Navigatie: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k Wijzigingen door 217.100.10.242 (Overleg) hersteld tot de laatste versie door Romaine
Kookkkk
Labels: Visuele tekstverwerker Bewerking via mobiel Bewerking via mobiele website
Regel 1:
[[Bestand:Navigatie.jpg|thumb|Navigatie door het luchtruim van Nederland<br />]]
'''Navigatie''' is de kunst van het plannen en volgen van een route om zich daarmee van de huidige positie naar de bestemming te verplaatsen. Het woord 'navigatie' is afgeleid uit de [[Latijn]]se woorden ''navis'', dat [[schip (transportmiddel)|schip]] betekent, en ''agere'', dat in deze context bewegen of sturen betekent.
 
Regel 21:
De koers kon worden bepaald aan de hand van zon en sterren, maar ook dat kon natuurlijk alleen bij helder weer. De vermelding in Handelingen 27:20 geeft aan dat de zeelui geen enkele indicatie hadden over de koers. Het magnetisch [[kompas]], dat eeuwenlang een belangrijke koersindicator was, bestaat pas sinds de 12e eeuw.
 
Een plaats op zee, overal op aarde, is door de [[breedtegraad]] en de [[lengtegraad]] bepaald. Beide worden in graden uitgedrukt, niet in kilometers of mijlen. De breedte is vrij makkelijk te bepalen: door de hoek tussen de zon en de [[Horizon (lijn)|horizon]] op het hoogste punt van de schijnbare zonnebaan te meten kan deze vrij eenvoudig worden afgeleid. Ook andere hemellichamen met een bekende positie, zoals de [[poolster]], kunnen hiervoor worden gebruikt. Hiervoor werden, in chronologische volgorde, het [[astrolabium]], de [[jakobsstaf]] en de [[Sextant (navigatie)|sextant]] gebruikt. De lengte is lastiger: Voor de bepaling van de lengtegraad uit de hoogte van de zon moet men een zeer nauwkeurige tijdsbepaling hebben en dat was eeuwenlang een belangrijk probleem. Pas omstreeks 1762 werd de eerste voldoende nauwkeurige chronometer voor dit doel gemaakt, door [[John Harrison (uitvinder)|John Harrison]].
 
Door een dicht wolkendek kan het onmogelijk zijn om een ster te schieten. Slecht zicht kan er ook voor zorgen dat kenbare punten aan de wal niet goed zijn waar te nemen. Men navigeert dan volgens een [[gegist bestek]]. Vanuit de laatst bekende positie, bijvoorbeeld verkregen uit een stersbestek, zet men de sindsdien gevaren koers en afstand uit. Dit wordt natuurlijk onnauwkeuriger naarmate de verstreken tijd sinds de laatste bekende verblijfplaats groter is. Ook is het een probleem als het effect van wind en stroom niet goed bekend is.
Regel 38:
De volgende stap was ''[[VHF Omnidirectional Range station|VHF Omnidirectional Range]]'', of VOR. Hierbij wordt het continue signaal van een ''master''zender vergeleken met een roterend ''slave''station. Door het faseverschil te meten, kan een hoek bepaald worden die in theorie nauwkeuriger is dan via radiobakens.
 
Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden in [[Verenigd Koninkrijk|Groot-Brittannië]] meerdere systemen ontwikkeld om de nauwkeurigheid te vergroten. Dit waren onder andere [[Gee (navigatie)|Gee]] en [[DECCA]]. In de [[Verenigde Staten]] werd hieruit [[LORAN]]-A ontwikkeld, later [[Loran-C|LORAN-C]]. Dit zijn zogenaamde [[Hyperbolisch navigatiesysteem|hyperbolische plaatsbepalingssystemen]]. Hierbij werd het faseverschil (DECCA) of het tijdsverschil (Gee en LORAN) bepaald tussen een ''master''- en een ''slave''zender. Dit levert een hyperbool op als mogelijke [[positielijn]]. Door gebruik te maken van minimaal twee ''slave''zenders, kan de positie bepaald worden. Deze zou moeten liggen op de snijding van de hyperbolen.
 
In [[1960]] lanceerde de [[United States Navy|Amerikaanse marine]] het TRANSIT- of NAVSAT-systeem (''Navy Navigation Satellite System''). Hierbij werd gebruikgemaakt van het [[dopplereffect]] om de positie te bepalen. Nadeel hierbij was dat er slechts eens in de paar uur een positie kon worden bepaald.