Ziekenhuis Calvariënberg: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k Linkfix ivm sjabloonnaamgeving / parameterfix
Versie 53386660 van RomaineBot (overleg) ongedaan gemaakt. Galleries zo laten graag; andere notatie is onoverzichtelijk naar mijn mening
Label: Ongedaan maken
Regel 18:
| complexnummer = 26637
| monumentnummer= 506609
| architect = M. Hermans, [[Mathias Soiron|M. Soiron]], [[Carl Weber|C. Weber]], [[Jules Bilmeyer|J. Bilmeyer]], J. van Riel
| eigenaar = [[Burgerlijk Armbestuur]] (later Vivre/Envida)
| ingenieur =
Regel 24:
| ontwikkelaar =
| afbeelding2 = Binnentuin gesticht Calvariënberg Maastricht, Ph v Gulpen, 1849.jpg
| onderschrift2 = Gasthuis Calvariënberg ([[Philippe van Gulpen|Ph. van Gulpen]], 1849).<br />Rechts de heringerichte kloostervleugels uit 1671; links de nieuwbouw uit 1821. In het midden de gasthuiskapel
| afbeelding3 = Gasthuis Calvariënberg, Maastricht - ontwerp dakenplan.jpg
| onderschrift3 = Dakenplan van het 'derde Calvariënberg'<br />(ontwerp Bilmeyer & Van Riel, ca. 1885)
}}
'''Ziekenhuis Calvariënberg''', ook wel '''Burgerziekenhuis''', '''Gasthuis''' of '''Gesticht Calvariënberg''' ([[Maastrichts]]: ''Klevarie''), was van 1821 tot 1950 een algemeen [[ziekenhuis]] in het centrum van de [[Nederland (hoofdbetekenis)|Nederlandse]] stad [[Maastricht]]. Zowel van het 'tweede' (1821-1887) als 'derde Calvariënberg' (1887-1950) zijn delen bewaard gebleven, waarvan enkele gebouwen de status van [[rijksmonument]] bezitten. Daaronder bevinden zich gebouwen die tot het 17e-eeuwse [[Klooster Calvariënberg]] behoorden ('eerste Calvariënberg', 1628-1798).
Regel 32:
== Geschiedenis ==
=== 1821-1881: stichting en beginperiode ===
Het Ziekenhuis Calvariënberg werd in 1821 opgericht als Algemeen Burgerlijk Zieken- en Gebrekkigenhuis. Tot de 19e eeuw bekommerden vooral kloosterlingen zich om zieken, invaliden, ouden van dagen, vondelingen, wezen en andere hulpbehoevenden. Die instellingen werden enkele jaren na de [[Beleg van Maastricht (1794)|komst van de Fransen]] (1794) opgeheven.<ref group=noot>Enkele instellingen die in Maastricht vóór 1794 als zodanig functioneerden waren: het [[Sint-Servaasgasthuis]], het [[Sint-Jacobsgasthuis (Maastricht)|Sint-Jacobsgasthuis]] en het Sint-Gillishospitaal in [[Wyck]]. Daarnaast hielden o.a. de [[kapucijnen]], [[cellebroeders]] en [[grauwzusters]] zich bezig met ziekenzorg. Het [[Twaalf Apostelen Hofje]] en het [[Hofje Sint Maartenshuizen]] waren particuliere instellingen, die aan de opheffing ontsnapten, al zou het bestuur van de Twaalf Apostelen enige tijd aan de provisors worden onttrokken.</ref> Het nieuwe ziekenhuis kwam in de plaats van een door de gemeente ingericht "infirmenhuis" in het voormalige [[Cellebroederskapel (Maastricht)|Cellebroedersklooster]] (1806-1819). Toen dit gebouw niet meer voldeed, vond het in 1815 opgerichte [[Burgerlijk Armbestuur]]<ref group=noot>Het Burgerlijk Armbestuur (BA) was de opvolger van het Bureau van Weldadigheid (1802-1815) uit de Franse tijd. Het kapitaal waarover het BA kon beschikken was grotendeels afkomstig uit voormalig kerkelijk of adellijk bezit, de zogenaamde "ontdekte [[domeinen]]". Gales/Kreukels/Luijten/Roebroeks (1997), pp. 17-23, 27-28.</ref> een nieuw onderkomen in het leegstaande 17e-eeuwse [[Klooster Calvariënberg]]. Een deel van dit complex werd in 1820 voor 25.000 [[Franse frank|francs]] gekocht van de weduwe Rigano, wier overleden man hier een katoenfabriek was begonnen. De voormalige kloosterkapel en een [[Kanunnikenhuis|kanunnikenwoning]] waren niet bij de koop inbegrepen en bleven in gebruik als fabriek voor straatlantaarns van de gebroeders Fraiture. Het kloostergedeelte werd in 1821 door de architecten Hermans en [[Mathias Soiron|Soiron]] verbouwd tot 'Godshuis' voor 200 armlastige ouderen en gehandicapten ('gebrekkigen') en ten zuiden hiervan verrees een ziekenhuis met ruim 100 bedden. De twee delen waren met elkaar verbonden door een provisorische gestichtskapel.<ref>Ubachs/Evers (2005), pp. 111-112: 'Calvariënberg, ziekenhuis'.</ref>
 
