Algen: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
k Link naar doorverwijspagina gerepareerd (Morfologie naar morfologie (biologie)), met behulp van pop-ups
Regel 30:
'''Algen''' of '''wieren''' (oude [[Binomiale nomenclatuur|wetenschappelijke naam]]: ''Algae'') is een informele verzamelnaam voor een grote, diverse groep [[organisme]]n. Algensoorten hebben gemeenschappelijk dat ze hun [[Fotosynthese|energie halen uit zonlicht]] en produceren daarbij [[Dizuurstof|zuurstof]]. De diverse groepen van algen zijn evolutionair onderling weinig verwant.<ref>{{Citeer boek|auteur = Raven, P. Evert, R|datum = 2013|titel =Biology of Plants, 8th edition |uitgever =W.H. Freeman Publishers|pages=243-245|ISBN = 9781464113512 |chapter=Protists: algae and heterotrophic protists|taal =en}}</ref> Een voorgestelde definitie stelt dat algen "het groene pigment [[chlorofyl]] bevatten voor fotosynthese, en geen steriele laag cellen hebben die om hun [[gameet|gameten]] is gelegen".<ref>{{citeer boek |auteur=Lee, R. E. |year=2008 |title=Phycology |publisher=Cambridge University Press|taal=en}}</ref> Deze definitie is echter niet sluitend, omdat deze definitie dan de [[kranswieren]] zou uitsluiten.
 
De algen vertonen een grote [[Morfologiemorfologie (biologie)|morfologische]] diversiteit. Ze variëren in grootte van eencellige [[microalgen]] zoals ''[[Chlorella]]'' en de [[diatomeeën]], tot reusachtige meercellige soorten zoals de [[reuzenkelp]], die tientallen meters lang kan worden. Algen kenmerken zich door hun relatief eenvoudige bouw. De weefsels van algen met een [[thallus]] zijn niet [[Celdifferentiatie|gedifferentieerd]] in verschillende organen zoals bladeren en stengels die bij [[landplanten]] voorkomen. Wel kunnen op bladen en wortels gelijkende structuren voorkomen, bijvoorbeeld bij bruinwieren.
 
De meeste algen leven in [[Aquatisch|waterige milieus]] en hebben een [[Fotoautotroof|fotoautotrofe]] levenswijze, waarbij ze door middel van [[fotosynthese]] kunnen ze zichzelf voorzien van energie. Ook komen algen voor op het land, zoals op steenachtig substraat, op boomschors en in [[Mutualisme|mutualistische symbiose]] met [[schimmels]] in de vorm van [[korstmos]]sen. Vrijwel alle algen verkrijgen hun energie aan zonlicht ([[fotoautotroof]]), maar sommige algensoorten verkrijgen ook energie uit materiaal dat ze opnemen uit hun omgeving ([[mixotroof]]). Enkele eencellige wieren, veel [[Euglenozoa|euglenofyten]] en [[dinoflagellaten]] hebben gedurende de evolutie het vermogen verloren zelf energie uit licht om te zetten en zijn volledig afhankelijk geworden van de externe aanvoer van energie; deze soorten hebben geen of nauwelijks nog een fotosynthesesysteem.