Toga (kleding in moderne tijd): verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Weerlink (overleg | bijdragen)
Weerlink (overleg | bijdragen)
Regel 33:
{{citaat|''De toga is een lange wijde mantel met een staande kraag ter hoogte van ongeveer 4 cm, welke kraag aan de voorzijde in het midden een opening heeft van 8 cm. De toga is geheel gemaakt van zwarte stof, neerhangende tot ongeveer 10 cm boven de grond, in het midden van de achterzijde onder de kraag, evenals zijwaarts aan de bovenkant van de wijde mouwen, geplooid ingenomen, met aan de onderkant der mouwen omslagen ter breedte van ongeveer 20 cm en aan de voorzijde in het midden van boven tot onder om de 5 cm voorzien van een niet glimmende kleine zwarte knoop, een en ander in overeenstemming met de bij dit Reglement gevoegde afbeeldingen.''}}
 
De toga wordt altijd gesloten gedragen. De Nederlandse toga wordt niet met de kleine sierknoopjes aan de buitenkant gesloten, maar met van de buitenkant onzichtbare grotere knopen aan de binnenkant. De bef wordt via een knoopje aan de toga bevestigd, dan wel met een strikje om de hals gestrikt. De bef bestaat uit twee reepjes stof van elk 30 cm lang en 11 plooitjes breed. In de stof zijn 11 plooitjes geplisseerd. De plissé zijn meestal 5, 6 of 7mm. Het plisseren van stof wordt nog maar op 1 plaats gedaan in Nederland: Breda. De voorschriften omtrent de toga's en de bef gelden uitsluitend voor rechtszittingen. Op hun kantoren dragen rechterlijke ambtenaren en advocaten gewone burgerkleding. Bij sommige rechtszittingen, bijvoorbeeld bij zaken waarbij kinderen worden gehoord, kan de rechter beslissen, dat de toga niet behoeft te worden aangetrokken om het kind niet onnodig te verwarren. De toga wordt boven de normale kleding gedragen en is ondoorzichtig zodat van de normale kleding hooguit de schoenen zichtbaar zijn.
 
Oorspronkelijk hoorde bij de advocatentoga een [[baret]]. Deze was niet bedoeld om voortdurend gedragen te worden, maar werd alleen opgezet, als een advocaat het niet eens was met de opstelling van de rechter. Openlijk protesteren is voor een advocaat niet mogelijk, want bij zijn beëdiging heeft hij 'eerbied voor de rechterlijke macht' gezworen of beloofd. Als een advocaat met baret op zijn [[pleidooi (recht)|pleidooi]] voordroeg, heette dat 'met gedekt hoofd pleiten', dus 'over de hoofden van de aanwezigen heen'. Maar binnen de rechtbank ging het als een lopend vuurtje rond, dat een advocaat met die rechter een probleem had. Tegenwoordig is het dragen van een baret ongebruikelijk; het kledingstuk is niet verplicht en de meeste advocaten kennen het gebruik niet eens, laat staan dat zij een baret bezitten.