Hugo Rijhiner: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 39:
Volgens kolonel [[Sjoerd Albert Lapré]] werd Rijhiner in 1949 toegevoegd aan de staf van de Angkatan Perang Ratu Adil (APRA), de pro-Nederlandse militie onder leiding van kapitein [[Raymond Westerling]], en pleitte hij in die hoedanigheid voor de aansluiting van KNIL-onderdelen bij de APRA.<ref>Lapré 1999: 187</ref> Rijhiners betrokkenheid bij de activiteiten van de APRA kreeg grotere bekendheid toen Westerling op 5 januari 1950 een ultimatum liet bezorgen bij de Indonesische regering, waarin hij onder meer verlangde dat de regering de APRA zou erkennen als het leger van de deelstaat [[Pasoendan]]. Volgens [[Mohammed Hatta]] had Rijhiner dit ultimatum aan de regering overgebracht.<ref>De Moor 1999: 414-415</ref>
 
Op basis van dit gerucht werd Rijhiner op 7 januari 1950 gearresteerd en ondervraagd door generaal-majoor [[Eduard Engles]], die echter aan [[legercommandant]] [[Dirk Cornelis Buurman van Vreeden|Buurman van Vreeden]] rapporteerde dat de betrokkenheid van Rijhiner bij de zaak niet bewezen kon worden. Rijhiner werd vrijgelaten, maar zijn opzending naar Nederland werd in stilte voorbereid.<ref>De Moor 1999: 419-422</ref>
 
Nadat Westerling op 23 januari 1950 een couppoging in Pasoendan had ondernomen werd Rijhiner op 10 februari 1950 opnieuw aangehouden op op verdenking van betrokkenheid en ditmaal door kapitein F.H. Kriekhaus verhoord.<ref>De Moor 1999: 590</ref><ref>[http://www.gahetna.nl/collectie/archief/inventaris/index/eadid/2.09.95/inventarisnr/28/level/file NL-HaNA, Justitie / Excessen, 2.09.95, inv.nr. 28]</ref><ref>Peter Giesen (6 augustus 2012) [https://www.volkskrant.nl/nieuws-achtergrond/legerleiding-wist-van-westerlings-coup~b9a68d4e/ 'Legerleiding wist van Westerlings coup'], ''De Volkskrant''</ref> Rijhiner was zeer verbolgen over dit tweede arrest en ging in hongerstaking. Uiteindelijk werd Rijhiner opnieuw vrijgelaten en spoedig naar Nederland teruggezonden.<ref name="Wong 1984: 19"/>