Het Algemeen Burgerlijk Zieken- en Gebrekkigenhuis Calvariënberg was aanvankelijk een instelling van armenzorg.<ref group=noot>Ziekenhuizen waren in deze tijd voornamelijk bedoeld als opvang voor behoeftige zieken en meer gericht op verzorging dan op genezing. Wie het kon betalen, liet zich thuis verplegen.</ref> De investeringen en de exploitatielasten werden gefinancierd uit de opbrengsten van de armenfondsen (zie noot 2). [[Willem I der Nederlanden|Koning Willem I]] spendeerde een gift voor de inrichting van het ziekenhuis. In 1822 arriveerden de eerste patiënten en bewoners. De eerste heelmeester was Joannes Franciscus Josephus Bosch (1794-1874), die tevens verbonden was aan de plaatselijke school voor genees- en verloskunde.<ref>{{aut|Jos van Engelshoven}} (2011): 'Het Burgerlijk Zieken- en Gebrekkigenhuis Calvariënberg (1822 -1891)'. In: Eggen e.a. (2011), p. 121.</ref> Het ziekenhuis was in principe 'algemeen', maar na 1840 werd het neutrale karakter enigszins gecompromitteerd door de komst van de [[Liefdezusters van de Heilige Carolus Borromeus]] ('Zusters Onder de Bogen'), die hier vanaf 1837 als verpleegsters en ziekenverzorgsters aan de slag gingen.<ref group=noot>De aanwezigheid van de Zusters Onder de Bogen leverde aanvankelijk strubbelingen op in Calvariënberg. In 1843 kregen de eerste vijf zusters een vaste aanstelling. {{aut|Jos van Engelshoven}} (2011): 'Vader en zoon Bosch'. In: Eggen e.a. (2011), pp. 130-141.</ref><ref>Luijten/Roebroeks (1988), pp. 34-36.</ref>
Regel 47:
In Maastricht verwierf hij een internationale reputatie met toen zeer gewaagde maag- en andere buikoperaties. In deze periode deden tientallen jonge medici ervaring bij hem op, om vervolgens bijna allemaal een glanzende carrière tegemoet te gaan. Ook de [[epidemiologie]] en de [[Gezondheidspromotie|openbare]] en [[preventieve gezondheidszorg]] hadden Van Kleefs belangstelling. Zijn voorzichtige verklaring voor de grote Maastrichtse [[cholera]]-epidemie van 1894 zou in later jaren door de wetenschap worden bevestigd.<ref>{{aut|Jan M.M. Meijers}} (2016): 'Dr. Lambert van Kleef als epidemioloog'. In: Evers e.a. (2016), pp. 105-126.</ref>
 
