Tibor Zsitvay: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
kGeen bewerkingssamenvatting
links
 
Regel 1:
[[Bestand:Zsitvay_Tibor_Portrait.jpg|miniatuur|Tibor Zsitvay]]
'''Tibor Zsitvay de Zsitvatő''' ([[Bratislava|Pozsony]], [[10 november]] [[1884]] – [[Alpnach]], [[9 juli]] [[1969]]) was een Hongaars politicus en jurist, die van 1929 tot 1932 het ambt van minister van Justitie bekleedde. Hij studeerde rechten aan de Universiteit van Boedapest. Van 1909 tot 1919 was hij raadslid bij het [[Magyar Államvasutak|Hongaarse spoor]]. Na de val van de [[Hongaarse Radenrepubliek]] was hij een van de oprichters van de Christelijk-Nationale Partij. Van 1919 tot 1920 was hij afgevaardigd commissaris voor [[Kecskemét]]. Hij verliet zijn partij in 1920 om opnieuw advocaat te worden.
 
Van 1920 tot 1926 werkte hij als procureur-generaal voor het Hongaarse spoor (MÁV). In 1922 werd hij lid van het Hongaars parlement (de Nationale Vergadering), waarvan hij in 1924 ook vice-voorzitter was. Vanaf 1926 was hij voorzitter van dit eenkamerparlement. Toen het parlement in 1927 werd opgedeeld in een lagerhuis, het [[Huis van Afgevaardigden (Hongarije)|Huis van Afgevaardigden]] en een hogerhuis, het [[Magnatenhuis]], werd hij [[Lijst van voorzitters van het Huis van Afgevaardigden (Hongarije)|voorzitter van het Huis van Afgevaardigden]]. Deze functie oefende hij uit tot 1929, toen hij door [[István Bethlen]] werd aangesteld als minister van Justitie in [[regering-Bethlen|diens regering]], een ambt dat hij ook bekleedde in de daaropvolgende [[regering-Gyula Károlyi]]. Tijdens zijn ministerschap werden de twee communistische leiders Sándor Fürst en Imre Sallai terechtgesteld.