Kasteel Rhijnestein: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Heronhomme (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 27:
== Geschiedenis ==
In 1248 wordt Rhijnestein voor het eerst vermeld in een oorkonde. De meest spraakmakende bewoner uit de geschiedenis van de toren betrok deze in 1368: [[Jan van Rynestein]], ridder en bastaardzoon van de bisschop van Utrecht. Hij trok ten strijde tegen [[Karel VI van Frankrijk]] en gijzelde in 1387 twee Franse goudsmeden die hij uit Henegouwen meenam, in Cothen gevangen hield en waarvoor hij losgeld incasseerde. In 1395 trok hij op tegen bisschop [[Frederik van Blankenheim]]. Een jaar later was hij ook in een oorlog verwikkeld met [[Hendrik II van Vianen]], burggraaf van Utrecht. En Jan van Rhijnestein plunderde met zijn manschappen [['t Goy]] in 1396. Als reactie op deze gebeurtenissen belegerde Hendrik van Vianen in opdracht van Frederik van Blankenheim het kasteel in 1396 drie dagen lang. Rhijnestein werd zwaar beschadigd, naar verluidt op de woontoren en de voorburcht na. Daarbij werd naar verluidt 300 man gevangengenomen.
[[File:Wapen Rynestein uit Buchelius' Inscriptiones.jpg|thumb|Wapen Rynestein, uit: ''Inscriptiones p. 32 van Arnoldus Buchelius 1565-1641'']]
Het huis gaat in 1515 over in vrouwelijke lijn op Johanna van Nyewael. Haar leen wordt in 1529 door [[Keizer Karel V|Karel V]] bevestigd. Toen echter in 1536 de lijst met [[Ridderhofstad|ridderhofsteden]] werd opgesteld, was er al enige tijd geen heer van Rhijnestein meer vertegenwoordigd in de [[Ridderschap (instituut)|Ridderschap]] van Utrecht. Dit is vermoedelijk de reden waarom Rhijnestein sinds de vaststelling van deze lijst niet meer kwalificeerde voor een zetel in de ridderschap.
 
Regel 38:
 
De tuin in [[Engelse landschapsstijl]] kreeg haar huidige vorm aan het einde van de 19e en begin 20ste eeuw. Vanuit het huis zijn, met uitzondering van de westelijke, in drie windrichtingen [[zichtas]]sen aangelegd.
 
== Heren en Vrouwen van Rhijnestein ==
Tot 1795 golden oude heerlijke rechten op Rhijnestein zoals het visrecht, het recht van duivenvlucht en het recht van zwanendrift. Deze heerlijke rechten leefden voort in het voeren van 'heer'of 'vrouwe' van Rhijnestein.
* Isabella van Westrenen 1778-1846, vrouwe van Rijnesteyn, kocht het huis in 1827. Zij was weduwe van Prof. Dr. Jan van Beeck Calkoen 1772-1811
* Mr. Willem Jabes van Beeck Calkoen 1806-1895, heer van Rhijnestein, hoogheemraad van de Lekdijk Bovendams
* Willem Arnoud van Beeck Calkoen 1846-1925, heer van Rhijnestein, burgemeester van Cothen en Langbroek, hoogheemraad en dijkgraaf van de Lekdijk Bovendams
* Wilhelmus Frederik van Beeck Calkoen 1880-1960, burgemeester van Cothen en Langbroek. Hij voerde de aanduiding niet; een aantal van de historische heerlijke rechten bestaan echter feitelijk tot op de dag van vandaag.
 
== Reeks woontorens ==
Rhijnestein vormt met Walenburg, Sandenburg, Lunenburg, Hindersteyn, Weerdestein, Sterkenburg en de Natewisch, mogelijk een soort middeleeuws verdedigingssysteem aan de noordzijde van de Rijn. Rhijnestein neemt echterhierin een aparte positie in: het is het meest westelijk gelegen gebouw en stond op een stroomrug tussen twee armen van de Kromme Rijn (de Voor- en de Achter-Rijn). De andere (uitgebouwde) woontorens, behalve de Natewisch die in de uiterwaard aan de Neder-Rijn staat, bevinden zich langs de [[Langbroekerwetering]] op destijds voor ontginning uitgegeven langgerekte percelen. Een dergelijk ontginningspatroon kent Rhijnestein niet.
 
{{Appendix|1=bronnoot| 2=