Toen Van Kleef in 1881 begon, waren er nog geen geschoolde verpleegsters in Calvariënberg. De Zusters Onder de Bogen waren bovendien snel in hun zedelijk gevoel aangetast, zelfs bij het aanschouwen van een naakte peuter of bij een gecompliceerde bevalling. Niettemin kreeg hij het voor elkaar dat enkele zusters rond de eeuwwisseling een opleiding ziekenverpleging gingen volgen.<ref>Roebroeks (2016), pp. 30-32.</ref><ref>Rogier (1958), passim.</ref>. Lambert van Kleef was de drijvende kracht achter de uitbreiding van het bestaande hospitaal met het eerste paviljoenziekenhuis in Nederland. Dit in 1891 geopende 'derde Calvariënberg' was een ontwerp van [[Jules Bilmeyer]] en Jozef van Riel uit [[Antwerpen (stad)|Antwerpen]]. Het had meerdere operatiekamers, zes algemene paviljoens (drie elk voor mannen en vrouwen) en een separate klasse-afdeling, een relatief nieuwe ontwikkeling in het ziekenhuiswezen.<ref>{{aut|Teun H.J. Swinkels}} (2016): 'Calvariënberg, ontstaansgeschiedenis van een paviljoensziekenhuis'. In: Evers e.a. (2016), pp. 129-156.</ref>
 
Vanaf 1902 werd ook het krankzinnigengesticht vernieuwd. De verrotte verdiepingsvloer in de Calvariekapel werd verwijderd, zodat deze in zijn geheel als bedehuis kon dienen. De kapel werd in oostelijke richting uitgebreid, dwars door de kloostervleugel heen, waardoor een nieuwe ingang ontstond aan de binnenplaats van het gesticht. Het [[priesterkoor]] werd bij die gelegenheid naar de westzijde verplaatst. De ziekenhuiskapel werd in de jaren daarna voorzien van wandschilderingen, gebrandschilderde ramen, nieuw kerkmeubilair en een nieuw orgel. De kapel had de beschikking over een eigen [[Rector (geestelijke)|rector]].<ref>Luijten/Roebroeks (1988), pp. 41-48.</ref>
 
=== 1904-1934: periode Rombouts en Hintzen ===
Van Kleef nam in 1904 ontslag als geneesheer-directeur van Calvariënberg. Hij werd opgevolgd door zijn voormalige assistent, Gérard Rombouts (1869-1946). Onder zijn leiding werd in 1913 een nieuw röntgenlaboratorium ingericht.<ref name="mgmumc">[https://medischegeschiedenis.mumc.nl/de-ziekenhuiszorg-maastricht 'De ziekenhuiszorg in Maastricht'] op website ''medischegeschiedenis.mumc.nl''.</ref> De bouw van nieuwe slaapzalen voor de geesteszieken was in 1907 voltooid, maar daarmee was een nieuw probleem gecreëerd, omdat de maximale capaciteit was teruggebracht van 75 naar 56.<ref name="lodewick150">{{aut|Léon Lodewick}} (2011): 'Het krankzinnigengesticht Calvariënberg, 1847-1952'. In: Eggen e.a. (2011), p. 150.</ref> In 1917 had het krankzinnigengesticht te maken met een overbevolking van 56 patiënten. Het zou toen eigenlijk gesloten moeten worden, maar door de [[Eerste Wereldoorlog]] werd dat besluit op de lange baan geschoven.<ref>Luijten/Roebroeks (1988), pp. 49-50.</ref>
 
[[Bestand:Ziekenhuis Calvariënberg, Maastricht, vrouwenzaal (1920).jpg|thumb|Vrouwenzaal, ca. 1920]]
In 1919 werd Antonius Hintzen (1883-1934) geneesheer-directeur. Hintzen was in dezelfde functie werkzaam geweest in het [[Heerlen]]se Sint-Josephziekenhuis (later [[De Wever-Ziekenhuis]]). In Maastricht wist hij de administratie van het ziekenhuis los te maken van het Burgerlijk Armbestuur.<ref>Ubachs/Evers (2005), p. 228: 'Hintzen, A.H.J.'.</ref> Onder zijn bestuur werden diverse verbeteringen doorgevoerd, zoals de aanleg van centrale verwarming en koud en warm stromend water, de verbouwing van de voormalige gestichtsboerderij tot zusterhuis voor de Zusters Onder de Bogen, de samenvoeging van het chemisch, pathologisch en bacteriologisch laboratorium, de bouw van twee noodbarakken in de tuin, de bouw van het 'epidemisch ziekenhuis' en de vernieuwing van de kinderafdeling. Voor dat laatste zette de kindergeneeskundige Hendrik Koenen (1891-1963) zich in, die vanaf 1922 aan het ziekenhuis verbonden was. Koenen speelde ook een belangrijke rol bij het terugdringen van de zuigelingen- en kindersterfte in Maastricht en de regio, door het geven van voorlichting over het belang van hygiëne en goede voeding, in het bijzonder over de voordelen van [[moedermelk]].<ref name="mgmumc" />
 
