Zesdaagse Oorlog: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
israel provoceerde met haar boeren in de gedemilitariseerde zone Ilan Pappe , pag. 18. Mag ook wel in de inleidingstekst
andere lezing: van Ilan Pappe,angst van het volk is niet nodig...hét moment (de rest (van Eretz Israel) zal eens komen, Ben Gurion eind nov 1947 na het accepteren van res. 181 AVVN partitie)
Regel 22:
 
Als uitkomst van de [[Suezcrisis]] van 1956, werd de Egyptische [[Sinaï (schiereiland)|Sinaï]] gedemilitariseerd en de [[Golf van Akaba]] geopend voor de Israëlische scheepvaart. Vanaf 1949 waren er conflicten met Syrië. Dit land reageerde steeds militair wanneer Israël haar boeren land lieten bewerken binnen de gedemilitariseerde (grens)zone. Vanaf 1964 deden er zich steeds ernstiger grensconflicten voor. Het revolutionaire Syrische regime stond toe dat vanaf haar grondgebied guerrilla-aanvallen werden uitgevoerd door de [[Palestijnse Bevrijdingsorganisatie|PLO]]. In mei 1967 vreesde Syrië dat Israël wilde oprukken naar [[Damascus]] om de radicale Syrische regering ten val te brengen. De Egyptische president [[Gamal Abdel Nasser]] liet hierop zijn leger de Sinaï weer binnentrekken. Ook toen bleek dat het om een vals alarm ging, verhoogde Nasser de druk door op 22 mei de [[Straat van Tiran]] te sluiten. De Arabische wereld raakte hierop in oorlogsstemming wat de Israëlische bevolking beangstigde. Een nieuwe Israëlische [[regering van nationale eenheid]] besloot een mogelijke opbouw van een overmacht aan Arabische troepen te voorkomen door op korte termijn als eerste aan te vallen.
 
Een andere lezing mbt dit laatste is dat de Israëlische regering heel goed wist dat Israël militair superieur was, dat de angst van het volk niet op de realiteit steunde, maar dat voor kabinet en legerstaf de discussie ging over of nu het militair én politiek juiste, zolang verhoopte, moment gekomen was om de [[Westelijke Jordaanoever]] met de Oude Stad van [[Jeruzalem]] , dus héél "het Land van Israël" (Eretz Jisrael) in te gaan nemen <ref> Zie literatuur: Ilan Pappe, hoofdstuk 1, The War of Choice</ref>.
 
In de ochtend van 5 juni 1967 werd de Egyptische luchtmacht vernietigd door een Israëlische verrassingsaanval. Die dag brak een onverwachte frontale aanval in het noorden van de Sinaï door de Egyptische verdediging. Op 6 juni kreeg het Egyptische leger het bevel zich over het [[Suezkanaal]] in veiligheid te stellen waarbij het grootste deel van het zware materieel achtergelaten werd. Op 5 juni ging koning [[Hoessein van Jordanië]] niet in op een Israëlisch voorstel om neutraal te blijven. Op 7 juni werd na felle gevechten heel [[Jeruzalem]] door het Israëlische leger veroverd en verloren de Jordaniërs een tankslag in [[Samaria (regio)|Samaria]]. Dezelfde dag trok het Jordaanse leger zich terug over de [[Jordaan (rivier)|Jordaan]] en werd de [[Westelijke Jordaanoever]] bezet. De Israëlische minister van Defensie [[Moshe Dayan]] besloot om de Syrische [[Hoogten van Golan]] in te nemen voordat een wapenstilstand opgelegd door de [[Veiligheidsraad]] in werking trad. Op 9 juni werd, ondanks zware Israëlische verliezen, het noordelijk deel van de hoogvlakte veroverd. Op 10 juni gaf de Syrische regering het zuidelijk deel op om de hoofdstad Damascus te beschermen; om 18:30 ([[UTC+2|plaatselijke tijd]]) kwam aan alle gevechten een einde.