Justus Lipsius: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
AGL (overleg | bijdragen)
kGeen bewerkingssamenvatting
AGL (overleg | bijdragen)
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 53:
 
== Epiloog ==
Vele vragen blijven onbeantwoord. Sommige auteurs{{Bron?|Wie?|2018|03|26}} vragen: is zijn devotie tot [[Maria (moeder van Jezus)|Onze-Lieve-Vrouw]] oprecht geweest? Hoe is het mogelijk dat de kritische Lipsius, met zijn losbandige en later protestantse verleden weer spontaan katholiek is geworden? In welke mate vond hij godsdienst belangrijker dan zijn affiniteit met de stoïcijnse [[filosofie]]? Was het zijn bedoeling met beide werkjes over de [[Mariaverering]] de autoriteiten - met name Albrecht en Isabella - het uitdrukkelijke bewijs te leveren van zijn rechtgeaarde katholieke overtuiging, om bij hen op een goed blaadje te komen? Vooral de Mariaverering was een doorn in het oog van de protestanten en de beeldenstormers geweest. Ongetwijfeld heeft Lipsius de bijzondere devotie van de aartshertogen tot Onze-Lieve-Vrouw gemerkt: onder invloed van het ideeëngoed van het [[Concilie van Trente]] en gesteund door de jezuïeten voerden zij een kerkpolitiek om de aloude Mariaverering in de Zuidelijke Nederlanden te bevorderen. Meer dan eens stelden zij voor een goede afloop van hun militaire ondernemingen in Maria, de [[Theotokos|Moeder van God]], hun vertrouwen. Zo nog recent bij het [[belegBeleg van Oostende]] (1601-1604), dat voor hen gelukkig afliep, waarna zij besloten uit dankbaarheid [[Scherpenheuvel (stad)|Scherpenheuvel]] in te richten als een stad voor Maria, inclusief de plannen voor een nagelnieuwe bedevaartkerk.
 
Of wilde Lipsius, in het aanschijn van de dood, met zijn Schepper in het reine komen? Misschien is zijn neiging om ''iets goed te maken'' wel kenmerkend voor de [[depressie (klinisch)|depressie]] waaraan hij leed. In zijn voorwoord tot de lezer{{Bron?|Waar precies?|2018|03|26}} verklaart Lipsius onomwonden dat hij reeds in zijn prille jeugd Onze-Lieve-Vrouw tot zijn schutsvrouw (patrones) en leidsvrouwe verkoos. Zijn latere katholieke devotie kan ook een terugkeer of vlucht naar zijn eigen jeugdjaren vormen - in die tijd waren het katholieke christelijke geloof en de verering van Maria bij de bevolking van de noordelijke en zuidelijke Nederlanden nog een vanzelfsprekendheid.