van de [[Mossad]], [[Meir Amit]], naar [[Washington, DC]] om te zien of er dan althans informele toezeggingen gedaan konden worden. Tot ontzetting van het ongeduldige Israëlische opperbevel, besloot het kabinet op 2 juni het resultaat hiervan af te wachten.<ref name="Shlaim2012a" /> Bij zijn terugkeer toonde Amit op 4 juni tijdens een kabinetsvergadering een brief van Johnson, geschreven op 3 juni, waarin deze zijn sympathie uitdrukte voor het Israëlische standpunt maar wederom vroeg zich van vijandelijkheden te onthouden.<ref>Johnson Library, National Security File, Country File, Middle East Crisis, Vol. III. Secret</ref> Op het eerste gezicht leek dit een tegenvaller, maar Amit wist er een voor Israël positieve interpretatie aan te geven. Het belangrijkste aspect was volgens hem dat Johnson de aanval niet verbood. Johnson nam het stokje van Frankrijk over als de grote buitenlandse wapenleverancier van Israël. Al inn [[1964]] gaf hij $52 miljoen aan civiele hulp, [[A-4 Skyhawk|Skyhawkvliegtuigen]] en [[Pattontank|Pattontanks]] en ander zeer modern en dodelijk wapentuig. Deze wapens zouden hierin verschil maken tijdens de Zesdaagse Oorlog, bijvoorbeeld bij de eerste verrassingsaanval die de Egyptische luchtmacht uitschakelde. Vanaf dat jaar tot op heden zouden de VS deze rol van geldschieter en wapenleverancier aan Israël meer en meer spelen <ref> The Biggest Prison on Earth, A History of the Occupied Territories, Ilan Pappe, Oneworld Publications, London, 2017, pag. 26</ref>.

Tijdens gesprekken met de [[CIA]] en het [[Pentagon (Verenigde Staten)|Pentagon]] had Amit sterk de indruk gekregen dat de Amerikanen een Israëlische actie zouden verwelkomen. Toen hij de Amerikaanse minister van defensie [[Robert McNamara]] aankondigde dat hij zijn regering zou adviseren aan te vallen, aangevend het te begrijpen als McNamara daar niet expliciet zijn goedkeuring aan kon geven, antwoordde deze: ''I read you loud and clear!'' ("Ik ontvang U luid en duidelijk!").<ref>Bregman (2000), p. 55</ref> Het oordeel van Amit volgend, besloot het kabinet daarop om in de ochtend van de 5e juni alle Egyptische militaire vliegvelden aan te vallen die in het bereik lagen van de Israëlische luchtmacht en een grondoffensief te beginnen tegen het Egyptische leger.<ref>{{en}}[http://www.nytimes.com/1982/08/21/world/excerpts-from-begin-speech-at-national-defense-college.html excerpts from begin speech at national defense college]</ref>
 
De welwillender, of althans meer gelaten, houding van de VS tegenover Israël vloeide voort uit een groeiend besef bij Johnson dat hij dat land verder weinig te bieden had: ''Operation Red Sea Regatta'' leek tot mislukken gedoemd omdat de meeste benaderde landen geweigerd hadden schepen toe te zeggen — Nederland was een uitzondering — en hij was het ermee eens dat een permanente grootschalige Egyptische militaire aanwezigheid in de Sinaï onacceptabel was. Aangezien het niet waarschijnlijk was dat Egypte zich zou terugtrekken zonder dat er voor Israël onaanvaardbare concessies gedaan werden, was de enige praktische uitweg uit de crisis om dat laatste land maar zijn gang te laten gaan. De historici zijn het er niet over eens of de VS hiermee het "groene licht" gaven voor de aanval — zodat er sprake zou zijn van een impliciete samenspanning — of dat de signalen uit de VS beter omschreven kunnen worden als een "oranje licht" (de ''amber light''-[[hypothese]]): stoppen indien mogelijk maar geen negatieve consequenties bij een doorzetten van het offensief.<ref name="Smith2012" />