Veertig martelaren van Sebaste: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
D'Arch (overleg | bijdragen)
Link naar doorverwijspagina Sacerdos verwijderd, met behulp van pop-ups
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 27:
 
’s Nachts bedacht commandant Lisia een marteling om de 40 muiters van zijn Legioen te straffen. Hij liet de 40 uitkleden en zette hen naakt op het bevroren meer. In de ijzige wind baden ze samen. Lisia liet een warm bad plaatsen aan de oevers van het meer om hen te overtuigen de muiterij te stoppen; in een variant van de legende stond aan het meer een Romeins badhuis. Eén van de 40 liep weg van de groep. Hij stapte in het warme bad en overleed. Een Romeinse bewaker aan de kant zag in een visioen 39 martelaarskronen en de 40ste kroon die naar hem wenkte. Het was Algaius. Algaius liep over het ijs om de 40e martelaarsplaats in te nemen. De 40 stervenden in de vrieskou parafraseerden [[Psalm]] 65, verzen 12-14: ''We zijn door vuur en water gegaan maar de Heer heeft ons erdoor getrokken om ons ijs te schenken''. Eunoicus, een slaaf, zag nog gelegenheid om enkele inwoners van Sebaste stiekem in te lichten over wat er gaande was op het meer.
’s Ochtends vernam gouverneur AgricalaoAgricolaos alles. Hij overzag de lijken op het meer. Eén leefde nog. Het was Melito, de jongste. Melito werd gedood en mee afgevoerd met de anderen. De bisschop van Sebaste, Petrus (4e eeuw), startte de verering van de 40 martelaren.<ref>{{Citeer web
| url = http://www.orthodoxia.it/synaxarion/03_09_quaranta.php
| titel = I Quaranta martiri di Sebaste