Joodse kalender: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
kGeen bewerkingssamenvatting
k Robot: vervangen Unicode-controleteken NBSP (help mee)
Regel 11:
Het voor het jodendom belangrijke [[Pesach]] moet echter altijd in de lente vallen en het [[Soekot|Loofhuttenfeest]] valt altijd in de herfst.<ref>{{Aut|[[Lou Evers]]}} en {{Aut|[[Jansje Stodel]]}}: ''Jodendom in de praktijk'', 6e druk, 2011. {{ISBN|9022558851}}</ref> Zonder correctie voor deze 11 dagen zouden deze feestdagen te veel verschuiven. Dit lost men op door een schrikkelmaand in te voegen. De naam van de schrikkelmaand is ''tweede adar'' of kortweg ''[[adar 2]]''. Het principe van de schrikkelmaand werd voor het eerst uitgevoerd door de Assyrische heerser [[Tiglat-Pileser I]] (1115-1077 v.Chr.).<ref>{{Aut|David Williams}}: ''Simplified astronomy for astrologers'', 2009. {{ISBN|9780866901727}}</ref>
 
In vroeger tijden liet men de maand beginnen op basis van puur empirische observatie: de nieuwe-maansikkel moest zichtbaar worden te Jeruzalem. Evenzo voegde men op basis van observatie een schrikkelmaand toe wanneer dit nodig was: {{citaat|Als [...] tegen het eind van het jaar werd opgemerkt dat het [[Pesach]] vóór de [[lentepunt|lente-equinox]] (omstreeks 21  maart) zou vallen, werd er verordend dat er vóór [[nisan]] een maand ingelast moest worden."|Emil Schürer, ''The History of the Jewish People in the Age of Jesus Christ, Volume  1'', 1973, blz. 590.}}
 
Omstreeks het jaar 359 (gregoriaanse jaartelling) werd de kalender gestandaardiseerd door [[Hillel II]] met behulp van de [[cyclus van Meton]]: in een telkens terugkerende periode van 19 jaar wordt zeven keer een [[schrikkelmaand]] toegevoegd. Een Metoncyclus heeft dus {{nowrap|(19 × 12) + 7 {{=}} 235 kalendermaanden}}. Een schrikkelmaand van 30 dagen wordt toegevoegd in het 3e, 6e, 8e, 11e, 14e, 17e en 19e jaar, waardoor men na 19 jaar weer vrijwel in de pas loopt met de zonnekalender. Het is overigens geen strikte cyclus in de zin dat de kalender zich dan exact herhaalt, dit gebeurt pas na 36.288 Metoncycli, dat zijn 689.472 joodse jaren. Het aantal maanden (235) en het aantal jaren (19) in een Metoncyclus zijn wel steeds gelijk, maar niet het aantal dagen. De gemiddelde duur van een Metoncyclus is 6939 dagen, 16 uren en {{breuk|33|1|18}} minuut, dit zijn {{nowrap|{{vbreuk|35975351|5184}} {{=}} 6939,689622 dagen}}. De gemiddelde duur van 5184 Metoncycli is dus een geheel aantal dagen. Door de afhankelijkheid van weekdagen is de totale [[periodiek (tijd)|periode]] echter nog 7 maal zo lang. De duur van de periode staat uiteraard vast en is een geheel aantal weken.