Diogenes van Oinoanda: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 1:
[[File:OinoandaInscription.JPG|{{largethumb}}|Fragment van de inscriptie in de vindplaats (2010)]]
{{meebezig}}
 
'''Diogenes van Oinoanda''' ([[Oudgrieks]]: ''{{polytonic|Διογένης ὁ Οἰνοανδέας}} / Diogénēs ho Oinoandéas'') was een rijke inwoner van de [[Lycië|Lykische]] stad [[Oinoanda]] die in de [[2e eeuw]] de volledige achterwand van een plaatselijke [[stoa]] bedekte met een [[inscriptie]] waarop hij de filosofie van het [[epicurisme]] uitlegde. De tekst, waarvan hij deels de auteur is, vormt een belangrijke bron voor de studie van deze stroming.
 
Regel 36 ⟶ 37:
Op de onderste band tekende hij de ethiek van Epikouros op, die gestoeld was op de natuurfilosofie. Helemaal onderaan bracht hij op een doorlopende regel slagzinnen aan die de epicurese leer samenvatten. Deze regel, grotendeels bestaande uit de zogenaamde hoofdstellingen (''{{polytonic|Κύριαι Δόξαι}} / Kuriai Doxai''), was gemakkelijk te memoriseren en gaf ook halfgeletterden toegang tot de wijsheid.
 
Boven de natuurfilosofie voorzag Diogenes twee banden met spreuken en filosofische brieven, waaronder een brief van Epikouros aan zijn moeder en een van hemzelf aan zijn vriend Antipater. Daarin vernemen we onder meer dat hij op [[RhodosRodos (eiland)|Rodos]] is om de besneeuwde winters van Oinoanda te ontvluchten en dat hij vrienden wil bezoeken in [[Oude Athene|Athene]] of [[Beotië]]. De tekst breekt af waar hij een uiteenzetting over de oneindigheid van het aantal werelden aankondigt.
De bovenste drie banden bevatten een traktaat over de ouderdom. Het ontzenuwt de klassieke bezwaren dat ouderdom deelname aan het openbare leven belet, zwakte met zich meebrengt en het genot wegneemt. In deze tekst gebruikt Diogenes ook argumenten van niet-epicurese filosofen als [[Plato]] en de [[stoïcijnen]].