Jaap Nanninga: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
→‎Externe links: link naar afbeeldingen
alvast even opgeslagen - ik werk door
Regel 1:
{{Meebezig|Verwacht nog tot en met 21-03 2019 ermee bezig te zijn}}
{{Infobox kunstenaar
| naam = Jaap Nanninga
Regel 24 ⟶ 25:
 
== Jeugd en opleiding ==
Nanninga kwam ter wereld in Winschoten, als oudste in een gezin van 10 kinderen; zijn vader was postbode, en werkte van 1936 tot 1947 als suppoost in het Rijksmuseum te Amsterdam. Al vroeg tekende en musiceerde Jaap en voelde zich ook sterk aangetrokken tot schilderen en tekenen. In 1928 woonde hij een half jaar in Amsterdam en schilderde er als decorateur op een atelier van lampenkappen; daarna ging hij naar Groningen. Hij trouwde 16 maart 1929 met Afke Ferwerda en al snel werden drie dochters geboren. Om in het onderhoud van het gezin te voorzien had Nanninga diverse baantjes, o.a. reclame-schilder en tekenaar in de etalages van sigarenwinkels van Theodorus Niemeijer, voor wie hij ook uithangborden maakte. De net begonnen economische crisis had invloed op zijn loopbaan; hij werkte ook nog als reclame-ontwerper en sneltekenaar. Pas op latere leeftijd zou hij als kunstenaar starten.
Van jongs af aan voelde Nanninga zich aangetrokken tot schilderen en tekenen. Hij werkte aanvankelijk als reclame ontwerper en sneltekenaar; pas op latere leeftijd zou hij als kunstenaar starten. In Groningen volgde hij schilderlessen bij [[Hendrik Werkman|Werkman]] en [[Jan Wiegers|Wiegers]]. Na de oorlog werd hij in Parijs door [[Geer van Velde]] begeleid (c. 1946-48), die hem stimuleerde tot het abstracte schilderen; dat vond plaats tijdens zijn hospiteren aan de Académie Libre, ook wel [[Académie de la Grande Chaumière]], aldaar.<ref name="P. Jacobs / Beeldend Benelux">''Beeldend Benelux: biografisch handboek'', P. Jacobs; Tilburg : Stichting Studiecentrum voor beeldende kunst, 2000</ref> Onder invloed van het [[kubisme]] en de Franse abstracte kunststromingen zou hij pas circa 1949 beginnen met abstract schilderen.<ref>[https://www.nieuwehaagseschoolkunst.nl/artists/nanniga/nanningadiscr.htm 'Jaap Nanninga (1904 - 1962†)' op website Nieuwe Haagse Schoolkunst]</ref>
 
Van 1930 tot 1933 volgde hij een studie aan de Vrije Academie te Groningen, waar hij schilderlessen kreeg van [[Hendrik Werkman|Werkman]] en [[Jan Wiegers|Wiegers]]. Zijn huwelijk werd ontbonden en vanaf 1936 leefde hij met paard en woonwagen een zwervend bestaan. In 1938 maakte hij o. a. reizen door Duitsland en Polen met zijn woonwagen; in Polen leerde hij Maria Lange kennen. Later dat jaar vestigde hij zich definitief in Den Haag, eerst nog met woonwagen, later op wisselende adressen. Hij liet zich inschrijven bij de Haagse Academie voor beeldende kunsten en volgde tot 1944 de dagcursus tekenen en schilderen; in 1940 ook de avondcursus modelklas. Volgens zijn medestudent Herman Berserik behoorde Nanninga echter niet tot de regelmatige en vaste leerlingen; in deze periode kreeg hij bovendien privé-lessen van Lydia Duif.<br>Juni 1940 trouwde hij met Maria Lange; het huwelijk zou slechts vier jaar duren. In de winter van 1943 op 1944 verliet hij al hun woning en vestigde zich in in de voormalige kantine van de Academie, waar ook andere schilders woonden en werkten, zoals [[Paul Citroen]], Willem en Theo Bouthoorn, Gerard Lutz, Hans Kroesen, Johfra en Lou Pennock.
== Leven en werk ==
 
In 1938 maakte hij reizen door Duitsland en Polen met een paard en woonwagen. De vergunning om de wagen als woning te gebruiken was op 22 juli toegekend door de Commissaris der Koningin in de provincie Groningen. Later dat jaar vestigde hij zich definitief in Den Haag. Daar had hij al gauw een 'schuur' als atelier, die hij zelf altijd zijn 'hok' noemde; het lag tussen de bomen op het [[Landgoed Clingendael|landgoed Clingendael]] in Wassenaar. Met wat oude stoelen en kasten had Nanninga het bewoonbaar gemaakt en er zijn eigen sfeer in gebracht; verwarming en sanitair waren gebrekkig. Op een lage, schuine zolder stond zijn bed. In de winter wanneer het weer al te bar werd nam hij zijn intrek op één of ander particulier adres of in [[De Pauwhof|de Pauwhof]].<ref name="Goos Verweij">[http://www.art-abstract.com/artikelen/nanninga.html 'De Schilder Nanninga', door Goos Verweij; in publicatie ''Nanninga'' - ter gelegenheid van de expositie in het raadhuis van Heerlen, 1977]</ref>
== Leven en werk ==
 
