Paul van Buitenen: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 32:
Aanvankelijk resulteerde het rapport van de [[Klokkenluider (melder van misstanden)|klokkenluider]] slechts in wat commotie in het Parlement en de weigering de Commissie van Onderwijs kwijting te verlenen over 1996. De Commissie beloofde verbetering van de fraudeaanpak. Zij stelden begin december voor de [[UCLAF]] te vervangen door de [[OLAF]], die onafhankelijker zou moeten kunnen opereren.
 
Pas na 4 januari 1999, toen Van Buitenen met het verhaal van zijn schorsing en halvering van zijn salaris naar buiten trad, sprong de pers massaal op de zaak. De commissarissen [[Édith Cresson|Cresson]] en [[Manuel Marín|Marin]] werden hard aangepakt. Vanuit het parlementParlement kwam de roep om aftreden van de twee commissarissen. Er werd een motie van wantrouwen ingediend en er gingen stemmen op om een afzettingsprocedure te starten.
 
De Commissie beschuldigde Van Buitenen van het verspreiden van leugens en van incompetentie en stelde dat deze gevallen van fraude al in onderzoek waren, zelfs gedeeltelijk strafrechtelijk. Op 15 maart 1999 kwam een Comité van Wijzen met een vernietigend eerste rapport naar het Parlement, waarin zij Van Buitenens rapport bevestigden, alsmede de noodzaak van de rapportage aan het Parlement. De avond dat het rapport van het Comité openbaargemaaktopenbaar gemaakt werd, trad de voltallige Europese Commissie af. In wezen gebeurde dit vanwege een dodelijk zinnetje dat op het laatste moment werd toegevoegd: "Het is bijna onmogelijk geworden om nog iemand te vinden met enig gevoel voor verantwoordelijkheid". In de zomer van 2008 werd bekend dat het bewuste zinnetje waar de Commissie over struikelde uit de pen kwam van het Franse lid van het Comité van Wijzen, [[Pierre Lelong]].
 
Na het beëindigen van zijn schorsing werd Van Buitenen van de Financiële Controledienst overgeplaatst naar de Gebouwendienst. De tuchtprocedure werd niet afgelast en ook in zijn nieuwe werk ondervond hij allerlei beperkingen.