Johan de Witt: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
datum blijkt al uit eerste regel aanhef, 'samen' stond er eerst niet bij en zonder kan gewoon ook, feitelijk dus BTNI
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 23:
'''Johan de Witt''' ([[Dordrecht (hoofdbetekenis)|Dordrecht]], [[24 september]] [[1625]]{{#tag:ref|Er zijn van Johan de Witt geen registers van geboorte, huwelijk of overlijden bewaard gebleven. De meeste historici verwijzen naar zijn oudste dochter als bron dat het geboortejaar 1625 is. Over de geboortedag is geen twijfel. Zie: {{aut|Schaap en Van den Berg}}; Johan de Witt: een volmaakt Hollander, pagina 11. Citaat: "De datum van 24 september 1625 is afkomstig van de oudste dochter van Johan de Witt; volgens zijn akte van ondertrouw gaf hij op 30 januari 1655 de leeftijd op van 29 jaar". {{aut|Romein en Verschoor}} Ruwaard der Vrijheid (1977) stellen dat het om een getuigenis ging, gedaan na zijn dood. De enige bewaard gebleven schriftelijke vermelding tijdens zijn leven gedaan, is volgens hen de inschrijving in 1641 tot de Leidse universiteit. Daarin staat dat hij bij intekening 18 jaar oud is. Dat zou betekenen dat zijn geboortejaar 1623 is. Men gaat er namelijk van uit dat er over zijn geboortedag geen twijfel bestaat. Opgemerkt wordt dat de opgegeven leeftijden bij die inschrijving niet altijd klopten, maar dat geldt ook voor door kinderen aangedragen data.|group=noot}} – [[Den Haag]], [[20 augustus]] [[1672]]), [[Heerlijkheid (bestuursvorm)|heer van]] [[Lange Linschoten (buurtschap)|Zuid- en Noord-Linschoten]], [[Snelrewaard]], [[Hekendorp]] en IJsselvere,{{#tag:ref|Johan de Witt was verplicht de heerlijkheden te kopen toen hij in 1660 [[Stadhouder van de lenen]] werd ({{aut|Japikse}}, Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek, pag. 1467). De voormalige heerlijkheid IJsselvere ligt in de huidige gemeente [[Oudewater]] en het enige dat eraan herdenkt is een straatnaam.|group=noot}} was in de [[Gouden Eeuw (Nederland)|Gouden Eeuw]] tijdens het [[Eerste Stadhouderloze Tijdperk]] negentien jaar lang [[raadpensionaris]] van het [[Gewest (Lage Landen)|gewest]] [[graafschap Holland|Holland]] en daarmee de belangrijkste politicus van de [[Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden]]. Hij was tevens een begenadigd [[wiskundige]], die beschouwd wordt als een van de grondleggers van de [[Actuaris|verzekeringswiskunde]]. Hoewel hedendaags Nederland hem kent als Johan met zijn voornaam, noemden zijn vrouw en veel tijdgenoten hem Jan.
 
Johan werd met zijn broer [[Cornelis de Witt|Cornelis]] bij de [[Gevangenpoort (Den Haag)|Gevangenpoort]] in Den Haag vermoord door [[Orangisme (Republiek)|orangisten]], waarna hunvermoord lichamenen op gruwelijke wijze werden verminkt. DezeDe [[Lynchen|lynchpartij]]moord behoort tot de meest gedenkwaardige gebeurtenissen in de Nederlandse geschiedenis.
 
== Privéleven ==
Regel 157:
Een tong en een vinger, waarvan verondersteld wordt dat ze van de gebroeders De Witt zijn geweest, worden bewaard in het [[Haags Historisch Museum]].<ref>{{aut|Brans, Ellen}}, [http://nieuwsuur.nl/onderwerp/243833-teen-blijkt-vinger.html Teen blijkt vinger] (2011)</ref>{{#tag:ref|Momenteel wordt door het [[Nederlands Forensisch Instituut]] (NFI) genetisch onderzoek verricht om na te gaan of de relieken inderdaad van de gebroeders afkomstig zijn. In de tong blijkt een gaatje te zitten, waar zich metaal in bevindt. Het doosje waarin de relieken bewaard worden, blijkt uit de zeventiende eeuw te stammen. Het NFI wil proberen het DNA te achterhalen van erkende nabestaanden om te controleren of de relieken inderdaad van de gebroeders De Witt zijn.|group=noot}} Volgens de historicus Vroom is de herkomst van de relieken sluitend. De tong zou van Johan zijn en de vinger (Vroom dacht ten onrechte dat het om een teen ging) van Cornelis.<ref name="ReferenceC">{{aut|Vroom}}, Het wonderlid van Jan de Witt en andere vaderlandse relieken (1997)</ref>
 
Burgemeester [[Nicolaas Witsen]] (1641–17171641 - 1717) van Amsterdam was een van de eerste eigenaren, die ze een plaats gaf in zijn [[rariteitenkabinet]]. Na zijn dood kwamen de relieken in bezit van een groep [[remonstranten]] totdat ze in de tweede helft van de negentiende eeuw opdoken bij exposities.<ref name="ReferenceC"/>
 
===Betrokkenheid Willem III===