InDaar 1938had maaktehij al gauw een 'schuur' als atelier, die hij reizenzelf dooraltijd Duitslandzijn 'hok' noemde; het lag tussen de bomen op het [[Landgoed Clingendael|landgoed Clingendael]] in Wassenaar. Met wat oude stoelen en Polenkasten methad eenNanninga paardhet bewoonbaar gemaakt en woonwagener zijn eigen sfeer in gebracht; verwarming en sanitair waren gebrekkig. DeOp vergunningeen omlage, schuine zolder stond zijn bed. In de wagenwinter alswanneer woninghet weer al te gebruikenbar waswerd nam hij zijn intrek op 22één juliof toegekendander doorparticulier adres of in [[De Pauwhof|de CommissarisPauwhof]].<ref dername="Goos KoninginVerweij">[http://www.art-abstract.com/artikelen/nanninga.html 'De Schilder Nanninga', door Goos Verweij; in publicatie ''Nanninga'' - ter gelegenheid van de provincieexpositie Groningen.in het raadhuis van Heerlen, 1977]</ref> Later dat jaar vestigde hij zich definitief in Den Haag. Daar had hij al gauw een 'schuur' als atelier, die hij zelf altijd zijn 'hok' noemde; het lag tussen de bomen op het [[Landgoed Clingendael|landgoed Clingendael]] in Wassenaar. Met wat oude stoelen en kasten had Nanninga het bewoonbaar gemaakt en er zijn eigen sfeer in gebracht; verwarming en sanitair waren gebrekkig. Op een lage, schuine zolder stond zijn bed. In de winter wanneer het weer al te bar werd nam hij zijn intrek op één of ander particulier adres of in [[De Pauwhof|de Pauwhof]].<ref name="Goos Verweij">[http://www.art-abstract.com/artikelen/nanninga.html 'De Schilder Nanninga', door Goos Verweij; in publicatie ''Nanninga'' - ter gelegenheid van de expositie in het raadhuis van Heerlen, 1977]</ref>
 
Van jongs af aan voelde Nanninga zich aangetrokken tot schilderen en tekenen. Hij werkte aanvankelijk als reclame ontwerper en sneltekenaar; pas op latere leeftijd zou hij als kunstenaar starten. In Groningen volgde hij schilderlessen bij [[Hendrik Werkman|Werkman]] en [[Jan Wiegers|Wiegers]]. Na de oorlog werd hij in Parijs door [[Geer van Velde]] begeleid (c. 1946-48), die hem stimuleerde tot het abstracte schilderen; dat vond plaats tijdens zijn hospiteren aan de Académie Libre, ook wel [[Académie de la Grande Chaumière]], aldaar.<ref name="P. Jacobs / Beeldend Benelux">''Beeldend Benelux: biografisch handboek'', P. Jacobs; Tilburg : Stichting Studiecentrum voor beeldende kunst, 2000</ref> Onder invloed van het [[kubisme]] en de Franse abstracte kunststromingen zou hij pas circa 1949 beginnen met abstract schilderen.<ref>[https://www.nieuwehaagseschoolkunst.nl/artists/nanniga/nanningadiscr.htm 'Jaap Nanninga (1904 - 1962†)' op website Nieuwe Haagse Schoolkunst]</ref>
 
Kleur hield Nanninga veel bezig, zowel in zijn uitspraken als op papier. Altijd was het de kleur die hem zo enorm boeide, volgens zijn vriend Goos Verweij - die vaak bij de kunstenaar op zijn atelier op bezoek kwam, of naar exposities ging met hem. Toen ze een keer samen een tentoonstelling van [[Karel Appel]] bezochten was Nanninga erg enthousiast over de wijze waarop Appel zijn kleuren gebruikte, maar..'' 'als ik zelf zo rood op een doek zet, dan schrik ik er van' '' - zo merkte hij op tijdens het bekijken van een schilderij van Appel. Volgens Verweij werkte Nanninga altijd met een matte verf die hij zelf samenstelde. Zijn doeken prepareerde hij eerst met een grondlaag waarin krijt was verwerkt [wat zuigt]. Hij bewonderde het werk van de Amsterdamse [[Cobra|'Experimentelen']] wel en bleef dat ook steeds volgen. Zijn belangstelling voor de experimenten van jonge kunstenaars bleek ook duidelijk, toen in zijn nalatenschap een aantal werken van hen werd aangetroffen.<ref name="Goos Verweij" /> De mensen van de jonge [[Cobra (kunst)|Cobra]]-groep hadden hem - (evenals [[Piet Ouborg]]) - een keer bezocht om te kijken of hij aan kon sluiten bij hun groep, maar daar is verder niets uit voortgekomen dan belangstelling. Nanninga was een uitgesproken colorist die zocht naar een heel individualistische en poëtische beeldtaal. Oosterse mystiek en 'primitieve culturen' gaven hem inspiratie; veel van zijn schilderijen droegen dan ook titels die naar deze culturen verwezen. Andere werken noemde hij 'Composities', die verwezen naar de elementen kleur, lijn en vorm.. Zijn abstracte werk bezit een stevige vormtaal met een wonderlijk subtiele en zachte uitstraling.