IRAS (satelliet): verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k →‎Resultaten: micron → micrometer ("micron" is verouderd)
Daaf Spijker (overleg | bijdragen)
Regel 70:
Al deze maatregelen bleken zeer effectief, waardoor IRAS een gevoeligheid bereikte die het in theorie mogelijk maakte de warmtestraling van een fietslampje op 5000 [[kilometer|km]] afstand waar te nemen.
 
De waarnemingen vonden plaats met het hoofdinstrument, dat bestond uit 62 elementen met filters, en het Nederlandse DAX-instrument (Dutch Additional eXperiment) met een [[spectrometer]] en [[lichtmeter|fotometer]]. BeidenBeide gebruikten [[golflengte]]n van 12, 25, 60 en 100 [[micrometer (lengtemaat)|micrometer]] voor waarnemingen. Om vervuiling van de detector met [[stof (kleine deeltjes)|stof]] te voorkomen was het dewarvat [[vacuüm]] getrokken en hermetisch afgesloten met een deksel. Enkele dagen na de lancering werd dit deksel afgeschoten en begon IRAS met observaties.
 
Door het hoofdinstrument werden uiteindelijk ruim 350.000 individuele bronnen gedetecteerd, zoals [[ster (hemellichaam)|sterren]], [[sterrenstelsel]]s, [[interstellair stof]] en enkele onbekende objecten, met een nauwkeurigheid van 20 [[boogseconden]]. Bovendien werden enkele duizenden objecten aan een nadere inspectie onderworpen met behulp van het Nederlandse DAX-instrument. De bedrijfstemperatuur van de detectoren lag op 2 K, ofwel 2 graden boven het absolute nulpunt. De waarnemingen genereerden ruim 100 [[Megabyte|megabyte (MB)]] informatie per dag, die tijdelijk werd opgeslagen op twee datarecorders aan boord van de satelliet. Eens in de twaalf uur passeerde IRAS over het grondstation in Groot-Brittannië en werden de opgeslagen data 'gedumpt', met een snelheid van 1 miljoen [[bit (informatica)|bits]] per seconde. Na de datadump werd het observatieprogramma voor de volgende 12 uren naar de satelliet gestuurd en opgeslagen in de [[computer|boordcomputer]]. IRAS verrichtte zijn [[observatie]]s dus volledig geautomatiseerd en zelfstandig.