=== 1935-1949: periode Mendes de Leon ===
Hintzen, die na een galblaasoperatie overleed in Calvariënberg, werd opgevolgd door Charles Mendes de Leon (1893-1962). Deze was in het [[Amsterdam]]se [[Wilhelmina Gasthuis]] assistent geweest van de vermaarde hoogleraar interne geneeskunde [[Isidore Snapper]]. Hoewel [[Rooms-Katholieke Kerk|rooms-katholiek]] gedoopt, werd hij als afstammeling van [[Joden|joodse]] grootouders in februari 1941 ontslagen. In november van dat jaar werd zijn [[Ariërverklaring]] alsnog geaccepteerd en mocht hij in zijn ambt terugkeren, maar zijn positie bleef precair tijdens de [[Nederland in de Tweede Wereldoorlog#De bezetting|Duitse bezetting]]. In 1942 was hij enkele maanden [[Gijzeling (Tweede Wereldoorlog)|gegijzeld]].<ref>Ubachs/Evers (2005), pp. 348-349: 'Mendes de Leon, Charles'.</ref> Enkele joodse vrouwen wisten de oorlog te overleven doordat Mendes de Leon hun op de afdeling interne geneeskunde onderdak bood.<ref name="mgmumc" />
 
Mendes de Leon zette in Maastricht onder andere een [[bloedtransfusie]]dienst op. Begin jaren 1930 voldeed het verouderde en te krap opgezette Calvariënberg niet meer en werden plannen gemaakt voor een nieuw ziekenhuis, maar door de [[crisis van de jaren 30]] en de [[Tweede Wereldoorlog]] liepen die plannen grote vertraging op. In 1936 werd op het oude terrein nog een nieuw paviljoen voor longlijders geopend. In 1940 begon de bouw van het nieuwe ziekenhuis in de wijk [[Brusselsepoort (wijk)|Brusselsepoort]].<ref name="mgmumc" />
 
In het krankzinnigengesticht traden langzaam maar zeker in geestesziekten academisch geschoolden toe tot de medische staf. In 1936 werd de [[neuroloog]] De Jong aangesteld en in 1941 de [[psychiater]] Mesker.<ref name="lodewick150" />
 
=== 1950-1972: verpleeghuis, bejaarden- en krankzinnigenzorg ===
[[Bestand:1963 vm Ziekenhuis Calvariënberg.jpg|thumb|Luchtfoto van Calvariënberg, 1963. Midden: de verpleegsterflat in aanbouw]]
Op 3 augustus 1950 opende het nieuwe [[Ziekenhuis Sint Annadal]], waarna de herinrichting van het oude ziekenhuisterrein kon beginnen. Het krankzinnigengesticht werd in 1951 verzelfstandigd en psychiater Mesker werd de eerste medisch directeur.<ref name="lodewick150" /> In 1952 verhuisde het gesticht naar het voormalige verblijf van de Zusters Onder de Bogen aan de Abtstraat, waar het de beschikking kreeg over 180 bedden. Volgens plannen van het Burgerlijk Armbestuur zou het oude gesticht (het kanunnikenhuis met aanbouwen) daarna worden gesloopt, zodat de Calvariekapel weer vrij zou komen te liggen. Op het slopen van de hoge muur langs de Calvariestraat na (1954), bleef dit plan onuitgevoerd. In plaats daarvan werden in de gebouwen dienstbodes gehuisvest. Vanaf 1964 kwamen hier kamers voor echtparen die (gescheiden!) op slaapzalen in het Godshuis sliepen en werd dit deel Ludwino-paviljoen genoemd. Het Godshuis in het 'Tweede Calvariënberg' behield de functie [[Verzorgingshuis|bejaardenzorg]]. In 1956 verhuisde een deel van de bewoners naar de Aldenhofflat, een modern bejaardenverzorgingscentrum iets verderop aan de Calvariestraat.<ref>Luijten/Roebroeks (1988), pp. 47, 49-50.</ref><ref name="Gales117" />
 
