Ademhalingsstelsel (mens): verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
→‎Het ademhalingsproces: Typefout verbetert
Labels: Bewerking via mobiel Bewerking via mobiele website
Regel 28:
Ademhaling gebeurt meestal onbewust maar men kan ook bewust in- en/of uitademen of de adem even inhouden. Onbewuste inademing wordt gestuurd door een impuls vanuit het [[ademhalingscentrum]] in het [[Medulla oblongata|verlengde merg]] van de [[hersenstam]]. Dit centrum reageert op de koolstofdioxideconcentratie. Stijgt deze concentratie, dan wordt krachtiger geventileerd om de concentratie terug te brengen op het optimale niveau.
 
Bij het inademen en het actief uitademen worden de ''ademhalingsspieren'' gebruikt. Dit zijn de [[middenrifspieren]], middenrifspieren,[[buikspieren]], de binnenste en buitenste [[tussenribspieren]] en de supraclaviculaire (boven het sleutelbeen gelegen) spieren. Bij het inademen maken de spieren het volume van de [[borstholte]] groter, zodat de [[Long (orgaan)|longen]], die zich in deze borstholte bevinden, uitzetten. De druk in de borstholte wordt dan lager dan die van de buitenlucht, waardoor de lucht in de longen stroomt. Bij het uitademen ontspannen de spieren zich en wordt het volume van de longen (door de [[compliantie|elasticiteit]] van de longen, borstkas en buikwand) weer kleiner. Daarmee neemt de druk in de longen toe en wordt de lucht weer naar buiten gestuwd.
 
Bij een inademing in rust wordt er 400-500 ml lucht ingeademd een frequentie van 12 tot 15 keer per minuut. Bij een volwassene wordt hierbij in rust gemiddeld 300 ml zuivere zuurstof per minuut door de longen opgenomen.