Leo De Maeyer: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting |
belangrijkste opkuis van wikipedia-opmaak, wieden in te gedetailleerde informatie, enkele vertalingen juister gezet, infobox toegevoegd |
||
Regel 1:
{{Wiu|Niet geheel geslaagde vertaling van het Duitse artikel, zonder bronvermelding|2019|05|20}}
{{Infobox wetenschapper
'''Leo Carl Maria De Maeyer''' (* [[8 december]] [[1927]] in [[Hombeek]], [[België]]; † [[18 juni]] [[2014]] in [[Göttingen (stad)|Göttingen]], [[Duitsland]]) was een Belgisch fysisch chemicus, wetenschappelijk lid van het Max-Planck-Gesellschaft en vroeger directeur aan het [[Max-Planck-Institut für biophysikalische Chemie]] in Göttingen. Hij leverde een belangrijke bijdrage aan de ontwikkeling van de methodes voor de bepaling van de snelheid van extreem snelle reacties waarvoor [[Manfred Eigen]] in het jaar 1967 de [[Nobelprijs voor Scheikunde]] ontving.▼
| naam = Leo De Maeyer
| afbeelding = DeMaeyer Leo C M 1.jpg
| onderschrift = Leo De Maeyer (1971)
| volledigenaam = Leo Carl Maria De Maeyer
| geboortedatum = [[8 december]] [[1927]]
| geboorteplaats = [[Hombeek]]
| sterfdatum = [[18 juni]] [[2014]]
| sterfplaats = [[Göttingen]] ([[Duitsland]])
| vakgebied = [[Fysische Chemie]]
| onderzoek1 =
| publicaties =
| bekendvan = Methodes voor de bepaling van de snelheid van extreem snelle reacties
| Alma Mater = [[Katholieke Universiteit Leuven]]
| promotor = J.C. Jungers
| religie =
| hobby =
| handtekening =
| handtekeningpx =
| website =
| portaal = Scheikunde
| extra portaal =
| extra portaal2 =
}}
▲'''Leo Carl Maria De Maeyer''' (
== Biografie ==
De Maeyer was de derde zoon van Franz De Maeyer en Renée Meuldermans. Franz De Maeyer was in de periode 1924-1930 gewestbeheerder in [[Belgisch-Kongo]], vanaf 1930 verbonden aan de publiciteitsdienst van [[Het Laatste Nieuws]] en vanaf 1938 zelfstandig accountant in [[Mechelen]].
Leo De Maeyer volgde Grieks-Latijns aan het Koninklijk Atheneum te Mechelen en studeerde vanaf 1945 scheikundige wetenschappen aan de [[Katholieke Universiteit Leuven]] (KUL). De Maeyer begon zijn doctoraat in 1950, maar ging in 1952 in legerdienst. Tijdens zijn dienstplicht werkte De Maeyer onder andere aan het Laboratorium voor Chemische Toepassingen (ETAC) te [[Vilvoorde]]. Hij eindigde zijn dienst in 1954 als 2de reserve-[[luitenant]].
In hetzelfde jaar promoveerde De Maeyer in fysische chemie bij J.C. Jungers. Hierna trok hij naar het Max-Planck-Instituut voor Fysische Chemie in Göttingen, waar hij in 1956 wetenschappelijk assistent werd.<ref>historisches Dokument: Curriculum Vitae verfasst von Prof. Dr. Leo C.M. De Maeyer im November 1995 anlässlich der Emeritierung, Archiv der MPG, Berlin: AMPG, III. Abt., Rep. 131, Nr. 1</ref>.
De Maeyer verbleef in 1961 en 1962 als
In 1965 volgde de benoeming tot "Wissenschaftliches Mitglied der Max-Planck-Gesellschaft" (Scientific Fellow).
Na de oprichting van het
De Maeyer was sinds 1968 gasthoogleraar aan de [[Katholieke Universiteit Leuven]] (KUL) en sedert 1969 als buitengewoon hoogleraar verbonden aan de KUL, waar hij het Laboratorium voor
Van 1978 tot 1981 was De Maeyer
Leo
== Werkdomein ==
Het wetenschappelijke werkdomein van
De Maeyer ontwikkelde in de jaren ’50 en ’60 de technologie voor het onderzoek van snelle en elementaire chemische reactiemechanismen in oplossing met de methode der chemische relaxatie. Het door hem ontwikkelde gebruik van hoge
▲Als onderzoeksdirecteur en researchmanager initieerde hij de ontwikkeling van nieuwe instrumenten en methoden voor vele onderzoekstoepassingen in het bereik van chemie en biologie. Initiatieven tijdens zijn tijd bij EMBL waren een eerste ontwikkeling van laser-scanning confocale microscopie, toepassing van sychrotron-straling in het bij DESY in Hamburg gevestigde EMBL-buitenstation, ontwikkeling van 2D.X-straal- detectoren, computer-beeldverwerking in elektronenmicroscopie en X-stralen-diffractie zoals innovatieve DNA-sequenceringsmethodes door fluoreszenzmarking<ref>historisch document, Leo De Maeyer, 08.09.2011, tabellarische levensloop</ref>.