Nog voor de opening bleek Sint Annadal met 350 bedden te klein, waardoor de afdeling neurologie nog enige jaren in het paviljoenziekenhuis gehuisvest bleef.<ref name="mgmumc" /> In 1953 werd in het Klassegebouw een afdeling voor psychisch gestoorde bejaarden geopend, waarna dit gebouw de naam Elisabeth-tehuis kreeg. De rest van het 'derde Calvariënberg' kreeg de bestemming [[verpleeghuis]]; vanaf 1962 werd hier het [[revalidatiecentrum]] 'De Maasgouw' aan toegevoegd. Het verplegend personeel woonde aanvankelijk in kamers boven de paviljoens. In 1963 kwam aan de zuidwestzijde van het terrein, nabij de [[Tongersestraat]], de Polvertorenflat gereed, waar het verplegend personeel in opleiding werd ondergebracht.<ref>Luijten/Roebroeks (1988), p. 50.</ref><ref name="Gales117">Gales/Kreukels/Luijten/Roebroeks (1997), pp. 117-119, 123.</ref>
 
=== Na 1972: Klevarieterrein ===
Regel 80:
 
<gallery widths="150" heights="150">
Bestand:2015-10-05 Maastricht, Klevarie 03.jpg|Nieuwbouw verpleegkliniek
Bestand:Maastricht, sloop verpleeghuis Klevarie 03.jpg|Sloop oude kliniek
Bestand:2017 Maastricht, Tongersestraat, Canisianum 28.jpg|Renovatie verpleegstersflat
Bestand:2018 Maastricht, Klevarieterrein, nieuwbouw Polvertorenplein.jpg|Nieuwbouwwoningen Klevarie
</gallery>
 
== Erfgoed ==
=== Klooster en gesticht ===
{{Zie hoofdartikelHoofdartikel|Klooster Calvariënberg}}
De bewaard gebleven delen van het 'eerste en tweede Calvariënberg' vormen een vrij massief, rechthoekig gebouwencomplex op de hoek van de [[Abtstraat (Maastricht)|Abtstraat]] en [[Calvariestraat]]. De kloosterkapel maakt geen deel uit van deze rechthoek, die weer is opgebouwd uit twee kwadranten rondom twee binnenhoven, die middels een smalle doorgang met elkaar in verbinding staan. Van het noordelijk kwadrant behoorden twee vleugels tot het voormalige nonnenklooster Calvariënberg. Deze sterk verbouwde west- en noordvleugels dateren uit 1671. De oostvleugel wordt gevormd door het hieronder beschreven administratiegebouw. Het zuidelijk kwadrant bestaat uit drie min of meer identieke ziekenhuisvleugels uit 1821. Tussen de twee kwadranten is in 1821 de gestichtskapel gebouwd met een gevel in [[Neoclassicistische architectuur|neoclassicistische]] trant, die echter nauwelijks meer als kapel te herkennen is.<ref>{{Linklink rijksmonument|id=26637}}</ref>
 
De Calvariekapel ligt iets ten westen van deze kwadranten, parallel aan de Calvariestraat. Dit was oorspronkelijk een [[Dubbelkapel (architectuur)|dubbelkapel]] uit 1710. In 1902 werd de tussenvloer verwijderd, maar in 1987 is deze opnieuw aangebracht. Bij de verbouwing van 1902 werd de kapel aan de westzijde uitgebreid door middel van een doorbraak in de westelijke kloostervleugel, waardoor de ingang nu aan de binnenhof ligt. Ten westen van de kapel ligt het van oorsprong 18e-eeuws [[kanunnikenhuis]], dat in de loop der jaren ingekapseld raakte door allerlei aanbouwsels. De [[pilastergevel]] van de kapel is daardoor deels aan het oog onttrokken. In het interieur herinneren alleen de wandschilderingen en gebrandschilderde ramen, beide uit 1904-05, aan de oorspronkelijke functie.
 
