Protestantisme: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Labels: Bewerking via mobiel Bewerking via mobiele website
Geen bewerkingssamenvatting
Labels: Bewerking via mobiel Bewerking via mobiele website
Regel 5:
Miet
 
Miet
== Geschiedenis ==
{{Zie ook|zie ook [[Protestantisme in Nederland]]}}
 
Een eerste begin van het protestantisme is te zien in de ideeën van de Engelsman [[John Wycliffe]], die in de [[14e eeuw]] aan de eerste Engelse vertaling van de [[Bijbel (christendom)|Bijbel]] begon en zich verzette tegen de macht en rijkdom van de Kerk. Ook de [[Tsjechië|Tsjechische]] hoogleraar [[Johannes Hus|Jan Hus]] wees aan het begin van de [[15e eeuw]] op de organisatie van de kerk en het gezag van de [[paus]]. Beiden wilden de kerk zuiveren van on-Bijbelse invloeden en terugbrengen tot haar Bijbelse oorsprong. Kenmerkend voor veel reformatoren (Wyclif, Hus, later ook Luther) is de morele verdediging van de vorst en lokale adel tegenover de paus en de geestelijkheid.
 
Een belangrijke omwenteling vond plaats in [[1517]] met de publicatie van de [[95 stellingen]] van Luther. Hierin verzette hij zich met name tegen de handel in [[aflaat|aflaten]] waarmee de Rooms-Katholieke Kerk zich bezighield, mede om de bouw van de [[Sint-Pietersbasiliek|Sint-Pieter]] in Rome te bekostigen. Rond dezelfde tijd bracht Zwingli in Zwitserland een soortgelijke beweging op gang. Hun ideeën verspreidden zich snel door Europa, geholpen door de in de 15e eeuw uitgevonden [[boekdrukkunst]], en waren een belangrijke aanzet voor de [[Reformatie]].
 
Bij de [[Rijksdag van Spiers (1526)]], waar de leiders van het Heilige Roomse Rijk bijeenkwamen, was besloten dat de vorstendommen die de Reformatie hadden doorgevoerd rechtszekerheid zou worden verschaft en dat alle vorstendommen een vrije geloofskeuze zouden hebben. Toen dit besluit op de [[Rijksdag van Spiers (1529)|Rijksdag van Spiers]] van [[1529]] werd teruggedraaid, protesteerden de lutherse deelnemers. De 'protestanten' beriepen zich op de individuele geloofsvrijheid.
 
Enkele eeuwen waren de protestanten het slachtoffer van politieke en religieuze vervolging in gebieden waar zij niet de overhand kregen. Waar dat wel het geval was, in het noorden en westen van Europa, werden de katholieken tot tweederangsburgers gereduceerd, al werden zij in het algemeen niet gedood louter op grond van hun geloofsovertuiging. Vanwege de vermenging van kerk en staat liepen godsdienstige en machtspolitieke kwesties altijd door elkaar.
 
In de 16e en 17e eeuw woedde er in West- en Centraal-Europa een reeks van oorlogen waarin de strijd tussen Rome en diverse soorten protestantisme een rol speelde, waaronder de [[hugenoten]]oorlogen in [[Frankrijk (hoofdbetekenis)|Frankrijk]] en de [[Dertigjarige Oorlog]], in [[Duitsland (hoofdbetekenis)|Duitsland]]. Ook in de [[Nederlandse Opstand]], die zou uitlopen op de [[Tachtigjarige Oorlog]], speelde de protestantse Reformatie een grote rol.
 
Bij de [[Godsdienstvrede van Augsburg]] in [[1555]] en bij de [[Vrede van Westfalen]] in [[1648]] kwam het tot een territoriale afbakening, waarbij Duitse vorsten hun lutherse, calvinistische of katholieke geloof aan hun onderdanen konden voorschrijven.
 
In Frankrijk kende [[Hendrik IV van Frankrijk|Hendrik IV]] in [[1598]] met het [[Edict van Nantes]] beperkte godsdienstvrijheid toe aan de hugenoten; dit edict werd in [[1685]] herroepen door [[Lodewijk XIV van Frankrijk|Lodewijk XIV]]. Pas in de [[19e eeuw]] zou individuele godsdienstvrijheid gemeengoed worden in [[West-Europa]].
 
== Praktische verschillen tussen protestantisme en rooms-katholicisme ==