Vluchtmisdrijf (wegverkeer): verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k ontroden + tp
Met met => met een
Regel 14:
Het [[Openbaar Ministerie in Nederland|Openbaar Ministerie]] kan beslissen geen [[strafvervolging]] in te stellen wegens vluchtmisdrijf, in het geval van artikel 4 § 1 a van de Rijwet 1971, wanneer de weggevluchte bestuurder zich bij de [[politie]] aangeeft binnen de vier uur na het ongeval. Dat wordt bepaald door artikel 4 § 2 van de Rijwet 1971: '2. Strafvervolging op grond van lid 1, aanhef en onder a, tegen de in dat lid bedoelde bestuurder kan achterwege gelaten worden indien deze binnen vier uren na het ongeval, voordat hij als verdachte is aangehouden of verhoord, vrijwillig van het ongeval kennis geeft aan één der personen belast met het opsporen van feiten, strafbaar gesteld bij of krachtens deze wet en daarbij tevens de opgaven doet, vereist voor de vaststelling van de identiteit van zijn persoon en, voor wat betreft de bestuurder van een motorrijtuig, van het motorrijtuig en van degene die tijdens het ongeval het motorrijtuig bestuurde.' Deze wettelijk voorziene [[seponeringsbevoegdheid]] geldt alleen in het geval van artikel 4 § 1 a van de Rijwet 1971. Zij kan niet toegepast worden wanneer de wegvluchtende bestuurder een [[gewonde]] achterlaat.
 
Vluchtmisdrijf (overtreding van artikel 4 van de Rijwet 1971) wordt gestraft met meteen gevangenisstraf van ten hoogste één jaar. Dit is bepaald in artikel 19 § 1 van de Rijwet 1971: 'Handelen in strijd met een verbod, omschreven in de artikelen 3, 4 en 13, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste één jaar.'
 
In geval van vluchtmisdrijf is [[voorlopige hechtenis]] mogelijk. Dat blijkt uit artikel 56 § 3 b van het [[Wetboek van Strafvordering (Suriname)|Wetboek van Strafvordering]]: 'Het bevel kan worden verleend: b in geval van een misdrijf waarop naar de wettelijke omschrijving gevangenisstraf van vier jaren of meer is gesteld, '''of van een der misdrijven omschreven''' in de artikelen 173, 178, 231, 232, 291, laatste lid, 306, 309, 313, 345, eerste lid, 360, eerste lid, 361, eerste lid, 374, 375, 378, 381, 386, 387,393, 398, 414, eerste lid, 416, 429, 455, 456, 459, 480 van het Wetboek van Strafrecht, '''in artikel 4 lid 1''' en artikel 20 lid 3 '''van de Rijwet 1971''' en in artikel 22 der Vuurwapenwet (G.B. 1930 No. 73).'