== Bijdrage tot de Nobelprijs Scheikunde 1967 ==
Na de toetreding tot het Max-Planck-Institut voor
Met behulp van de methode der chemische relaxatie (storing van evenwichtstoestanden en observatie van de terugkeer naar het evenwicht) konden Eigen en De Maeyer in 1955 de snelheid en het mechanisme der neutralisatiereactie H<sup>+</sup> + OH<sup>–</sup> = H<sub>2</sub>O onderzoeken. Dit werd tot dan toe als onmogelijk beschouwd. In de hiertoe gebruikte techniek werd het dissociatie-evenwicht in zeer zuiver water door een kortstondig aangelegd hoogspanningsveld verschoven en de verandering der geleidbaarheid oscillografisch geregistreerd.
Het was nodig een speciale elektronische impulsgever te bouwen om de hoogspanningsgelijkrichter en de oscillografische apparatuur te synchroniseren. Een bijzondere brugmethode (nu Exponat [[Deutsches Museum Bonn]]).<ref>[http://www.deutsches-museum.de/bonn/sammlungen/tradition-vision/01/02/impedanz-messbruecke/ Deutsches Museum Bonn: Impedanz-Messbrücke]</ref> met meerdere elektrolytencellen en teruggekoppelde versterker moesten ontworpen en gebouwd worden. Allerzuiverst conductiviteitswater moest gemaakt worden met een dubbele destillatieapparatuur onder stikstofstroom om de theoretische geleidbaarheid van zuiver water zo dicht mogelijk te benaderen. Het maken van dit zogenoemde “Kohlrausch-Wasser” is zo moeilijk, dat het voordien maar één keer gelukt is, nl. 60 jaar eerder, in 1894<ref>[https://onlinelibrary.wiley.com/doi/abs/10.1002/andp.18942891002/ Kohlrausch-Wasser]</ref>.▼
▲
De resultaten worden voor het eerst gepresenteerd op de [[Bunsentagung]] in mei 1955 in Goslar <ref>Z. Elektrochem. 59 (1955) 142</ref> en gemeenschappelijk gepubliceerd in 1955 <ref>Die Geschwindigkeit der Neutralisationsreaktion in Naturwissenschaften, 42, 413 (1955)</ref>.▼
▲De resultaten worden voor het eerst gepresenteerd
Dit onderzoek leidde naar een studie van de zelfdissociatie van H<sub>2</sub>O in ijskristallen teneinde de beweeglijkheid van protonen in waterstofbruggen te bepalen.
In die periode was Göttingen het internationaal centrum van de relaxatiechemie.
De Nobelprijs voor Scheikunde 1967 werd toegekend aan de onderzoeksgroepen [[Ronald George Wreyford Norrish|Norrish]] en [[George Porter
Eigen wees in de Nobelvoordracht<ref>[https://www.nobelprize.org/nobel_prizes/chemistry/laureates/1967/eigen-speech.html Nobelpreisrede von Manfred Eigen]</ref> op de bijdrage van De Maeyer en deed dit ook later in vele van zijn voordrachten.
Regel 54 ⟶ 84:
== lidmaatschap in wetenschappelijke en technische verenigingen ==
* Bunsengesellschaft
* Neuroscience research Program NRP (1962–)
* Wissenschaftliches Mitglied (Scientific Fellow)
* [[Institute of Electrical and
* VCV [[Koninklijke Vlaamse Chemische Vereniging]],
* [[National Academy of Engineering]], USA, elected foreign associate (1998–)<ref>[https://www.nae.edu/30389.aspx Leo C.M. De Maeyer NAE]</ref>
* [[American Optical Society]] (1964–1984)
* [[International Union of Pure and Applied Biophysics]] (IUPAB), Council Member (1981–1990).
Regel 75 ⟶ 105:
{{Commonscat}}
==
* Artikel J.J. Jennen: „Over Dr. Leo C.M. de Maeyer en diens bijdrage tot de jongste Nobelprijs Chemie“, Het Ingenieursblad 37e jaargang 1968, nr. 13–14 513–531
* Het Laatste Nieuws van 09.11.1967 bz 1 en 6
* Gazet van Mechelen van 14.11.1967 bz 13 en 22.08.1969 bz 7
* Martin Hinoul, Geniale geesten: 110 jaar Nobelprijzen, 2011, Leuven University Press, bz. 176 [https://books.google.de/books?id=QtJAHmogX4EC&pg=PA176&dq=Maeyer#v=onepage&q=Maeyer&f=false]
* Nationaal Biografisch Woordenboek: lemma Leo Carl Maria De Maeyer door Hendrik Deelstra, vol. 23, 2018, col. 777–785, Belgien▼
== Literatuur ==
▲
{{Appendix}}
Regel 95 ⟶ 127:
[[Categorie:Belgisch scheikundige]]
[[Categorie:Hoogleraar aan de Katholieke Universiteit Leuven]]
|