Slag om de Ardennen: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 99:
In eerste instantie werden de Amerikanen volledig overrompeld. De Duitsers begonnen met een artilleriebombardement, terwijl de troepen al snel oprukten naar de voor hen bestemde sectoren. De Amerikaanse [[voorpost (verdedigingswerk)|voorposten]] kregen pas in de gaten wat de betekenis van de artilleriebeschieting was, toen de eerste Duitse troepen uit de mist tevoorschijn kwamen. Het weer was precies zoals Hitler het gewenst had. Een laag wolkendek hield de Duitse troepenbewegingen volkomen verborgen voor waarneming vanuit de lucht. De geallieerde luchtstrijdkrachten bleven machteloos aan de grond.<ref name="Bericht2wo 2247" /> Toch verliep de Duitse opmars niet zo snel als gehoopt. Hitler had, gezien het beperkte aantal beschikbare tanks, bevolen dat het front alleen door de infanterie gebroken mocht worden. Die doorbraak moest dan worden uitgebuit door de pantsertroepen. De slecht getrainde volksgrenadiers bleken hierin niet zo effectief. Zo deden zich al de eerste vertragingen voor. Daarbij bleek het modderige terrein voor zware voertuigen bijna onbegaanbaar.
 
Alleen in de noordelijke en zuidelijke sectoren van het front ondervonden de aanvallers flinke weerstand. Tussen [[Bütgenbach]] en [[Monschau]], waar het 6e SS-Pantserleger zich bevond met twee pantserdivisies en vier infanteriedivisies, had zich het gevechtsklare Amerikaanse 5e Korps van [[Leonard Gerow|Gerow]] gevestigd, dat een aanval voorbereidde op de [[Roerdaldam]]. Toen ze de Duitsers zagen aankomen, namen ze defensieve stellingen in en trachtten ze de Duitsers af te stoppen. Op dit frontgedeelte liepen de Duitsers storm tegen een onwrikbare muur op de rug van de [[Elsenborn]]. De Amerikanen maakten hier optimaal gebruik van een van hun sterkste punten: een zware korpsartillerie met centrale vuurleiding. Vuur van grote aantallen 155 mm [[M59 'Long Tom']]s kon snel op iedere Duitse infanterieconcentratie verlegd worden. Dreigende doorbraken werden zo steeds afgestopt. Het standhouden van de "schouder" bij EisenbornElsenborn was een grote tegenvaller voor de Duitsers want zo ontbrak de ruimte om zich voor een aanval bij Luik te ontplooien. Het hele pantserleger raakte verzeild in een enorme verkeersopstopping. Uitzondering was de speciale ''Kampfgruppe Peiper'' die de opdracht had iets zuidelijker dan de Eisenborn als pantserspits een route naar de Maas te vinden en een ongeschonden brug te veroveren. Deze gevechtsgroep, de SS-Pz.Abt. 501 omvattend, uitgerust met de zware [[Königstiger]], zou in deze sector uiteindelijk de diepste penetratie bewerkstelligen.
 
Ook in het zuiden slaagden de vier infanteriedivisies van het 7e Duitse leger er niet in om door de Amerikaanse 4e Infanteriedivisie heen te breken. In de middelste sector, waar het 5e SS Pantserleger opereerde met drie pantserdivisies en vier infanteriedivisies, brak het front daarentegen wijd open. Langs de [[Our (Sûre)|Our]] werd de Amerikaanse 28e Infanteriedivisie, die een front van zestig kilometer moest verdedigen, zonder veel moeite opgerold door vijf Duitse divisies. In de Sneeuweifel werden twee regimenten van de onervaren 106e divisie omsingeld. De Amerikanen hielden drie dagen stand in hun frontstellingen, verwachtend dat hun pantserreserves de omsingeling zouden doorbreken. Toen hulp uitbleef en de munitie op raakte, besloten hun officieren de eenheden in één keer over te geven in plaats van naar het westen uit te breken, een beslissing die later zwaar bekritiseerd werd want dit vertegenwoordigde de grootse Amerikaanse overgave ooit op het Europese gevechtstoneel. Meer dan zesduizend man gingen in krijgsgevangenschap.<ref name="Ardennen Offensief 77">{{aut|Van den Hoek, K.A.}}, ''De Tweede Wereldoorlog, deel Het Ardennen Offensief'', Lekturama-Rotterdam, 1978, pag. 77</ref>