<gallery widths="150" heights="150">
Bestand:Overzicht van de binnenplaats - Maastricht - 20401583 - RCE.jpg|Kloostervleugels vanaf het binnenterrein
Bestand:20150312 Maastricht; building at Calvariënberg monastery 2.jpg|Ziekenhuisvleugels vanaf het Klevarieterrein
Bestand:20150312 Maastricht; Calvariekapel 01.jpg|Kapel met aanbouwen vanaf het Klevarieterrein
Bestand:20150312 Maastricht; Chapel of Calvariënberg Monastery 03.jpg|Kapel met aanbouwen vanaf de Calvariestraat
</gallery>
 
Regel 106:
De lange gevel aan de Abtstraat heeft twaalf [[Travee|vensterassen]]. Het linkerdeel met vijf vensterassen en uitspringende [[Liseen|lisenen]] is het meest representatieve. De voor- en achtergevel van dit deel zijn vrijwel identiek. De middenas wordt fraai geaccentueerd door een [[trapgevel]] met daaronder een zandstenen [[spitsboog]]omlijsting met venster[[Maaswerk|traceringen]] en een wapenschild. Daaronder bevindt zich een rechthoekige toegangspoort met houten spitsboogtraceringen. Onder de dakrand bevindt zich een sierlijst met [[muizentand]]decoratie. De ramen op de eerste verdieping bevatten [[glas in lood]] en worden omgeven door zandstenen sierlijsten. Deze sierlijsten zetten zich voort in het rechter bouwdeel, dat verder vrij eentonig is. In dit deel zijn drie gevelstenen ingemetseld met de namen van weldoeners van het Burgerlijk Armbestuur: Anatole L. Castel, Anna A.S. Castel, 1928; Godefroid Cruts-Kerens, 1874; Clementine Destouvelles, 1858.
 
De gevel aan de Calvariestraat is slechts drie vensterassen breed en lijkt enigszins op het rijkversierde linkerdeel van de gevel aan de Abtstraat, echter zonder de gotische traceringen. De meeste vensternissen zijn hier blind en op de begane grond zijn slechts kleine, rechthoekige vensters aangebracht. De trapgevel heeft schouderstukken, waarin zich spitsboogfriezen en -vensters bevinden.<ref>{{Linklink rijksmonument|id=506610}}</ref>
 
<gallery widths="150" heights="150">
Bestand:Abtstraat2.JPG|Abtstraat, linker bouwdeel
Bestand:20150312 Maastricht; Abtstraat 11.jpg|idem, detail
Bestand:Huize Calvarie, voorgevel - Maastricht - 20147141 - RCE.jpg|Abtstraat, rechter bouwdeel
Bestand:20150419; Maastricht; Klooster Calvariënberg 2 (cropped).jpg|Calvariestraat, trapgevel
</gallery>
 
=== Elisabethhuis ===
[[Bestand:Klassegebouw of Elisabethhuis, Gasthuis Calvariënberg, Maastricht - entreehal 03.jpg|thumb|Ontwerp van Bilmeyer & Van Riel voor de oostfaçade van het "frontgebouw voor betalende zieken"]]
Het vrijstaande Elisabethhuis werd voorheen aangeduid als Klassegebouw omdat het oorspronkelijk bedoeld was voor betalende patiënten. Het is het enige overblijfsel van het paviljoenziekenhuis uit 1887-91, het 'derde Calvariënberg'. Het gebouw fungeerde door zijn voorname uitstraling als poortgebouw voor het ziekenhuis. Het werd omstreeks 1885 ontworpen door de [[Antwerpen (stad)|Antwerpse]] architecten [[Jules Bilmeyer|Bilmeyer]] en Van Riel in een [[eclecticisme|eclectische]] vormentaal met elementen van de Richardson-[[neoromaans]]e stijl. De zijvleugels werden in 1977 gesloopt door het Burgerlijk Armbestuur, waarna het gebouw verhuurd werd aan de [[Universiteit Maastricht]].<ref name="Beijer215">Beijer e.a. (2006), pp. 215.</ref> Min of meer op de plek van de gesloopte vleugels aan de westzijde verrees in 2015-16 een nieuwbouwgedeelte, waarvan de massieve achtergevel en de afwijkende vensterindeling sterk contrasteren met het rijksmonument.
 
