Primaire kleur: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
versie van Verdel van 1 nov 2017 14:50 (50292797) teruggeplaatst - Geen verbetering |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 52:
De eerste die een leer ontwikkelde met hoofdkleuren, lijkt de Italiaan [[Leon Battista Alberti]] geweest te zijn die in 1435 stelde dat alle kleuren gebaseerd waren op de vier basiskleuren rood, geel, groen en blauw. Dat werd een gangbare leer onder de geleerden, wat weer verzet opriep bij de schilders omdat die uit de praktijk wisten dat groen gemengd kon worden uit geel en blauw. In de [[renaissance]] wordt het in de schilderkunst dan gebruikelijk om rood, geel en blauw als hoofdkleuren te zien. Voor het eerst werd dat in een expliciete leer vastgelegd in 1613 in de ''Optica'' van de Brusselse [[jezuïet]] [[François d'Aguilon|Franciscus Aguilonius]].
In de 18e eeuw neemt het aantal kleurenleren snel toe. Het is [[Johann Heinrich Lambert]] die in 1772 met zijn kleurenpiramide voor het eerst een blauw als hoofdkleur geeft dat niet ultramarijnblauw is maar een cyaan ("[[azuriet]]"). Al die tijd wordt er, in navolging van [[Aristoteles]] en ondanks het werk van [[Isaac Newton|Newton]], geen onderscheid gemaakt tussen additieve en subtractieve menging. Pas in de
Tegenwoordig zijn er nog steeds modellen met vier bonte basiskleuren. zoals het [[Natural Colour System]], die zich baseren op de [[opponentkleur]]en van [[Ewald Hering]]. Die laatste vormen echter een theorie over de verdere signaalverwerking van kleurprikkels; het verband met de subjectieve ervaring van de [[qualia]] van kleuren is zeer problematisch.
|