Indische filosofie: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 171:
* het [[edele achtvoudige pad]] tot opheffing van het lijden (''[[magga]]'')
 
Volgens Boeddha was de wereld opgebouwd uit een oneindig aantal basiselementen, de levenloze ''[[Dhamma|dharma's]]''. Deze ''dharma's'' ontstaan en vergaan continu en daarmee ook alle voorwerpen, dieren en ook mensen. Daarmee verandert ook de 'ik' continu en is er geen sprake van een 'zelf' of ''atman'', maar van een niet-zelf of ''[[anatman]]''. Er kan ook niet gesproken worden over verleden-heden-toekomst, er is sprake van een opeenvolging van hedens. Er is echter wel een verband tussen deze ''dharma's'', het [[afhankelijk ontstaan]] (''pratitya-samutpada'') – een vorm van [[Oorzakelijkheid|causaliteit]]. Voor de mens komt dit terug in het [[levensrad]] met zijn twaalf ''[[nidana]]'s'' – oorzaken of schakels – dat de ''[[samsara]]'' of de cyclus van dood en wedergeboorte uitbeeldt:
[[Bestand:Paticca-Samuppada.JPG|{{largethumb}}|Het [[levensrad]]]]
#''[[avidya]]'', onwetenheid