Het gebouw telt twee bouwlagen en wordt afgedekt met [[Zadeldak|zadel-]], [[Schilddak|schild-]] en [[tentdak]]en met [[bitumineuze shingle]]s. De muren zijn van [[baksteen]] op een plint van [[Naamse steen]], met [[hardsteen]]-, [[Limburgse mergel|mergel-]] en [[Kunststeen (bouwmateriaal)|kunststeen]]details. De symmetrische gevel aan de Abtstraat loopt trapsgewijs op in een spitse [[topgevel]] en telt vijf vensterassen. De ingangspartij wordt geaccentueerd door een gedrukte spitsboog met daarboven de naam "GASTHUIS CALVARIENBERG", geflankeerd door [[Console (bouwkunde)|consoles]] met zandstenen fantasieornamenten. Daarboven bevindt zich onder een spitsboog een monumentale raampartij met onder andere een blanco [[Wapenbord|wapenschild]] binnen een [[Rozet (ornament)|rozet]]. De zijgevels worden gemarkeerd door achthoekige [[traptoren]]tjes.
 
In het gerestaureerde interieur valt de centrale hal op met een fraaie tegelvloer en vier [[gietijzer]]en kolommen op hardstenen [[basement (architectuur)|basementen]] waarop de [[Galerij (bouw)|galerij]] van de eerste verdieping rust. Deze galerij heeft [[smeedijzer]]en [[balustrade]]s. De hal wordt gedekt door een vierkante lichtkoepel op met [[stucwerk]] versierde [[Console (bouwkunde)|consoles]].<ref>{{Linklink rijksmonument|id=506609}}</ref><ref>Van den Boogard/Minis (2001), p. 175.</ref> In de hal bevindt zich een bronzen [[Buste (kunst)|portretbuste]] van [[Lambert van Kleef|dr. Lambert van Kleef]].
 
<gallery widths="150" heights="150">
Bestand:Maastricht Gasthuis-Calvarienberg 3 (cropped).jpg|Detail voorgevel
Bestand:2018 Maastricht, Abtstraat 2A.jpg|Linker zijgevel
Bestand:2017 Maastricht, Klevarieterrein, uitbreiding Elizabeth-tehuis - 2.jpg|Nieuwbouw achterkant
Bestand:Klassegebouw of Elisabethhuis, Gasthuis Calvariënberg, Maastricht - entreehal 01.jpg|Centrale hal (ca. 1895)
</gallery>
 
Regel 135:
Tussen de panden Abtstraat 10 en 14 bevindt zich een circa 34 meter lange en 4 meter hoge muur,<ref group=noot>Doordat de Abtstraat van zuid naar noord iets oploopt, is de muur niet overal even hoog. Bij de voeg tussen het linker- en rechterdeel verspringt de muurhoogte circa 20 cm.</ref> die de [[erfafscheiding]] vormt van het voormalige ziekenhuisterrein. De muur bestaat eigenlijk uit drie afzonderlijke delen, die uit verschillende periode dateren. Het linkerdeel (vanaf de Abtstraat gezien) is verreweg het oudst. Dit muurdeel is opgetrokken uit donkerbruine baksteen op een lage [[Plint (architectuur)|plint]] van hardsteen, en afgedekt door een gemetselde [[ezelsrug]]. Naast het pand Abtstraat 14 bevindt zich een grote 18e-eeuwse inrijpoort met een hardstenen omlijsting met [[diamantkop]]pen. Het middendeel van de muur dateert uit 1920 en is een restant van het zusterhuis van de Zusters Onder de Bogen. Het resterende muurdeel is opgetrokken uit rode baksteen op een hoge hardstenen plint en bevat zowel op halve hoogte als direct onder de bovenrand een tweetal [[Limburgse mergel|mergelstenen]] [[Band (bouwkundig)|speklagen]]. De bovenste spekband wordt afgedekt met een geprofileerde hardstenen [[deklijst]]. Het smalle poortje in dit deel was oorspronkelijk een ingang van het klooster. De poortopening wordt geaccentueerd door een rondbogig [[bovenlicht]] met [[maaswerk]] in de vorm van een driepas en een [[sluitsteen]] met kruisornament in de gemetselde rondboog. Daarboven bevindt zich een vooruitspringend afdakje met een hardstenen lijst, die een fronton vormt. Het meest rechtse deel van de ziekenhuismuur is vrij kort en wordt vrijwel geheel doorbroken door een rechthoekige poortopening waarboven zich drie [[Fleur de lis|fluer-de-lysvormige]] [[muuranker]]s bevinden.<ref>Gemeente Maastricht (2009), p. 27.</ref>
 
