Arabier (paard): verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
RobotE (overleg | bijdragen)
k wanneer is tegenwoordig?, replaced: tegenwoordig → tegenwoordig{{wanneer?||2019|03|17}} , Tegenwoordig → Tegenwoordig{{wanneer?||2019|03|17}} met AWB
Regel 36:
 
== Uiterlijk ==
De Arabische volbloed is een gespierd paard maar weegt vaak niet veel meer dan 500 kilo. hij staat erom bekend dat hij ook vaak prijzen wit met keuringen. De stokmaat was oorspronkelijk tussen de 1,40 en de 1,50 meter, maar tegenwoordig{{wanneer?||2019|03|17}} worden ook grotere arabieren gefokt die soms wel een stokmaat hebben tot 1 meter 65. De gemiddelde grootte blijft wel rond de één meter vijftig liggen. Het paard heeft een vrij klein hoofd met grote uitdrukkingsvolle ogen en een fijngevormde neus. De meeste arabieren hebben een holle knik in de neus (een ''concaaf'' profiel). De oren zijn klein en spits. De hals is smal en een beetje gebogen en de borst is naar verhouding breed. De staartdracht is sierlijk en van het lichaam af gedragen. De croupe is bij voorkeur iets vlak en vrij kort. Het paard beweegt zich sierlijk en soepel, vooral in [[draf]]. Ook heeft de arabier een hoge staart. Het ras komt voor in de [[Vachtkleur bij paarden|vachtkleuren]] vos, bruin, zwart en verschillende varianten schimmel met daarbij de schimmelvariant van de hoofdkleuren. Het ras heeft soms witte aftekeningen op de benen en aan het hoofd. Sommige arabieren hebben in tegenstelling tot de overige paarden slechts 17 ribben in plaats van de gewoonlijke 18 ribben.
 
Opmerkelijk in verband met de neuslijn is het verhaal van Linda Tellington-Jones.<ref>Linda Tellington-Jones: ''Getting in Touch: Understand and Influence Your Horse's Personality.'')</ref> Bekend is, dat met name in Europa, arabieren werden gefokt met een concave neuslijn. De beroemde Lady Wenthworth selecteerde haar paarden daar speciaal op. Linda Tellington Jones viel het op, dat in Arabische landen deze vorm van het hoofd niet overheerste. Hierop kreeg zij van de Arabische fokkers te horen, dat men deze paarden als 'zenuwpezen' beschouwde en er bij voorkeur niet mee fokte.