Maasboulevard (Maastricht): verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 69:
| caption2 = Gesloopte huizenrij aan de [[Kesselskade|Bokstraat]], 1849
}}
Tussen 1847 en 1850 werd op de plek van de huidige Maasboulevard het [[Kanaal Luik-Maastricht]] gegraven. Het kanaal verbond de Maas in [[Luik (stad)|Luik]] met het [[Bassin (Maastricht)|Bassin]] in Maastricht, en via de [[Zuid-Willemsvaart]] en de [[Kempische kanalen]] met de [[haven van Antwerpen]]. De behoefte aan dit kanaal bestond al eerder en tussen 1825 en 1830 werden diverse ontwerpen gemaakt. Als gevolg van de [[Belgische Opstand]] en de daarop volgende blokkade van Maastricht werden die plannen niet uitgevoerd. In 1845 sloten België en Nederland een overeenkomst om het kanaal alsnog aan te leggen. In Maastricht wilde men het nieuwe kanaal koste wat kost laten aansluiten op het [[Bassin (Maastricht)|Bassin]], omdat men bang was anders van alle scheepvaartverkeer uitgesloten te worden. Uiteindelijk werd gekozen voor een tracé, waarbij een deel van de middeleeuwse binnenstad moest worden afgebroken. Zo werd de [[Antonietenklooster (Maastricht)|Antonietenkerk]] (een van de grootste gotische kerken van de stad) gesloopt, werden zeker vijftig huizen aan de oostzijde van de Bokstraat, (tegenwoordigde tegenwoordige [[Kesselskade]]), afgebroken en verdwenen delen van de stadsmuur langs de Maas, (inclusief de [[Molenpoort (Maastricht)|Molenpoort]] en de [[Batpoort]]). Bij het rondeel [[De Vijf Koppen (rondeel)|De Vijf Koppen]] werd de bestaande [[Stadsgracht (gracht)|stadsgracht]] (de 'Zwanengracht') verbreed tot een [[zwaaikom]]. Daar lag ook de Schippersbeurs en daarvandaan vertrokken de stoomboten van de firma Bonhomme naar Luik, (tot 1938).<ref>Ubachs/Evers (2005), pp. 263-264: 'Kanaal Luik-Maastricht'.</ref><ref>Martin (2000), pp. 107-110, 152-155.</ref>
 
Na de opheffing van de vestingstatus van Maastricht in 1867 werden in opdracht van het [[Ministerie van Oorlog]] grote delen van de middeleeuwse stadsmuren geslecht. In 1894-95 werd de walmuur langs de Maas tussen het [[Bassin (Maastricht)|Bassin]] en de Sint-Servaasbrug afgebroken, waarbij onder andere het Jodenpoortje verdween.<ref>Martin (2000), p. 197.</ref> De Onze-Lieve-Vrouwepoort was al in 1868 gesloopt en delen van de walmuur in deze omgeving verdwenen in fasen tussen 1895 en 1904. De sloop van de [[Onze Lieve Vrouwewal (Maastricht)|Onze-Lieve-Vrouwewal]] werd in 1895 op aandrang van het Rijk stopgezet.<ref>Morreau (1979), p. 21.</ref>
 
In de jaren 1930-1934 kwam een nieuwe verkeersbrug tot stand en werd de bestaande brug ingrijpend gerenoveerd. Omdat men wilde dat de [[Wilhelminabrug (Maastricht)|Wilhelminabrug]] op de [[Markt (Maastricht)|Markt]] aanlandde, moesten tientallen huizen tussen de Gubbelstraat en Hoenderstraat worden afgebroken. Door de [[Crisis van de jaren 30|crisis]] en de [[Tweede Wereldoorlog|oorlog]] bleef dit terrein jarenlang braak liggen. (hetHet werd in de [[volksmond]] "het gat in de Markt") genoemd.<ref>Ach Lieve Tijd (1996), pp. 47-48.</ref>
 
<gallery widths="150" heights="150">