Evolutie van de mens: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
→‎Baby's in draagdoeken: Tijdelijk op de OP geparkeerd
Regel 104:
 
== Gebruik van werktuigen ==
[[Bestand:Oropendola Nest (5771092993).jpg|thumb|Om het gebruik van menselijke technologie te relativeren: Deze vogels bouwen hangende nesten met alleen hun bek en klauwen]]
Het gebruik van werktuigen is niet alleen een teken van [[intelligentie]], maar heeft mogelijk ook de evolutie van de mens beïnvloed. Gedurende de laatste 2 of 3 miljoen jaar is het menselijk brein driemaal zo groot geworden. Een brein vraagt veel energie en dat van de hedendaagse mens gebruikt ongeveer 20 [[watt (eenheid)|watt]] (ongeveer 1675 [[joule|kilojoule]] of 400 [[calorie|kilocalorie]] per dag), hetgeen overeenkomt met een vijfde van de totale menselijk energieconsumptie. Vroege hominoïden, zoals apen, waren hoofdzakelijk [[planten]]eters ([[Fruit (hoofdbetekenis)|vruchten]], [[blad (hoofdbetekenis)|bladeren]] en [[Wortel (groente)|wortels]]), nu en dan aangevuld met vlees, meestal [[aaseter|aas]]. Vlees heeft een hogere voedingswaarde dan plantaardig voedsel, maar voor het jagen op grote dieren waren werktuigen zoals speren onontbeerlijk. Zodoende kon door het vervaardigen van werktuigen een groter en complexer brein onderhouden worden terwijl daarmee weer inventievere (vernieuwende) en efficiëntere werktuigen gemaakt konden worden. Wanneer precies begonnen werd met het maken van werktuigen is moeilijk aan te geven, omdat de meest primitieve werktuigen moeilijk te onderscheiden zijn van natuurlijk gevormde voorwerpen. Er is enig bewijs dat de [[Australopithecus|australopithecinen]] (4 miljoen jaar geleden (4Ma)) gebroken beenderen als werktuig gebruikten, maar dit is nog aan discussie onderhevig.