Samenwerkende Maatschappij Vooruit Nr.1: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Martijn Amsab (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Martijn Amsab (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 24:
 
=== Beginjaren ===
Na enkele jaren kende de maatschappij een grote ontwikkeling. De gedurfde keuze voor de installatie van industriële bakkersovens bleek een meesterlijke zet. De winsten van de broodverkoop maakten een stelselmatige uitbreiding van de actieradius en het dienstenpakket mogelijk, wat tot uiting kwam in de inzet van broodkarren, de oprichting van een ziekenbeurs, de verkoop van kleding en de opstart van apotheken. Naast de commerciële activiteiten werden ook politieke propaganda en ontspanning (met politieke meetings, toespraken en toneelopvoeringen) niet uit het oog verloren.
De drijvende kracht in die tijd was [[Edward Anseele]] die de leiding nam over de coöperatie. Anseele wilde een eigen circuit van winkels, volkshuizen, apotheken en fabrieken opzetten. Hierin slaagde hij grotendeels en dit werd aangevuld met een eigen weverij, brouwerij ([[Brouwerij Vooruit]]), suikerfabriek en bank ([[Bank van de Arbeid]]). Daarnaast waren ook tal van sociale zekerheden voorzien zoals een kraambedfonds en eigen pensioen.
De voortrekkers in de eerste jaren waren [[Paul Verbauwen]], [[Edmond van Beveren]] en de meer bekende [[Edward Anseele]]. Die laatste trok de leiding van de coöperatie steeds meer naar zich toe. Anseele droomde van een parallelle socialistische economie, waarmee hij de kapitalistische zou bekampen: dit [[‘Modèle Gantois’]] kreeg heel wat aandacht en navolging, zowel in binnen- en buitenland, maar was ook voer voor controverse: zijn tegenstanders beschuldigden hem ervan een zakenman en kapitalist te zijn, die de socialistische ideologie verried. Vooruit bouwde een netwerk van winkels, volkshuizen en apotheken uit, en werd op haar beurt de klant van tal van socialistische fabrieken. Er kwam een weverij, brouwerij ([[Brouwerij Vooruit]]), suikerfabriek en uiteindelijk zelfs een bank ([[Belgische Bank van de Arbeid]]). Daarnaast waren ook tal van sociale zekerheden voorzien zoals een kraambedfonds en eigen pensioen. <ref>Guy VANSCHOENBEEK, Onroerend rood: het Gentse oeuvre au rouge: wandeling langsheen de bouwkundige geschiedenis van het socialistische Gent, Gent: AMSAB, 1991, 69 p.</ref>
<ref>Knack 17 april 2013 p. 71</ref>
 
De Vooruit had haar hoofdkwartier in [[Ons Huis-Bond Moyson|Ons Huis]], een gebouw gelegen aan de noordkant van de [[Vrijdagmarkt (Gent)|Vrijdagmarkt]] te Gent. Hierin was ook een eigen supermarkt ondergebracht die was gebouwd naar het voorbeeld van [[Le Bon Marché (Frankrijk)|Le Bon Marché]] te [[Parijs]]. Het staat momenteel op de lijst van onroerend erfgoed en is in handen van de coöperatie en het ABVV. Dit gebouw en de andere lokalen die verspreid waren over de stad, waren al snel te klein. Men wilde een eigen groots gebouw zoals het [[Maison du People]] van [[Victor Horta]] in [[Brussel (stad)|Brussel]]. Men kocht daarom grond aan aan de [[Sint-Pietersnieuwstraat]], zodat de achterzijde vanaf het [[Station Gent-Zuid|Zuidstation]] eveneens zichtbaar was. Men wilde dit gebouw klaar hebben tegen de [[Wereldtentoonstelling van 1913]] te Gent. Echter het cafégedeelte was toen klaar. Het feestlokaal de Vooruit was een cultuurtempel waarin ook de goedkoopste en drukst bezochte cinema van de stad was.
 
=== Terugval ===
In 1934 ging de [[Bank van de Arbeid]] over de kop als gevolg van de nasleep van de [[Grote Depressie]]. Tijdens de oorlog werd het gebouw opgeëist en gebruikt door de [[België in de Tweede Wereldoorlog|Duitse bezetters]]. In 1946 kreeg de coöperatie het lokaal terug, maar door de opkomst van ander tijdverdrijf verminderde het aantal bezoekers. Langzamerhand daalden de inkomsten van de coöperatie en werd de ene na de andere zaal gesloten of gebruikt als opslag voor afval. Op het einde, in de [[1960-1969|jaren 60]], werd het gebouw enkel nog voor wekelijkse kaartingen en dansavonden gebruikt.