Semafoon: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Leopard (overleg | bijdragen)
enkele aanpassingen
→‎Oorspronkelijk: bodiger - er waren maar zes codes mogelijk
Regel 8:
Het oorspronkelijke semafoonnetwerk kwam tot stand in de jaren zestig. Het werkte met vier zenders in Nederland en België. De semafooncentrale bevond zich in Den Haag en was bereikbaar onder een nummer dat begon met 065 (vanuit België 003165).
 
Het semafoonnetwerk werkte met vier frequenties ('kanalen'): die87,15, zeer87,20, dicht87,25, bij elkaar lagen87,30 MHz. Deze frequentiesDat lagenis iets onder dehet 87,5 MHzFM-bereik en waren dan ook meestal te ontvangen met een gewone FM-radio. De specifieke gebruikte frequenties waren: 87,15, 87,20, 87,25, 87,30 MHz. Men hoorde dan een melodietje dat ongeveer 700  ms duurde en steeds werd herhaald. Wie een afstemmeter had kon zien dat de frequentie steeds iets veranderde. Af en toe klonk er een ander melodietje - dan werd er een oproep uitgezonden.
 
Om storing te vermijden gebruikten de vier zenders op elk moment steeds verschillende kanalen. Bijvoorbeeld: Lopik zond op een zeker moment uit op kanaal 1, Smilde op kanaal 2 en de Belgische zenders op 3 en 4. Na 700 ms koos elke zender een ander kanaal: [[Gerbrandytoren|Lopik]] 2, [[Zendstation Smilde|Smilde]] 3 en de Belgische zenders 4 en 1. Moest er een oproep worden uitgezonden voor een abonnee wiens ontvanger op kanaal 3 werkte, dan werd die oproep door elk van de vier zenders uitgezonden op een moment dat die zender op kanaal 3 uitzond.
Regel 14:
De eerste ontvanger was de Escort (zie foto), ter grootte van een koffertje, geïntroduceerd in 1964 bij de start van de dienst. Deze was zwaar en groot en kon met een slede in de auto worden geplaatst. Omstreeks 1972 kwam de Minor, ter grootte van een pocketboek en veel lichter. De eerste jaren was die duurder om te voorkomen dat de Escortgebruikers hun grote semafoon zouden inruilen. In de jaren tachtig van de vorige eeuw werd het semafoonnet gedigitaliseerd en werden de semafoons vervangen door kleine handige ontvangers zoals de Piccolo, ter grootte van een pakje sigaretten.
 
De eerste twee ontvangers hadden drie signaallampjes, gemarkeerd 1, 2 en 4. Door een of meertwee lampjes te laten branden, waren er zevenzes codes mogelijk. Het model Piccolo had een [[zevensegmentendisplay]] om een cijfer te tonen.
 
De Escort en de Minor decodeerden de hoogte van elk toontje. Bij een passende combinatie werd het alarm geactiveerd. De Piccolo werkte al digitaal. Op de radio was soms een soort ratel tussen de piepjes te horen. Door op digitaal te gaan kon men meer nummers uitgeven. De Escort had een hand volhandvol zaklantaarnbatterijen nodig, de Minor had een verwisselbare oplaadbare accu waar 5 AA -[[Batterij (elektrisch)|accu's]] in zaten. De Piccolo had maar één batterij nodig en werkte daar wekenlang op. Ook had de Piccolo een ingebouwde loopantenne terwijl de Escort en de Minor een uittrekbare staafantenne hadden.
 
== Semafoon en gsm ==