België: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k datum voluit, interpunctie, 2x ref na leesteken, tabel Staatsstructuur iets minder kleine fontgrootte, sp. "privézenders" aan elkaar |
|||
Regel 156:
De [[gezinsgrootte]] in België is de laatste decennia sterk gedaald maar de laatste tijd weer licht gestegen.<ref>[http://statbel.fgov.be/sites/default/files/2018-10/pop-typeHH_NLv2.xlsx]</ref> De [[vruchtbaarheidsgraad]] ligt op 1,68 kinderen per vrouw, ver onder de vruchtbaarheidsgraad die nodig is om de bevolking op een natuurlijke wijze in stand te houden:<ref>[https://statbel.fgov.be/nl/themas/bevolking/structuur-van-de-bevolking Structuur van de bevolking], statbel.fgov.be</ref> 15 procent is ouder dan 65 jaar.
De levensverwachting ligt op 79 jaar voor de mannen en 83 jaar voor de vrouwen. De kwaliteit van de Belgische [[gezondheidszorg]] behoort tot de beste ter wereld.<ref>{{en}}[[
[[Bestand:Aantal Buitenlanders per Belgische Gemeente (2017).png|thumb|Deze kaart toont per gemeente welke groep buitenlanders (mensen zonder Belgisch paspoort) het grootst is.<br />Oranje: Nederlanders;<br />Blauw: Fransen;<br />Zwart: Duitsers;<br />Paars: Italianen.<br />Klik op de afbeelding voor een volledige legenda en andere details.]]
Regel 249:
|}
België telde 11.376.070 inwoners op 1 januari 2018.<ref name="Structuur van de bevolking | Statbel">[https://statbel.fgov.be/nl/themas/bevolking/structuur-van-de-bevolking STATBEL - structuur van de bevolking]</ref> Het [[Vlaams Gewest]] telt daar een aandeel van 6,5 miljoen inwoners, het [[Wallonië|Waals Gewest]] van iets meer dan 3,6 miljoen en het [[Brussels Hoofdstedelijk Gewest]] van bijna 1,2 miljoen.<ref
In vergelijking met andere Europese landen is de Belgische bevolking traag gegroeid: 4,5 miljoen in 1850, bijna 7 miljoen in 1900, 10,2 miljoen in 2000.<ref>[http://statbel.fgov.be/sites/default/files/files/documents/bevolking/5.1%20Structuur%20van%20de%20bevolking/pop-geboorteland_NL.xlsx De bevolking in België], statbel.fgov.be</ref> Ter vergelijking: de Nederlandse bevolking groeide van ''een derde minder'' (3 miljoen in 1850) tot meer dan ''de helft meer'' (16 miljoen in 2000).
|