Soort: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
aanpassing |
→Lamarck en Darwin: aanvulling |
||
Regel 38:
Darwin en [[Alfred Russel Wallace|Alfred Wallace]] stelden de [[evolutietheorie]] op, die de basis voor de moderne biologie vormt. Volgens Darwin zijn het de populaties die evolueren, niet de individuen. Zijn argument berust op een beschouwingswijze die ten opzichte van Linnaeus' radicaal nieuw was: in plaats van soorten te definiëren aan de hand van een ideale vorm en van dat ideaal een voorbeeld te zoeken, beschouwde Darwin variatie tussen individuen als een natuurlijk gegeven. Verder redeneerde hij dat dergelijke variatie voor de populatie een goede zaak is in plaats van een hinderlijk en problematisch verschijnsel.
In het voetspoor van [[Thomas Malthus]] redeneerde hij dat een populatie vaak
Deze overlevenden gaven geen verworven eigenschappen door aan hun nageslacht maar hun overgeërfde eigenschappen. Maar omdat de omgeving bepaalt welke organismen de kans krijgen om zich voort te planten, bepaalt die ook welke eigenschappen van het organisme bewaard blijven. Dit is de theorie van [[Evolutie (biologie)|evolutie]] door [[natuurlijke selectie]]. In een populatie hebben bijvoorbeeld sommige dieren langere, en sommige kortere nekken. Als alle blaadjes hoog groeien zullen de dieren met korte nekken doodgaan; die met lange nekken zullen gedijen. Dergelijke processen kan men tegenwoordig gemakkelijk observeren bij het ontstaan van resistente bacteriestammen. De ontwikkeling van de [[genetica]] heeft, vele jaren na Darwin, laten zien door welke mechanismen variabiliteit ontstaat en hoe zulke kenmerken van generatie op generatie worden doorgegeven.
|