Aan de Abtstraat 2b ligt een kanonnen- of [[affuit]]enloods uit 1786,<ref group=noot>Volgens een jaarsteen in de punt van de topgevel. [http://www.maastrichtsegevelstenen.nl/inventarisatie%20cd/trefwoord/Maastricht-a.htm#2 'Maastricht | straatnaam A | Abtstraat'] op website ''maastrichtsegevelstenen.nl''.</ref> die in de 19e eeuw onderdeel was van het ziekenhuis. Achter de loods lag een (verdwenen) [[Kruithuis|kruitmagazijn]]. Alleen de gevel aan de Abtstraat met twee grote koetspoorten is authentiek.<ref>Van den Boogard/Minis (2001), p. 41.</ref> Het gebouw is sinds 2011 in gebruik als [[hospice]].<ref>Humblé e.a. (2005-2008), p. 29.</ref> Abtstraat 4 is de voormalige directeurswoning van het gesticht. Het brede woonhuis en het naastgelegen koetshuis met poort dateren uit het derde kwart van de 19e eeuw.<ref>{{Linklink rijksmonument|id=26638}}</ref> In de jaren zeventig werd het verbouwd tot kantoorpand, waarna achtereenvolgens de Universiteit Maastricht en de welzijnsorganisatie Envida het pand benutten.<ref name="Beijer215" /> Abtstraat 14 is een statig, 18e-eeuws huis met een brede [[lijstgevel]] en [[segmentboog]]vensters met hardstenen vensteromlijstingen. Rechtsboven bevindt zich een venster met een [[kruiskozijn]] van Naamse steen. De ingangspartij is in [[Lodewijk XV-stijl]]. Het bordes heeft een smeedijzeren hek in [[Régence]]stijl.<ref>{{Linklink rijksmonument|id=26639}}</ref> Dit pand (destijds Abtstraat 10) was waarschijnlijk van 1881 tot 1904 het woonhuis van dr. Van Kleef en zijn familie. De [[Functionalisme (architectuur)|functionalistische]] Aldenhofflat van architect [[Jean Huysmans]] uit 1956 en de Polvertorenflat van W. Schellinx uit 1962-63 zijn als 'nieuwe monumenten' uit de [[wederopbouw]]periode behouden. Eerstgenoemde is sinds 2010 een [[rijksmonument]]. De Polvertorenflat is in 2017 gerenoveerd, waarbij de balkons van de voormalige verpleegsterflat zijn vergroot.
 
<gallery widths="150" heights="150">
Bestand:2018 Maastricht, Abtstraat, poortje tussen nr 10 & 14.jpg|Muurdeel vm. zusterklooster
Bestand:20150312 Maastricht; Abtstraat 04.jpg|Affuitenloods, Abtstraat 2b
Bestand:Zicht op de linkervleugel met rechts zicht op de balkons van de rechtervleugel - Maastricht - 20421988 - RCE.jpg|Aldenhofflat
Bestand:2018 Maastricht, Polvertorenflat 2.jpg|Polvertorenflat
</gallery>
 
== Bronnen, noten en referenties ==
{{Appendix||2=
 
{{Appendix|2=
* {{aut|Beijer, H., J. van den Boogard, S. Graatsma, S. Minis en A. Nieuwenhuijzen Kruseman}} (2006): ''Mon'''um'''ent''. Universiteit Maastricht. {{ISBN|90-9020223-4}}
* {{aut|Boogard, J. van den, en S. Minis}} (2001): ''Monumentengids Maastricht''. Primavera Pers, Leiden. {{ISBN|90-74310-52-4}}