Slag om de Ardennen: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 72:
Midden september leek de gedachte aan een tegenoffensief nog onzinnig. Het Duitse westelijk front was in elkaar gestort en de restanten ervan vluchtten naar de Duitse grens. Het mislukken van de luchtlandingsoperaties in de [[Slag om Arnhem]], die een snelle overgang over de Rijn hadden willen afdwingen, gaf de Duitsers echter de tijd een nieuw gesloten front te vormen. Het daarnaast nog opbouwen van een grote reserve bleek erg lastig. Men wist geen vijfenveertig divisies te verzamelen zoals Hitler gewenst had maar slechts zevenentwintig. Ook dat kon alleen maar door de normale opleidingsduur van nieuwe rekruten drastisch in te korten. Groepen tieners werden gemengd met een klein aantal veteranen om zogenaamde "Volksgrenadierdivisies" op te richten. Die hadden niet meer de tactische superioriteit die veel Duitse eenheden tot dan toe ten opzichte van geallieerde divisies bezeten hadden. Een beslissend nadeel was verder dat de Duitse eenheden een groot tekort hadden aan vrachtwagens terwijl de divisies van de westelijke geallieerden alle volledig waren gemotoriseerd. De logistieke ondersteuning schoot ernstig tekort. De munitieaanvoer was matig, de rantsoenen karig en de brandstofvoorziening minimaal. Men mocht slechts hopen Antwerpen te bereiken als onderweg steeds de grote geallieerde brandstofdepots in Duitse handen zouden vallen.
[[File:Houffalize Panzer V Panther 7-01-2012 10-49-15.jpg|left|thumb|Een Panther in Houffalize, eind 1944 de Duitse standaardtank]]
Omdat de infanterie zwak was, zouden de pantsertroepen een beslissende rol moeten spelen. Op 15 september waren er nog maar zo'n driehonderd Duitse tanks aanwezig aan het hele westfront. In de zomer van 1944 piekte de tankproductie echter en hoewel de geallieerde bombardementen de fabricage uiteindelijk sterk zouden doen verminderen, was het door een uitloop van het leveringsproces toch mogelijk de eenheden weer aardig op sterkte te krijgen. Op 15 december was het aantal tanks in het westen weer opgelopen tot 1097. Ruim een kwart daarvan was door mechanische gebreken niet direct inzetbaar. Daarbij konden niet alle tanks bij het Ardennenoffensief worden ingezet want de andere frontsectoren hadden een minimale pantserreserve nodig. In de eerste dagen werden zeven pantserdivisies in de strijd geworpen. Samen met wat kleinere verbanden telden die 608613 tanks. Iedere afzonderlijke divisie was dus niet al te groot. In deze fase van de oorlog telden Duitse pantserdivisies nog maar één pantserregiment, met twee tankbataljons. In mei 1940 rukten door de Ardennen ook zeven van zulke divisies op maar die hadden toen vijftienhonderd tanks. De sterkste divisie was nu de ''1. SS-Panzer-Division "Leibstandarte Adolf Hitler"'' die 124 tanks telde omdat ze versterkt was met de ''SS-Panzerabteilung'' 501, uitgerust met vijfenveertig [[Tiger II]]s. Nog eens tweeënveertig van die zware tanks bevonden zich in de onafhankelijke ''Schwere Heerespanzerabteilung'' 506.<ref>Thomas L. Jentz, 1999, ''Die deutsche Panzertruppe. Band 2, 1943-1945'', Podzun-Pallas Verlag, p 198-202</ref>
[[File:American tank destroyers.jpg|{{largethumb}}|Een M36 Tankjager op weg om een Tiger II te bevechten]]
De Amerikaanse troepen beschikten in de aangevallen sectoren over 483 tanks en waren dus iets in de minderheid. Dat zou echter niet lang duren. De Amerikanen lieten snel pantserreserves aanrukken in de vorm van zeven van hun eigen pantserdivisies. Dat waren grote eenheden: de ''2nd'' en ''3rd Armoured Division'' hadden ieder in beginsel 212 middelzware tanks en de overige 159. Begin januari was de geallieerde tanksterkte in de slag opgelopen tot zo'n 2400 voertuigen. Dat de Duitsers toch een kans meenden te hebben kwam doordat hun tanks gemiddeld een stuk beter gepantserd en bewapend waren dan de geallieerde standaardtank, de [[M4 Sherman]]. Die hoge pantsering leidde wel tot extra gewicht, wat niet zo gunstig was in het modderige terrein. Omdat de normale Sherman niet zo goed bewapend was, zetten de geallieerden grote hoeveelheden [[tankjager]]s in, licht bepantserde rupsvoertuigen met een sterk kanon, eerst meer nog dan echte tanks. Iedere Amerikaanse infanteriedivisie had een organiek tankbataljon en twee bataljons tankjagers en daarmee meer voertuigen met een zwaar vlakbaangeschut dan een Duitse ''Panzerdivision'' in feite bezat. Ook de Duitsers hadden echter van zulke tankjagers alsmede grote aantallen [[gemechaniseerd geschut]], voornamelijk het [[Sturmgeschütz III]]. Ook daarvan zou gedurende de hele slag de sterkte die van de eigenlijke tanks overtreffen.