'''Eddie Diehl''' ([[16 juni]] [[1936]] - [[20 juni]] [[2017]]) was een [[Verenigde Staten|Amerikaanse]] [[Jazzgitaar|jazzgitarist]].
Diehl, die afkomstig is uit [[Staten Island]], begon zijn loopbaan in het begin van de jaren zestig bij [[Jack McDuff]], hij is bijvoorbeeld te horen op diens album ''Brother Jack Meets the Boss'' (1962). Hij werkte daarna met [[Reuben Wilson]], [[Sonny Stitt]], [[Gene Ammons]], [[George Braith]], [[Byrdie Green]], [[Johnny 'Hammond' Smith|Hammond Smith]], [[Hank Mobley]] (''Thinking of Home'', 1970), [[Al Haig]] en verschillende musici uit de [[Latin jazz]]. In 1965 speelde hij mee op het duo-album van [[Miriam Makeba]] en [[Harry Belafonte]] dat een [[Grammy]] kreeg, de plaat ''An Evening with Belafonte/Makeba''.
Diehl's hoofdberoep was gitaartechnicus. In 1984 ging hij in [[Poughkeepsie]] wonen, waar hij ook ging optreden. In 2006 kwam hij met het album ''Well, Here it Is'', waaraan [[Hank Jones]], [[John Webber]] en [[Mickey Roker]] meewerkten. In 2010 maakte [[Bart Thrall]] een documentaire over de gitarist. Zijn tachtigste verjaardag vierde hij met een concert in de [[New York City|New York]]se jazzclub ''Smalls''.<ref>[https://www.smallslive.com/artists/2805-eddie-diehl/ Portret en concertinformatie op website Smalls Live]</ref> Diehl nam tussen 1961 en 2003 deel aan verschillende opnamesessies, in latere jaren ook met [[Roswell Rudd]] en [[Big John Patton]].<ref>Tom Lord ''The Jazz Discography'' (online)</ref>